Date 2000-03-17
Publication De Standaard
Performance(s) Highway 101
Artist(s) Stuart, Meg
Company / Organization Damaged Goods
Keywords binnenplaatsje • highway • etages • gebouw • stuart • waarneming • projectie • foyer • glas • bed
"Highway 101" maakt vernuftig gebruik van Kaaitheaterstudio's : Wie bekijkt wie bij Meg Stuart?
Kom je binnen in de drie etages hoge foyer, wordt je via een intercom, als op een luchthaven, verzocht dat je op je rug zou gaan liggen. Op dat ogenblik schuiven de verduisteringsgordijnen in het plafond open en zie je, tussen het veiligheidsglas en de koepel, drie figuren. Gevangen tussen twee glasvlakken bewegen ze schijnbaar gewichtloos, als vreemde vissen in een aquarium. Het geluid dat ze bij hun aanraking met het glas maken, wordt versterkt naar beneden gestuurd.
Later zie je in de theaterzaal Stuart in een zetel instructies geven aan een man elders in het gebouw. Zijn beeltenis bereikt je door een wandgrote projectie. Terug in het binnenplaatsje aan de foyer zie je achter helverlichte ramen flitsen van mensen die heen en weer gaan; alleen of als een vreemd duo dat elkaar voortdurend ontloopt. Plots hoor je stemmen die hardop commentaar geven op de kijkers die op dat binnenplaatsje verzameld zijn. Het duurt even voor je merkt dat de stemmen van
De complexe inzet van de voorstelling begint zich op dat ogenblik al af te tekenen, en wordt in het vervolg steeds explicieter gearticuleerd.
Centraal in het stuk staat de moeilijke verhouding tussen lichaamsbeelden van jezelf of anderen, en de herinnering, die als een stoorzender optreedt. De herinnering wordt door een geprojecteerde tekst nadrukkelijk gethematiseerd als iets wat je onwillekeurig overvalt. Niet als een zuivere, doorzichtige registratie, maar eerder als een vervormde spiegel: een schaamtevol, gefragmenteerd zelfbeeld dat zich opdringt in de beleving van een gebeuren.
Het belang van de uitgestelde, verplaatste waarneming van de actie door video, glaswanden en hoogteverschillen begint hier volop te spelen als een fysiek beeld voor dit fenomeen. Het wordt expliciet, als je de dansers in levende lijve op een overloop heen en weer ziet lopen tussen twee kamertjes die aan het gezicht onttrokken zijn. Videobeelden geven dan toch een zicht op wat zich daar afspeelt. Zo lijkt het eerst. Maar dan begint het ene beeld een ander te verdringen op het scherm.
Zo is er eerst een stel dat in bed de liefde bedrijft. Tot het beeld van de vrouw en het bed wegvloeien, en de man in zijn eentje een vrijpartij mimeert. Wat komt het eerst? Hoe verhouden deze twee acties zich tot elkaar? Is dit beeld van liefde niet meer dan een denkbeeldig theater dat we voor anderen, of misschien nog veeleer voor onszelf, opvoeren?
Als publiek zit je mee in dit proces van vervloeiing en fragmentering van beelden. Het is immers hoe langer hoe minder duidelijk wie in deze voorstelling wie aan het bekijken is. Als kijker ben je mee opgenomen in de gesloten videocircuits die het hele gebouw omvatten: je komt zelf in het vizier van een niet nader te lokaliseren organisatie. Omdat je ook vrij heen en weer kunt wandelen tussen verschillende gebeurtenissen in het gebouw, word je door de contacten met andere toeschouwers geconfronteerd met je eigen
De vragen die door deze voorstellingen opgeworpen worden, blijken zo op de meest indringende wijze betrekking te hebben op de kijker zelf.
Damaged Goods met "