Date 1996-05-18

Publication De Standaard

Performance(s)

Artist(s) Ritsema, Jan

Company / Organization

Keywords messiaenkopnaaddansenquatuorslimmighedendanstechnischesolo-dansvoorstellingbelegerdezélfdanspogingen

Jan Ritsema danst als een kleine jongen

BRUSSEL -- Wat beweegt Jan Ritsema (51),een theaterregisseur met een behoorlijke reputatie, ertoe om solo te gaan dansen op een podium op onverwachte muziek als Messiaens Quatuor pour la fin du temps? En wat denkt de toeschouwer? In een goede gemoedsgesteldheid beleeft hij een ontroerende gebeurtenis. Wil hij niet mee, dan ziet hij niets meer dan onhandige danspogingen van een oudere man.

Jan Ritsema eist van de kijkers altijd een grote openheid voor wat op het eerste gezicht het bekijken niet waard is. Met die onbevangenheid toont hij hier in een notendop de tragiek van het ouder worden. Je wil wel dansen, maar de middelen en zelfs de tijd om het nog onder de knie te krijgen zijn verzwonden.

En ook: we zijn het zo gewoon om danstechnische perfectie te zien, dat we als het ware gereduceerd zijn tot kijkers zonder lichaam. We zijn vergeten dat er ook op een andere dan een technisch perfecte manier kan gedanst worden, en dat we dat zélf zouden kunnen. Wat hier zichtbaar wordt is het immense plezier dat dansen kan brengen.

Op een ondefinieerbare manier is dans een quasi-direct uitvloeisel van gemoedsbewegingen. Kinderen kunnen dat heel goed: met her en der geleende of zelf geïmproviseerde bewegingen maken zij hun eigen balletje op geliefde muziek. Eventjes gaan zij op in een droomwereld van lichtheid, beweging en klank. Zo'n formeel naïef dansje vertelt dan een wonderlijk complex verhaal.

Toen ik Ritsema wilde sprongen zag maken, of met wijd gespreide armen zag rondtollen, dook dit beeld van het begeesterde kind plots op. Zijn gelaat leek niet dat van een man van 51, maar van een kleine jongen die geniet van het dansen én van de aandacht die hem daarbij te beurt valt.

Ritsema's concrete motivatie voor deze solo en de muziek van Messiaen vormt een apart verhaal. Tijdens repetities voor andere stukken, vertelt hij, danst hij de hele tijd: om het plezier, maar ook om de acteurs te tonen dat er geen restricties zijn.

Tijdens het werken aan Kopnaad spoorden de danseressen Johanne Saunier en Kitty Kortes Lynch hem aan met dat dansen iets te doen. Een hartkwaal die opkwam tijdens Kopnaad deed hem in het ziekenhuis belanden. Daar bezon hij zich over de tien dingen die hij in zijn leven nog echt wou doen. Een solo-dansvoorstelling was er een van.

Een tweede ervaring met de nabijheid van de dood spoorde hem aan dit waagstuk aan te pakken. Na een bezoek aan het belegerde Sarajevo merkte Ritsema dat hij niet meer aan claustrofobie leed, ondanks het benauwde transport in pantserwagens. "Blijkbaar", besluit hij, "liet ik daar een deel van mijn doodsangst achter. Achteraf bekeken handelt al mijn werk trouwens over sterven."

"Ik geloof dat ik daar nu niet meer bang voor ben. Niet dat ik zou willen doodgaan. Integendeel, ik heb een fantastisch leven, maar de angst is weg. Vanuit die vaststelling heb ik gekozen voor de muziek van Messiaen: het Quatuor is geschreven uit liefde voor het oneindige."

"Achteraf heb ik deze muziek, op uitdrukkelijke vraag van de weduwe van Messiaen, niet gebruikt, maar andere muziek (Berg, Bach, Webern, Mahler en Ives) gezocht, met een vergelijkbare sfeer.

Het genot van dansen, bedenkt Ritsema, is dat een beweging een beweging is. Dans is in zekere zin altijd waar, ze liegt niet; je kan er geen slimmigheden mee uithalen, ermee marchanderen zoals met taal. Dat gevecht met de taal dat zich in elke regie voordoet, vervalt hier."

Nog te zien in Brussel, Maison du spectacle - la Bellone, Vlaamsesteenweg 46, tot en met 22 mei (behalve 20 mei) om 22 u., tel. 02-511.77.40.