Date 1995-09-09

Publication De Standaard

Performance(s) Das Stück met dem Schiff

Artist(s) Bausch, Pina

Company / Organization

Keywords strandvuilnisbeltsnedeguldenbijeenkomstverbondenheidhoufotowillendesolaatheid

Pina Bausch sluit dansers op in eeuwig nu : Magische momenten rond boot

ANTWERPEN -- De titel van Pina Bausch' koreografie Das Stück mit dem Schiff, die deze week te gast was in deSingel, zegt precies wat in dit dansstuk te zien is: een, minutieus-realistisch nagebouwde vissersboot, op de klippen gelopen op een rotspartij aan een strand. De boot beheerst het podium van het begin tot het einde. Die nadrukkelijke aanwezigheid is tegelijk stom en raadselachtig.

De veelheid aan opdringerige details -- net echte rotsen, een echt strand, een heuse boot -- wordt niet verklaard door een verhaal, maar belet tegelijk een eenvoudige interpretatie. Net als bij een vuilnisbelt is er ontzettend veel en niets te zien, niets te begrijpen. Zoals de vliegen, onvoorspelbaar en druk, rond de vuilnisbelt zwermen, trekt deze boot dansers aan. Om onbekende redenen zijn ze daar, met enkel hun lichaam en daden. Ook naar hun verhaal heb je het raden.

Met een prachtige teatrale vondst wordt die raadselachtigheid van het menselijk handelen na een voorstelling van twee en een half uur zonneklaar uitgebeeld. Zowat alle dansers verschijnen op een lange lijn: op de voorplecht van de boot en kijken de zaal in. Een man komt voor de boot staan, monstert het "tableau de troupe" even, en neemt dan een foto. Langzaam draait hij zich om en neemt een tweede foto: van de toeschouwers in de zaal.

Duidelijk

Het is een magisch moment, nauw verwant met het effekt van oude familiefoto's: die lijken heel veel te vertellen over de mensen die er voor poseren, maar roepen vooral vragen op over wie zich verschuilde achter de pose. Die verwondering wordt hier op dubbele wijze opgeroepen: als wat we gezien hebben plots verstilt tot een portret, beginnen we ons al dadelijk reddeloos verloren, af te vragen wat we voelden en dachten bij deze bijeenkomst. De foto van onszelf als publiek, als deelnemers aan de bijeenkomst, maakt de vraag nog acuter: wat zochten we hier zelf, wat was onze rol?

En toch, en toch... Ondanks het ontbreken van zowel een globaal verhaal als kleinere verklaringen voor wat de dansers hier uitrichten en ons willen tonen, is dat op een intuïtieve manier wel duidelijk. Heel algemeen zou je kunnen stellen dat Bausch en haar dansers iets willen tonen van de sterkte en zwakte van mensen in hun verlangen. Hoe mensen tegelijk willen uitschreeuwen: "Hou van mij" en daar uit angst voor het antwoord een deerniswekkende, afstotende vertoning van kunnen maken. Hoe ze daarom vaak het kontakt vermijden en zich opsluiten in vreemde, egocentrische rituelen.

Maar ook, hoe ze soms een vlucht vooruit nemen: in het ritueel van een groepsdans een verlangen naar verbondenheid realizeren, of in een karnavaleske imitatie van de anderen die verbondenheid op een imaginaire wijze tot stand brengen. Maar deze algemeenheden doen geen recht aan het vernuft waarmee Bausch deze emoties, met al hun dubbelzinnigheid en vreemde schakeringen, laat stollen in heldere beelden, die meer dan welke uitleg ook, je plots doen verstaan waar het op sommige momenten in het leven om gaat. Daarom tot besluit enkele voorbeelden, momenten die mij biezonder troffen, ook al ligt dat voor elke kijker anders.

Gulden snede

Een blonde vrouw in satijnen ondergoed, gaat plots, na een verhaal over wat kussen voor haar betekent, op tafel staan. Ze demonstreert en verklaart de schoonheid van haar lichaam, als was het een willekeurig objekt. Maar de uitleg klopt niet helemaal. Ze debiteert de teorie van de ideale proporties van het lichaam, volgens de gulden snede.

De wijze waarop ze als koopwaar vleselijk aanwezig is, ridikulizeert echter die verheerlijking van het lichaam. In dat pijnlijk moment zie je hoe ze misschien wel zou willen schreeuwen: "Hou van mij", maar tegelijk vreest dat niets voor niets te krijgen is, en ze alleen haar lichaam kan aanbieden.

Erg opmerkelijk is ook hoe de dansers de ruimte gebruiken: vrijwel altijd staan ze ver, zeer ver van elkaar, of zij ze zelfs helemaal alleen. De manier waarop ze elkaar vaak van het podium dragen of verdringen toont iets.als een diepe gekwetstheid. Het dansen, iets wat toch bij uitstek voor, en met anderen gedaan wordt, verdraagt hier alleen nog de leegte van een verlaten strand, zonder de aanwezigheid van anderen.Die zijn alleen als droom verdraaglijk.

Die leegte sluit de dansers ook op in een eeuwig nu: de lijnen naar de toekomst zijn voor een groot deel afgesloten, het drama heet stilstand. Dat geeft de voorstelling een soms slepend en moeizaam verloop, een ritme dat je ook als kijker verteert. Dat ritme en de lege desolaatheid van de scène vormen het waarmerk van de voorstelling.