Date 1998-04-21
Publication De Standaard
Performance(s) Snakesong-trilogie
Artist(s) Lauwers, Jan
Company / Organization Needkompany
Keywords lauwers • seghers • professor • feiten • viviane • pouvoir • grondtoon • voyeurisme • mil • voyeur
Oratorium met tegendraadse stiltes: Needcompany bundelt drie delen van Snakesong-trilogie
Van 1994 tot 1996 werkte Jan Lauwers met de
Tijdens het ontstaan van de trilogie is er een vast ensemble gevormd dat het werk draagt: Viviane De Muynck, Ina Geerts,
Altviolist
Door deze opstelling oogt de gehele trilogie, meer dan vroeger, als een oratorium. De muziek vormt daarbij de ondefinieerbare, onzegbare emotionele onderstroom die de teksten amendeert en nuanceert.
De voor de hand liggende vraag is uiteraard of deze "omnibus"-versie nu ook iets meer te bieden heeft dan de afzonderlijke stukken. En dat is zo. Meer dan vroeger wordt een grondtoon duidelijk.
Zoals uit de titels van de drie delen blijkt, worden hier de zwaarwichtigste themas van ons denken en spreken onderzocht. De teksten van
Maar
Tegelijk, en logisch genoeg, blijkt hij steeds meer een gehandicapte, levenloze en lichameloze figuur te zijn. In het laatste deel vertoont hij nog enkel stuiptrekkingen. Anderen moeten hem (ten onrechte) verzekeren dat hij nog tot een erectie in staat: is. Zelfs zijn eigen lichaam is louter tokt een bron van data verworden. Deze emblematische figuur, die wellicht model kan staan voor de hedendaagse mens, toont hoe pover onze inzichten in macht en begeerte wel zijn. We staan erbij, kijken ernaar en leren niets, schijnt Lauwers te zeggen.
Het samenbrengen van de stukken toont hoe bepalend die grondtoon is voor het tweede en derde deel. De professor blijkt daarin een vaak meer dan perverse of perfide positie in te nemen. In Le pouvoir, waar Viviane De Muynck een pakkende rol neerzet, eerst als de koningin en daarna als een verloederde oude moeder in een zwaar symbolisch geladen tekst van Lauwers zelf, draait het thema van macht en erotiek uit op een triviaal verhaal over een ontspoord gezin. Grote woorden staan naast een navrante, moeilijk te duiden, wrede werkelijkheid. Alleen de professor heeft hier werkelijk macht. Zijn onbetrokken observaties degraderen de ervaring van de anderen tot een ontstellend banaal verhaaltje.
Het derde deel, ten slotte, maltraiteert negentiende-eeuwse teksten van decadente" auteurs als Wüde, Huysmans en Lautréamont. Hun exploraties van Het
Toch komt hier, in de laatste monoloog van
Alleen is dat niet te tonen of te verklaren. Vandaar de oorverdovende,
Nog te zien in het