Voorspelbaar realisme bij jongste RITS-lichting
Van onze medewerker LEUVEN -- Bronstig veulen is een collectief van pas aan het RITS afgestudeerde theatermakers. Van 't Stuc in Leuven kregen zij technische ondersteuning om hun afstudeerprojecten, maar liefst twee per avond, aan het publiek te tonen. Het staal stemt niet echt hoopvol over de kwaliteit van de aanstormende generatie.
Als er iets de regie van Love me tender (of de dingen des levens) van Annelies Seeuws en Bagnacavallo van Dominique Van Malder verbindt, dan is het wel dat televisie-drama een dominante invloed heeft op wat ze maken.
Beide regisseurs lijken, met hun stuk als vehikel, vooral te hengelen naar een baantje bij een tv-studio. Gevolg is dat subtiliteit, tekstanalyse en zeker de zin voor experiment met theatrale middelen als zegging en enscenering, met een vergrootglas te zoeken zijn. Hun regies zijn braver, realistisch en voorspelbaarder dan de meest vastgeroeste opvoeringen van wijlen de KNS.
Love me tender voert een oudere dame, Irene Vervliet, op, die in onversneden Antwerps het verhaal vertelt van haar leven met de overleden Arthur. Beiden hebben een grote liefde voor Elvis Presley. Gelukkig is die rode draad er: anders zou je werkelijk niet weten wat de inzet van de tekst, een collage van fragmenten van zo uiteenlopende auteurs als Connie Palmen, Guus Vleugel, Eriek Verpale en anderen, mag wezen. Behalve dan dat elk denkbaar cliché over oudere mensen en over het recente verleden, in ijltempo de revue passeert.
Om de verhalen van de vrouw kracht bij te zetten wordt het verhaal regelmatig onderbroken door droom- en fantasiebeelden van de vrouw. Ze worden gespeeld door Annelies Seeuws zelf, in een jurkje dat voor glitterpakje moet doorgaan.
De montage van deze fragmenten is rechtstreeks ontleend aan de snijtechniek van film en televisie. Hier werkt dat echter nauwelijks. Want terwijl je op het scherm uiteraard de mogelijkheid hebt om wensfantasieën zeer levendig te tonen, krijg je hier povere imitaties, die een nog droeviger figuur slaan dan het beeld van de oude vrouw zelf. Een inschattingsfout die exemplarisch is voor het niveau van de voorstelling.
Bagnacavallo is een tekst van de Oostenrijkse Marlene Streeruwitz. De eerste opvoering van haar werk in het Nederlands, zoals de programmabrochure trots meldt. Ik wens Streeruwitz van harte een beter lot toe in de Lage Landen, want voor zover ik iets kon begrijpen van het stuk, is het wel de moeite waard.
Bagnacavallo speelt met verschillende romantische voorstellingen van liefde, wat bijvoorbeeld blijkt uit de namen van de protagonisten Romeo, lid van de Delnords, en Melisande, lid van de Delsuds. Deze beide clans leven op voet van oorlog. Romeo wil Melisande huwen, niet uit liefde, maar als tactische zet in een machtsstrijd.
Het cliché van de Italiaanse tegenstellingen tussen noord en zuid, de exploitatie van de vrouw en ten slotte de plaag van de toenemende mediatisering van geweld en oorlog, zijn belangrijke componenten van het verhaal.
Figuurtjes met de Beckettiaanse naam Tick en Trick en een decor van vuilnisemmers, introduceren een absurde toon in het geheel. Al deze literaire voorzetten ten spijt ensceneert regisseur Dominique Van Malder het verhaal alsof het hier een aflevering van Windkracht 10 betrof. Op het ogenblik dat dialogen actie vervangen als motor van de dramatische ontwikkeling zakt het hele stuk als een soufflé in elkaar. Het kwam nooit veel verder dan een reeks showcases van ambitieuze acteurs.
Wat leert men eigenlijk op theaterscholen? Pieter T'JONCK
Tot zondagavond in de Stapelhuisstraat 13-15. Reserveren 016-22.95.50.