Date 1998-03-25

Publication De Standaard

Performance(s)

Artist(s) Forsythe, William

Company / Organization Ballett Frankfurt

Keywords balletteidostelosfrankfurtbeschikkengezegendeafstandbyeegogrenzeloze

Van de vloer af omhoog: Choreograaf William Forsythe

Verlies van zichzelf, volledig opgezogen worden in de act van het dansen: het is de gezegende toestand waar William Forsythe de dansers van zijn Ballett Frankfurt het liefst in ziet vertoeven. Een grenzeloze experimenteerzucht drijft de choreograaf al meer dan twintig jaar voort. Meer en meer is hij eropuit de scheiding tussen publiek en performer teniet te doen. "Wij denken dat je op afstand de betekenis van hedendaags werk niet kunt ontcijferen", zegt Forsythe, deze week met een programma van duetten te gast in Antwerpen.

[...] Frankfurt voor het eerst te zien in België. De drijvende kracht achter dit ensemble, William Forsythe, geboren en getogen in New York, maar in 1973 uitgeweken naar Duitsland om te dansen bij het Stuttgarter Ballett, is nochtans al sinds 1976 actief als choreograaf.

Forsythe heeft een strikt klassieke opleiding genoten. In zijn jonge jaren was bezoek aan Balanchines New York City Ballet een vast ritueel, en hij begon zijn loopbaan bij het Joffrey Ballet. Hij heeft die achtergrond nooit verlaten. De basis van zijn werk is en blijft in belangrijke mate de klassieke danstaal. Maar vooral is hij erin geslaagd de barrières te slechten van esthetische conventies en bewegingsmiddelen die klassiek scheiden van modern- al zijn dat niet meer de monolithische stijlen waarvoor men ze houdt.

Meer dan welke andere choreograaf ook verleende Forsythe het ballet en de moderne dans een aura van intellectuele achtenswaardigheid. Dat heeft alles te maken met 's mans grenzeloze experimenteerdrift. Die bracht hem ertoe de klassieke bewegingstaal te deconstrueren en reconstrueren (en dit is in eerste instantie letterlijk, en niet filosofisch te begrijpen). Ook andere scèneconventies over belichting, gebruik van het voordoek en opbouw moesten eraan geloven. Met woordspelletjes en soms werkelijk absurde beeldcollages ondergroef of deconstrueerde hij (en [...] lijnde betekenissen die met een theatrale voorstelling verbonden zijn.

Forsythe is er niet de man naar om zijn dansers te gebruiken als ledenpoppen, die uitvoeren wat hij bedacht heeft. Hij plaatst ze voor opgaven waar ze zelf, ook tijdens uitvoeringen, oplossingen voor moeten bedenken. Een werkwijze die tot een vaak verbluffende alertheid bij de uitvoerders leidt en scènebeelden creëert van een betoverende visuele complexiteit.

Een en ander werd Forsythe in het begin van zijn carrière niet bepaald in dank afgenomen door het balletpubliek. Critica Eva van Schaik adviseerde het Nederlands Dans Theater in 1980, naar aanleiding van zijn gastchoreografie Say bye bye, meer inlandse jonge choreografen in te huren in plaats van "die buitenlandse nieuwlichters". Maar bij een magistraal werk als Eidos:Telos, einde 1996 in Antwerpen te zien, hoor je onderhand niemand meer klagen. Tenzij Forsythe zelf misschien, die alweer andere wegen opzoekt.

Alle internationale aandacht ten spijt, blijkt William Forsythe een uiterst innemend, bijna jongensachtig ernstig-enthousiaste man, met een erg Amerikaans aandoende onverschilligheid voor protocol.

Een erg druk baasje ook. In zijn werkkamer in Frankfort bevinden zich fitnesstoestellen naast pc’s, stapels boeken en brochures en een salontafeltje dat al meer koffie over zich heen kreeg dan er goed voor was.

-De stad Frankfort kampt met financiële problemen die tot drastische besparingen in de cultuursector dwingen. Had het Ballett Frankfurt daar ook onder te lijden?

Neen, ons probleem is vooral dat het Ballett zoveel geld opbracht dat het hele theatercomplex erop teerde. We konden zelf niet beschikken over het geld dat we verdienden. Het bestuur beschouwde ons vooral als de kip met de gouden eieren. Het beknibbelde zoveel mogelijk op onze werk- en repetitietijd, om ons op tournee te sturen om het weinige dat we hadden te verkopen. Een avondvullend ballet moesten we zien te ontwikkelen op twintig dagen en dat is absoluut onvoldoende. Daarom scheiden we ons nu af, zodat we zelf kunnen beschikken over het vele geld dat we elk jaar verdienen.

