BRUSSEL -- Hoewel dans niet meer in het brandpunt van het artistiek-culturele debat staat zoals tien jaar geleden, wordt er nog steeds heel wat gemaakt en getoond in Vlaanderen. Talrijk zijn de "kleinere" -- versta: niet structureel ondersteunde -- groepen. Zij hebben voor hun voortbestaan en speelkansen de steun van danswerkplaatsen en receptieve theaters broodnodig. De rol van deze instellingen is ook om een andere reden belangrijk: zij bepalen het aanbod aan buitenlandse dans dat we hier te zien krijgen. Een overzicht, zij het onvolledig en summier.
Dans op komst (2)
Wat Meg Stuart het komende jaar zal doen, is nog niet zo duidelijk nu haar gezelschap Damaged Goods zonder middelen zit. Een improvisatieproject in samenwerking met Klapstuk en Stuc, en werk aan een nieuwe voorstelling behoren tot de mogelijkheden. Tijdens het afgelopen jaar presenteerde zij echter op verschillende plaatsen haar volledige oeuvre, waardoor de buitengewone interne coherentie ervan voor een groot publiek duidelijk werd.
Karin Vyncke bracht afgelopen jaar Nerf, febr.9*, een werk dat een sterkere structuur en beeldopbouw had dan haar vroegere werk, wat het beste laat verhopen voor de nieuwe productie die voor volgend jaar aangekondigd wordt.
Bert Van Gorp maakte Combinaison, voor zijn doen een merkwaardig wrang en prangend stuk. Een nieuw project, Boeken en juwelen, over de reactie van een gesloten leefwereld op de intrede van geld en macht, staat op stapel voor 1997. Marc van Runxt, die na Anti-lichaam een artistieke comeback maakte, werkte dit jaar in zijn typische mengvorm van diepe ernst en kitsch verder met Dies irae. Fortitudo, aangekondigd voor volgend jaar, zal ten dele in residentie bij Klapstuk gemaakt worden, met wellicht een toonmoment.
Alexander Baervoets bracht dit jaar Ha ha ha, een nieuwe stap in zijn persoonlijk onderzoek naar een zuiver abstracte dans. Dit werk blijft volgend jaar op de affiche.
Forsythe
Het werk van deze choreografen doet een hele reeks danswerkplaatsen en theaters met een uitgesproken dansprogrammatie aan. Die boeken ook heel wat buitenlands werk.
Klapstuk '95, een van de betere edities van dit festival, drukte een belangrijke stempel op de eerste helft van het afgelopen seizoen, met een coherente programma-opbouw vanuit enkele belangrijke vragen, onder andere naar de verhouding tussen klassiek ballet en dans. In de aanloop naar het festival van 1997, bestaat de programmatie van Klapstuk echter vooral uit toonmomenten van kunstenaars die in Leuven resideren, naast de presentatie van enkele hier minder bekende dansers.
Vooruit programmeerde zeer veel met een erg eclectisch aanbod. In het volgende seizoen gaan zij hierin verder, met een accent op dans uit Zuid-Europa (Catalonië) en uiteraard de onvermijdelijke Canadese dans, die ook andere affiches overbevolkt.
In deSingel was een programma zonder echt grote verrassingen te zien: veel Franse dans, daarnaast onder meer Das Stück mit dem Schiff van Pina Bausch. Volgend jaar komen uit Frankrijk Monnier en Nadj, oude bekenden, maar zijn er ook twee grote Amerikaanse namen te gast. Bob Wilson komt tweemaal. De eerste keer samen met Manna Graham Dance Company voor wie hij een stuk, gebaseerd op Grahams leven choreografeerde. De tweede gastvoorstelling is een theatervoorstelling, La maladie de la mort, maar wel met choreografe Lucinda Childs als actrice naast Michel Piccoli.
William Forsythe is met zijn Ballett Frankfurt te gast, met de indrukwekkende voorstelling Eidos/Telos. Forsythe slaagt er in dit stuk in zuivere dans, slechts af en toe aangevuld door theatrale interventies, tot een bijna trance-verwekkend spektakel op te drijven.
Nu Dans in Kortrijk plots rijk van subsidies voorzien is, zal het aanbod van het komend seizoen aanzienlijk toenemen. Het is wel erg wisselvallig: Portugezen (niet altijd een kwaliteitsgarantie), jonge Franse choreografen, veel Canadezen (evenmin een garantie) en diverse andere voorstellingen. Ook De Beweeging kon rijkelijk profiteren van het ministeriële manna, en zal dus de vleugels meer kunnen uitslaan dan vorig jaar. Het Festival De Beweeging krijgt in 1997 naast het voorstellingsprogramma ook een dagprogramma met klemtoon op permanente vorming voor fysiek theater.
Vallen volgend jaar nog te signaleren op diverse podia (Cultureel Centrum Berchem, Warande, de al genoemde huizen): de Vietnamese Compagnie Ea Sola, met de voorstelling die twee jaar geleden op KunstenFestivaldesArts stond, Compagnie Thor van Thierry Smits met Soiree Dansante, Benoît Lachambre (ex-danser van Damaged Goods) met The water fait mal, Grace Ellen Barkey, Angelika Oei, José Besprosvany en nog vele anderen. De ware dansfanaat zal dus in elk geval niet op zijn honger blijven zitten.
Tot slot nog enkele uitschieters in het buitenlands aanbod van afgelopen seizoen: het ontroerende Pour la fin du temps van Jan Ritsema tijdens KunstenFestivaldesArts en het intelligente, virtuoze en licht ironische The Stop Quartet van Jonathan Burrows, mee geproduceerd door Vooruit. Die laatste voorstelling zal trouwens opnieuw te zien zijn op verschillende plaatsen.
Dit is het tweede artikel in een serie over het dansaanbod. Het eerste verscheen op 28 augustus. Volgend en laatste artikel: het Ballet van Vlaanderen.