Date 1999-04-03

Publication De Standaard

Performance(s) Extra Dry

Artist(s) Greco, EmioScholten, Pieter

Company / Organization

Keywords rossobiancodeneysveelarmigecyclusdryindischedynamiekgrand-écartwoordgrapje

Emio Greco tussen ernstig en absurd

Emio Greco tussen ernstig en absurd

Van onze medewerker BRUSSEL -- Extra Dry sluit een cyclus van choreograaf en danser Emio Greco af. Spiegelbeelden, twee figuren die versmelten als een veelarmige Indische god: de voorstelling toont de kracht van het duo.

Met Bianco en Rosso als titel voor de eerste twee delen, kan niemand naast het flauwe woordgrapje op benamingen van vermout-soorten kijken. Nochtans, als geheel draagt de cyclus de hoogst ernstige naam Fra Cervello e Movimento (tussen hersenen en beweging).

De cyclus doet ook werkelijk wat de titel belooft: peilen naar de spanning tussen de helderheid van de ratio en het diffuse, niet scherp afgebakende van het lichaam. Dat het Greco en Scholten ernst is met dit onderzoek, mag blijken uit de buitengewone kwaliteit van de dans.

In de twee voorgaande delen sloop vaak een absurd trekje binnen. Steeds weer verloor Greco als het ware de bewuste controle over zijn lichaam, zodat de meer animale, instinctieve en reflexmatige kanten ervan kwamen bovendrijven. Hij waggelde als een duif of trilde als een nerveus wrak of een hulpeloze foetus.

Het waren voorstellingen waar ernst en absurditeit, zin en onzin niet meer te onderscheiden vallen. In Extra Dry blijkt dat opnieuw, maar nu op een heel andere manier. Voor de eerste keer danst Greco niet alleen, maar samen met Andy Deneys.

Net zoals in Bianco en Rosso bestaat het scènebeeld uit een afgesloten doos, deze keer met wanden van goudgaas en een gouden vloer. Twee, identiek uitgedoste mannen staan pal tegenover elkaar, als keken ze naar hun spiegelbeeld.

Het is Deneys die eerst begint te bewegen. Zijn nauwelijks merkbare zenuwtrekken in de benen groeien uit tot stuiptrekkingen, die uiteindelijk eindigen in een grand-écart, als was zijn lichaam een ledenpop die pardoes op de grond zakte.

Als hij weer rechtkomt, ontstaat een tweede spel. Deneys gaat voor Greco staan en beider ledematen vormen samen een vreemd beeld, iets als een veelarmige Indische God. Vanaf dat moment zijn de twee figuren als het ware versmolten. Ze monsteren elkaar niet meer, maar bewegen vanaf nu samen, alsof ze bewogen werden door een en dezelfde impuls. Slechts enkele malen zal deze twee-eenheid nog worden doorbroken.

Schortte Greco in Bianco en Rosso zijn bewustzijn als het ware op om alleen zijn lichaam te laten spreken, nu is het alsof elke danser zijn individualiteit opschort ten voordele van de dynamiek van het duo. En die dynamiek is bijzonder krachtig en niet zomaar de optelsom van de vermogens van elke danser apart.

Meer dan in de andere delen is wat je te zien krijgt te herkennen als "dans", af en toe zelfs met een figuur die zo uit het ballet komt. Maar de kracht, de heftigheid en de grilligheid ervan zijn uitzonderlijk, en volkomen tegengesteld aan de beheerstheid van ballet bijvoorbeeld. Hier zie je een gekte die haast trance is. Dat merk je soms ook, als de dansers plots even wakker schijnen te worden: de vreemde, bijna onmenselijke of dierlijke blik.

Hun gezamenlijke prestatie is een lust voor het oog. Pieter T'JONCK