-Hoe is het nieuwe programma in Antwerpen opgebouwd?

DeSingel vroeg of ik duetten wou tonen, en dat leek mij een goed idee. De avond heeft als geheel een mooie spanwijdte, met grote verschillen in techniek. Sommige stukken zijn duo’s, andere duetten en nog andere echte pas de deux. Het begint op de vloer en gaat vandaar af helemaal omhoog.

- Mens en machine gaan steeds nauwere verbindingen aan. Film en virtuele realiteit kun- [...] menselijk lichaam verlenen. Die evolutie gaat zo snel dat ons vermogen om ons te verwonderen over wat zich op een scène afspeelt, erg verkleind is. Hoe kunnen theater en dans overleven of nog iets betekenen?

Ik denk dat het binnen die context niet zou moeten overleven. Ik ga zelf weg uit dit theater, omdat ik denk dat ik gedaan heb wat ik kon. Ons volgende project bestaat erin om het theater te verlaten, toch de architectuur in elk geval. We zoeken naar andere manieren om naar het lichaam te kijken, of het te laten zien. In een andere context dan in een gebouw dat een bepaalde economische status privilegieert. Ik vermoed namelijk dat de klassieke manier waarop vroeger een voorstelling geconstrueerd werd, over privileges ging. Langzaamaan proberen we te vatten wat we kunnen doen als we de scheiding met het publiek opheffen, die uitgesproken afstand tenietdoen. Misschien zullen we minder "aanwezig" zijn, maar op een of andere manier wel meer "beschikbaar".

- Schuift u op in de richting van videoclips?

Ja, dat is het. Ik weet niet of het al eerder vertoond is, maar we zouden een pioniersproject willen uittesten dat gebruik maakt van driedimensionale bestuurbare video. Dat wil zeggen dat je rond de dans kan lopen met een enkele monitor, om die dans vanuit elk standpunt te zien. In een ruimte zou een danser aan het werk kunnen zijn die je met het blote oog niet kan zien, enkel door de monitor. Je zou kunnen bereiken dat de plek waar de dans zich afspeelt onmogelijk te zien is, maar dat het publiek ronddoolt door een galerij om de dans te zien.

-Met een camera kun je een radicaal verschillende waarneming bereiken. Je kunt letterlijk en figuurlijk insnijden op details, je kunt monteren en zo betekenissen en sensaties opwekken die op de scène onmogelijk zijn.

(nadrukkelijk) Inderdaad, dat valt niet te bereiken op een scène.

- Klassiek ballet is ontstaan als een semafoor-taal, luidt een van uw uitspraken, als een reeks van tekens gericht op grote afstand.

Die afstand was er opzettelijk. Het was een manier om te communiceren, die op het ogenblik van haar ontstaan zeer inventief was. Want de choreograaf kon de structuur van politieke macht overbrengen. Macht kan op afstand verduidelijkt worden, dat is de essentie van de boodschap.

Wij denken dat je op afstand niet noodzakelijkerwijze de betekenis van hedendaags werk kunt ontcijferen. Dana Caspersen en ik maakten onlangs een film. Er zijn een massa close-ups bij en die komen zo dicht, (toont twee vin- [...] en sluiten van het oogdiafragma, dat sneue wisselingen van perspectief mogelijk maakt.

Op eenzelfde manier proberen we het onderscheid tussen ernstige muziek en ontspanningsmuziek te ontmantelen. Ik denk dat er een massa "ernstige" muzikanten zijn die geen klassieke muziek spelen bijvoorbeeld. Ons werkveld wordt dan de vraag naar wat ernstig is en toch niet klassiek, en wat entertainment is.

- U vergelijkt uw gezelschap wel eens met een stam met zijn rituelen.

Ballett Frankfurt is in zekere zin een kleine stam. We hebben een eigen taal, die niet met de buitenwereld gedeeld wordt. Dat is letterlijk zo. We gebruiken uitdrukkingen die alleen binnen ons werkproces zin hebben. We zijn hier dus relatief geïsoleerd, maar dat geldt voor alle balletgezelschappen. Die zijn niet als een stad, maar als een dorp: er is geen constante in- en uitstroom. Mensen komen, blijven, integreren zich. Ze worden zich bewust van de rituelen van leren, creëren, optreden. En dat leidt ook tot een specifiek soort voorstellingen.

