In de Renaissance begon theater door een plein in de stad af te sluiten, om voor een select publiek een uitgezuiverde uitsnede van het bestaan weer te geven, althans de vorstelijke kijk erop. Met Iets op Bach wordt hoe langer hoe duidelijker dat de artistieke drijfveer van Alain Platel precies de andere kant opgaat. Hij wil het theater terug laten vollopen met de stedelijke werkelijkheid in al haar ongeëvenaarde en niet te imiteren complexiteit.
Zijn dansgezelschap, Les Ballets C de la B, toont het ragfijne netwerk van relaties, emoties en zaakjes, kortom de anarchie die de straten vult, zo direct mogelijk.
Platel richt zijn blik dan ook niet op de ansichtkaartenwerkelijkheid van onze steden met hun allengs meer bloedeloze en afgeschrobde inrichting. Wel op de onderlaag van de samenleving, waar overleven in de openbare ruimte nog werkelijkheid en noodzaak is, maar ook een middel om respect te verwerven. Waar dubbele levens en mooie facades niet op te houden zijn. Waar de werkelijkheid, met al zijn tegenstrijdige verlangens en strevingen, bloot aan de oppervlakte ligt.
Bij Iets op Bach laat Platel vooral vrouwen aan het woord. En natuurlijk ook kinderen. Bijvoorbeeld een peuter van twee jaar, die als een voortdurende stoorzender zijn eigen gangetje gaat, temidden van het podiumgeweld. Die ene peuter alleen injecteert een vorm van werkelijkheid in de voorstelling die de grillige handelwijzen van de andere acteurs een juist perspectief verleent. Hoe de volwassenen ook tempeesten, af en toe, en op onvoorspelbare momenten, moet voor het kind gezorgd worden, al was het maar om het voor ongevallen te behoeden. Ontroerend is ook een meisje van tien, twaalf jaar dat verweesd tussen de volwassenen rondloopt en ze zelfs af en toe tot de orde roept. Met haar klapstoeltje en haar plastic zakje van een speelgoedwinkel zoekt ze zich goedschiks kwaadschiks een plaatsje.
Dit soort chaotische, onvoorspelbare momenten wordt door Platel ook op een zeer directe manier in de hand gewerkt. Iets op Bach is zo opgebouwd dat het meestal onmogelijk is om alle gebeurtenissen gelijktijdig te bekijken. Je bent verplicht om hier en daar een acteur te volgen, wel wetend dat daardoor een heleboel andere zaken je zullen ontgaan. Die constructie, die iets van de chaos van de straat op een directe manier op het podium zet, maakt een klassieke psychologische lezing onmogelijk. De personages zijn wat ze doen, op een redeloze manier, in een werkelijkheid die zich als een oneindig nu-moment voordoet.
Het is overigens enkel hierdoor dat de voorstelling, ondanks een ernstige verwonding van een centrale figuur, de Argentijnse Gabriëla Carrizo, is kunnen doorgaan. Ook de Israëlische Einat Tuchman, die sinds maanden worstelt met gescheurde ligamenten, bleef doorrepeteren.
En hoe de barok en de plechtstatigheid van Bach daarmee verbonden worden, waagt u zich onderhand wellicht af. Wel, hier vinden we een essentiële paradox van de voorstelling. De muziek wordt live gebracht, door het Ensemble Explorations met onder anderen Roei Dieltiens en drie zangers. Maar in tegenstelling tot wat men zou verwachten bij zon belangrijke inspanning, is de muziek opvallend onnadrukkelijk aanwezig. Ze stuurt niet, plaatst geen accenten, staat soms zelfs haaks op de gebeurtenissen, behalve bij het ontroerende laatste Erbarmt dich uit de Mattheuspassie.
Slechts één keer is er een werkelijk opvallende dialoog tussen muziek en dans op het podium, en dan nog met de versterkte dansmuziek van Prince! En toch klopt het. Omdat de muziek, bijna als een achtergrondgezoem, een fundamentele stemming of overtuiging van de acteurs toont. Een hoop of geloof in een uiteindelijke waardigheid, ondanks de ellendige en belachelijke levens die ze misschien leiden.
In een klein boekje bij de voorstelling kun je lezen in welke mate de vertwijfelde, maar ook anarchistisch-levenslustige vrijpostigheid van de vrouwen verweven is met een persoonlijk levensverhaal.
Maar, hoe kan het ook anders, alle acteurs blinken hier uit in merkwaardig authentieke vertolkingen. De Fransman Franck Chartier met pyromane obsessies, de uiterst begaafde Belgisch-Marokkaanse danser Larbi Cherkaoui, de stuurse Belg Samuel Louwyck, de circuskunstenaar Minne Ghani, Necati Koylu en de wat afzijdige Amerikaanse "drag queen" Darryl E. Woods.
Hoe dat allemaal precies in elkaar past, moet u zelf maar gaan bekijken.
Vanavond nog op het KunstenFESTIVALdesArts, Hallen van Schaarbeek, 20.30 uur. Daarna tournee in het buitenland, in het najaar weer in Vlaanderen.