LEUVEN -- Het teatergezelschap Tristero werkt binnen het "Atelier" van 't Stuc in Leuven, dat beginnende groepen helpt hun artistiek project gestalte te geven. Datzelfde Stuc verleende Bart Meuleman, akteur bij Dito' Dito' een schrijfopdracht. Het werd Hyperventilatie, en werd door Tristero voor de eerste maal opgevoerd. Zowel op het stuk als op de enscenering valt heel wat af te dingen. Het moet Tiïstero en Meuleman echter nagegeven worden dat ze netelige hedendaagse samenlevingsproblemen op een genuanceerde en beklijvende manier aankaarten, zonder daar dadelijk simpele remedies aan vast te knopen.
Hyperventilatie behandelt allerminst een medisch syndroom. Het is een metafoor voor het gevoel van benauwdheid en (doods)angst dat de protagonisten van dit stuk treft, zonder dat ze de vinger op de oorzaak kunnen leggen. Het stuk speelt zich af in een gemarginalizeerd stedelijk gebied. Er overheersen problemen als isolement, een gevoel van onveiligheid en een verbijsterd onbegrip van de wendingen die ongemerkt in de buitenwereld zijn opgetreden.
Die vervreemde omgeving wordt gekondenseerd in vier figuren. Een oude winkelier, gespeeld door Elsemieke Scholte, ligt op sterven. Zijn idyllisch portret van "vroeger toen alles goed was" wordt voortdurend doorkruist door kanttekeningen van de anderen. Daaruit blijkt hoe achter de façade van de vriendelijke handelaar veel hebzucht en bekrompenheid schuilging. Die waren zelfs mee oorzaak van de instorting van zijn wereld. Hij blijft alleen achter, zonder vrouw of kind.
Hier komt de jongen (Peter Vandenbempt) in het verhaal. Verwaarloosd door zijn ouders, zonder opleiding of werk, zoekt hij een thuis, al kan hij dat magische begrip niet echt invullen. De oude man zal hem opnemen, en samen creëren ze een "familie", een eiland van rust voor hen beiden. Daarvoor zullen ze de vreemden rondom hen gewelddadig verwijderen.
Transfusie
Het is de oude dokter (Barbara Van Lindt) die in een medisch hokus-pokus-jargon de ideologie voor deze konstruktie aanlevert, en ze bezegelt door een bloedtransfusie. Het eigenaardige van deze figuur is dat ze, ondanks dit dubieuze gedachtengoed, tegelijk ook de enige kritische observator is.
Het vierde personage van dit stuk is een Vietnamese vrouw (Paul Bogaert). Ze werkt als poetsvrouw, onder het aanhoren van tirades van de oude man. Ze zwijgt en ieder denkt dat ze de taal niet begrijpt. Maar haar twee regels op het einde ("We zijn wel degelijk dezelfde. Allemaal dezelfde.") tonen iets van de tragiek van de afgewezen buitenstaanders in deze vreemde leefwereld.
De dialogen in dit stuk zijn weinig realistisch, en liggen ook niet vlot in de mond. De vervreemding die daaruit ontstaat, doet je voorbij de konkrete omstandigheden van de personages luisteren naar de eksemplarische aard van hun geachten. De verwijzingen haar ideologie en naar prangende maatschappelijke problemen zit vlak onder de oppervlakte.
Tristero slaagt er niet steeds in de dubbelheid van de tekst, enerzijds een konkreet verhaal, anderzijds een portret van een samenleving in verval, recht te doen. De enscenering, met een mooi decor van Pieter Bogaert, blijft ver van elke anekdotiek, zoals de tekst. De wijze waarop de teksten echter gebracht worden, is erg wisselvallig. Het lijkt alsof de vier akteurs op zoek zijn naar een subtiele balans tussen een afstandelijke zegging, die de nadruk legt op de inhoud van de dialogen, en een akteerstijl die in gebaren en stemverheffing toch de emotionele onderstroom van de woorden wil verduidelijken. Dat lukt nu eens wel, dan weer niet. In het algemeen krijg je echter het gevoel dat er nog wat gesleuteld zal moeten worden aan het akteerwerk. De potentiële kracht van deze voorstelling is dat wel waard.
Nog te zien in de Vlamingenstraat 83 in Leuven op 23 december, in het Gentse Nieuwpoortteater op 10 en 11 januari, op 13 en 14 januari in De Zeyp in Brussel en op 16 en 17 januari in deMonty in Antwerpen.