-Als het goed is, wordt de danser getransformeerd door de dans, beweert u. Het is alsof hij/zij verdwijnt. Wat betekent het precies?

Dat idee van "verdwijnen" moet zowat mijn vaakst geciteerde opmerking zijn. Het betekent dat je volledig opgezogen wordt in de act van het dansen, een verlies van ego dat de mensen verandert. Ik merkte het op bij de beste performers, zoals Renée Copraij, die bij Jan Fabre danst. Ze kunnen scherpstellen op een zeer precies gebeuren en beschikken over een sterk ontwikkelde zelfwaarneming. Dat leidt allemaal tot een verhoogde concentratie. Ze focussen op elke fractie van het moment, dat ze zo versplinteren in een oneindig aantal deeltjes. En dat is een gezegende toestand.

Waarom "doen" sommigen het, en anderen niet? Dat heeft te maken met dat vermogen om bij zichzelf aanwezig te zijn. Het ego van zulke dansers wordt verteerd, opgebrand door de daad van het dansen zelf, ze worden dans. En daar naar kijken is een buitengewone ervaring.

- Dat is het exacte tegendeel van wat vaak het narcisme van dansers genoemd wordt?

Inderdaad. Maar het is ook een groot project, nietwaar, om van dat narcisme af te raken. Niet alleen in dans, maar ook in het westers leven in het algemeen.

- Is dans iets voor de zintuigen, of ook iets wat het intellect kan aanspreken? Als men het over uw werk heeft, schijnt vooral dat laatste [...] overweldigende zintuiglijke, ervaringen gaat.

Mensen hebben vragen bij het proces dat tot het maken van een voorstelling leidt. Dat is zeer ingewikkeld, niet alleen bij mij. Maar klaarblijkelijk vergeten ze het aan andere choreografen steeds te vragen... (lacht)

Ik probeer steeds een groot aantal gedachten bij elkaar te brengen, omdat we over de voorstellingen heen een ontwikkeling proberen door te maken. We proberen onze methodes steeds weer bij te stellen en lenen bij zeer disparate bronnen. In een nieuw project werken we bijvoorbeeld met een traditioneel Balinees gamelan-verhaal, teksten over massamoordenaar Charles Manson en Wuthering Heights. "Geesten" vormen het koppelteken tussen al deze elementen.

Hoe kunnen we ertoe komen om zo weinig mogelijk onze eigen ideetjes te gebruiken, hoe kunnen we onszelf zoveel mogelijk ontlopen: dat is telkens de inzet. Wat je ziet op de scène mag dan wel ontstaan zijn op basis van een aantal procedures en methodes, toch is het resultaat onmogelijk uit mijn ego af te leiden. Geen enkel werk is exclusief van mij. Ik programmeer iets dat ingevuld wordt door de intuïtie van de dansers die deelnemen. (ter illustratie toont Forsythe het dikke "workbook" voor "Eidos:Telos", vol met teksten van zwaargewichten als Deleuze of Benjamin, maar ook met cryptische woordschema’s)

- Uw werk ziet er zeer "hedendaags" uit, niet het minst door de snelheid waarmee de dans voortdurend muteert, op een manier die elke schijnbare inhoud laat verdampen.

Dat is een van mijn fetisjen. Als ik dans zie, kan ik niet interpreteren. Ik versta wel wat ik zie, maar ik verzin er nooit een verhaal bij. Ik bekijk de dingen altijd als vorm. Net zoals muziek. Bij muziek denk ik ook niet aan inhoud, en ik haat programmatische muziek. Ik ben daarentegen wel verzot op dynamiek. Dynamiek is misschien een ander woord voor "schaal" - it must be big! - of densiteit.

Zelfs in de hysterische woordenkramerij van Dana Caspersen in Eidos:Telos zie ik geen duidelijke betekenis. Het is vooral een structurele noodzaak, zonder dewelke het stuk niet zou werken. Het bevat een heel sterke lijn die voert naar het derde deel, waarvoor er acht lijnen instructies en 137 basisbewegingen zijn, die ontwikkeld worden in zo’n vijfhonderd bewegingen. Dat zou ik alleen nooit kunnen maken. Dat moet wel het werk van 25 mensen zijn, die allemaal samen nadenken over de instructies en het materiaal dat ik ontwikkelde. Het is een grote woordenschat die we gestopt hebben in een voorstelling waarvan we hopen dat ze een soort algoritme kan zijn.

Het Ballett Frankfurt is met choreografieën van William Forsythe van 25 tot 28 maart te gast in deSingel in Antwerpen, 03- 248.28.28.