Ooit werkte Peter van Kraaij als dramaturg mee aan Van Hoves interpretatie, met Bart Slegers in de hoofdrol, van het eerste deel van de Heiner Müllers vijfdelige tekst Wolokolamsker Chaussee. Nu regisseert hij de volledige tekst voor het Kaaitheater, in een nieuwe vertaling van Patricia De Martelaere, en met een keur van Vlaamse en Nederlandse acteurs: Josse De Pauw, Jos Verbist, Robijn Wendelaar, Carla Mulder en Robbert So.
Hoewel geschreven voor het theater, heeft Wolokolamsker Chaussee geen klassieke rolverdeling: het is een doorlopende tekst, als een lang gedicht, dat in vogelvlucht de geschiedenis van de DDR behandelt. De eerste twee delen spelen zich echter in Rusland af, omdat de Tweede Wereldoorlog tussen Duitsland en de USSR het voorspel was voor de oprichting van de arbeidersstaat in het oosten van het voormalige Duitsland. Aan een veldslag ontleent het stuk trouwens zijn naam: Wolokolamsk is een stadje op zo'n 120 kilometer ten westen van Moskou op de weg naar Duitsland.
Müllers tekst is geen droog historisch exposé, maar geschreven vanuit de herinnering van mensen die deze historische gebeurtenissen meemaakten en/of ondergingen. De tekst gaat dus minstens evenzeer over de manier waarop objectieve historische gebeurtenissen ingrijpen in ons leven; hoe wij ermee omgaan, welke (pijn-)sporen ze achterlaten. Müller laat het aan de interpretatie van spelers en regisseurs over hoe ze de rollen precies verdelen. Peter van Kraaij koos voor de vorm van het verteltheater die hij al eerder gebruikte in zijn regie van Het kind van de smid van en met Josse De Pauw. Ook daar houdt het acteren het midden tussen het vertellen en het verbeelden van een personage. Die manier om de tekst te brengen sluit nauw aan bij Müllers spel met het door elkaar weven van oude herinneringen en actuele beleving.
In deze voorstelling is een acteur de centrale verteller in elk deel van de tekst. De andere acteurs blijven steeds aanwezig in het eenheidsdecor. De verteller kan op hen een beroep doen om bij te springen om het verhaal tot leven te brengen of om technische ondersteuning te bieden. Ondanks de monologen ontstaat zo toch een sterk collectief gevoel. Dat is ook niet zonder belang in een stuk waarin de spanning tussen het individu en de collectiviteit centraal staat. Het eenheidsdecor van Ann Weckx en Bart Van Overberghe draagt hier ook toe bij. Het is een tribune, vijf rijen hoog en negen zitjes breed, en kan de associatie oproepen met schoolbanken of een rechtszaal. Omdat het recht tegenover de tribune van de toeschouwers opgesteld staat, vormt het ook een letterlijke "spiegel" van het publiek.
Waarom wil Peter van Kraaij dit stuk nu spelen? Wat kan de relevantie zijn voor een Nederlandstalig publiek, dat uiteraard niet zo vertrouwd is met het wel en wee in de voormalige DDR. In een kort gesprek geeft van Kraaij drie redenen. "Ten eerste gaat het over het 'universele' thema van trauma's en de manier waarop wij ze verdringen. In verschillende delen zie je hoe de figuren van Müller hun eigen vroegere misstappen proberen te rationaliseren, maar er toch niet mee in het reine komen. Ten tweede toont Müller op een zeer geraffineerde manier hoe de grote geschiedenis zich mengt met privé-geschiedenis. In het laatste deel zie je bijvoorbeeld hoe privé-vetes uitgevochten worden door er het grote gelijk van de wereldgeschiedenis bij te slepen. Dat vertroebelt de discussie. Ik ken weinig teksten die over geschiedenis gaan en de mens daarin een centrale plaats geven, zonder hem tot speelbal te reduceren. De figuren van Müller zijn nooit zwart-wit: op een minimum van tijd verwerven ze een grote complexiteit die heel sterk die wisselwerking aantoont."
"Ten derde denk ik niet dat de geschiedenis van de DDR zo ver van ons bed ligt. De oorlogsscènes in deel II roepen onmiddellijk reminiscenties op aan recente debacles zoals de oorlog in Joegoslavië of de para's in Afrika. Door de val van de Muur, die ook het ineenstorten van een bepaalde utopie betekende, is overigens een totaal ander perspectief op de tekst ontstaan. Müller schreef echter nooit een zesde deel over de periode na de val van de Muur, omdat die eigenlijk reeds aangekondigd wordt in het laatste deel. In alle geval is het niet de bedoeling van de tekst of mijn enscenering om een veroordeling uit te spreken over het oude communistische systeem. Het is belangrijk om te tonen hoe complex de zaken aan die kant van de Muur toen waren. De bedoeling is dat de kijker door deze tekst en de enscenering, ook zonder daarom alles te begrijpen over de precieze omstandigheden, door een ervaring gaat, iets gaat begrijpen van het drama en de tragiek van de mensen (in dat land). Dat was ook uitdrukkelijk Müllers bedoeling."
Brussel, Kaaitheaterstudio's, O.-L.-V. van Vaakstraat 81, van 4 tot en met 7, van 11 tot en met 14 en van 18 tot en met 21 februari om 20.30 uur, 02-201.59.59. Nadien op tournee.