Date 1998-03-17

Publication De Standaard

Performance(s) Cows in space

Artist(s) Hauert, Thomas

Company / Organization

Keywords bühneludiwissenkoeiencowshoeveelheidspacepositieszenachterrand

Thomas Hauert levert veel zuiver kijkplezier

Over het dansfestival De Beweeging viel afgelopen weekend het doek. Bij de laatste producties een interessant project van Thomas Hauert, gewe- zen danser bij Rosas. Cows in space is allerminst een Rosas-doorslagje, veeleer een abstracte compositieoefening zonder veel dubbele bodems. Thomas Hauert zette met Cows in space zijn eerste choreografie op het getouw. Hij deed een beroep op tal van andere (ex- )Rosas-dansers, zoals Samantha van Wissen, Sara Ludi, Mark Lorimer en Mat Voorter.

De titel is geïnspireerd op de optische illusie van de treinreiziger die koeien ziet "voorbijrazen" in het landschap. Vanuit het standpunt van de koeien is het natuurlijk net andersom. Om zo een "fascinerend spel van posities, tussenruimten en beweging" is het de choreograaf te doen. Dat idee blijkt op zeer uiteenlopende wijzen uitgewerkt te worden.

Het speelvlak is afgebakend door twee zijdelingse strepen die een soort speelveld bepalen, volgestrooid met een confetti van kleurstippen. Een bundel metaalkleurige draden vertrekt van boven het publiek en eindigt, als een brede waaier vluchtstrepen of perspectieflijnen, boven de achterrand van de bühne. Het is een lichtjes onbeholpen manier om beweging te suggereren, maar dat vergeet je zo gauw de vijf dansers vanaf de zijlijnen van het speelvlak, vanuit stilstand beginnen te dansen.

Vooral Van Wissen en Ludi bewegen verrassend: de snel wisselende posities, het precaire evenwicht van lichaamsdelen die uit elkaar lijken te schuiven, hebben iets weg van een gestileerde, uitgepuurde breakdance. Ogenblikkelijk lijkt de bühne bijna te klein om een chaotische hoeveelheid beweging te kunnen bevatten.

Precair evenwicht komt ook op een andere manier herhaaldelijk terug in de voorstelling. Op geregelde tijdstippen ondersteunen of begeleiden twee dansers een derde in zijn of haar bewegingen. Soms gebeurt dat erg zachtaardig, zoals wanneer Ludi tussen van Wissen en Hauert in staat, en uiteindelijk nog slechts op kleine tikjes en stootjes reageert om telkens iets nieuws te doen. Met anderen is het contact dan weer veel harder. In scènes als deze merk je dat er waarschijnlijk veel improvisatie te pas kwam aan de opbouw van deze voorstelling.

Het thema van de "relatieve beweging" komt het sterkst tot uiting in de scènes waarin de dansers allen tegelijk aanwezig zijn op de bühne, en als planeten rond elkaar cirkelen. Plotse bewegingsveranderingen van een danser leiden dan tot onverwachte wendingen in het groepspatroon, met soms vernuftige illusies, alsof er achteruit gelopen wordt. Je lijkt dan wel naar een zeer ingewikkeld raderwerk te kijken, waarvan de precieze werking maar niet duidelijk wordt.

Het prettige aan deze voorstelling is dat hier op een zeer ontspannen en zelfs bijna achteloze manier een onwaarschijnlijke hoeveelheid bewegingsmateriaal en -patronen bij elkaar gebracht wordt. Dat levert heel veel zuiver kijkplezier op, niet bezwaard door een verhaal of een inhoud, vooral omdat hier sterke dansers aan het werk zijn. En om dat soort kijken naar lichamen is het in een dansvoorstelling uiteindelijk voor een belangrijk deel te doen.