Date 1995-02-10
Publication De Standaard
Performance(s) Blauw
Artist(s) Baervoets, Alexander
Company / Organization
Keywords architektuur • baervoets • blauw • klassicistische • donnell • enid • gill • natalie • hermans • alexander
Baervoets' modernisme oogt heel klassiek
Op het eerste gezicht is
De dans is precies, ook al omdat de koreografie de mogelijkheden van de dansers respekteert. De struktuur heeft een grote helderheid.
Het stuk valt uiteen in vier delen, vier onderzoeksmomenten die naast elkaar staan. Elk van de delen heeft een beperkt aantal elementaire figuren en trajekten die bij elke voorstelling, volgens de eigen beslissing van de dansers, anders gekombineerd kunnen worden.
Als je goed toekijkt, merk je dat ze daarbij zekere spelregels volgen: het aantal dansers dat tegelijk danst, de richting die ze al dan niet gelijktijdig volgen, de opeenvolging van verschillende bewegingen worden bepaald door een abstrakte logika.
In zekere zin kan je die struktuur ook de uitkomst van het onderzoek noemen:
Het resultaat kan zeer verrassend zijn. In het laatste deel bij voorbeeld zijn er twee figuren, eenvoudige, maar snelle kombinaties van enkele zijdelingse passen, wentelingen om de lichaamsas, uitzwaaiende benen en armen. Omdat de dansers vertrekken vanuit verschillende hoeken, en met verschillende tijdsintervallen, raken ze elkaar vaak net niet op het middelpunt van de scène. Op zich betekent dit spel niets, maar de behendigheid, snelheid en elegantie ervan zijn fascinerend.
Architektuur
Vreemd genoeg begon ik na korte tijd meer geïntrigeerd te raken door de verschillen tussen de drie danseressen, door de manier waarop ze de abstrakte patronen belichaamden, dan door de patronen zelf.
De precisie van
Ik geloof dan ook niet dat het de modernistische stelling is -- het gaat om beweging en niets dan beweging, desnoods door poppen uit te voeren -- die het belang van de voorstelling bepaalt. Ik heb het gevoel dat Baervoets hier voor eigen rekening het princiep van het klassieke aan het herwaarderen is.
De voorstelling werkt als klassicistische architektuur of klassiek ballet. Oppervlakkig beschouwd is er niets aan klassicistische architektuur: altijd dezelfde ordes, volgens dezelfde princiepen, met dezelfde gestrengheid samengebracht. Het ene gebouw lijkt als twee druppels water op het andere. Bij nader toezien blijkt echter telkens weer hoe de subtiliteit waarmee die regels geïnterpreteerd worden, nu eens sublieme, dan weer rotslechte architektuur oplevert. Hetzelfde geldt voor ballet.
Ik denk dat
"