Date 2000-04-28

Publication De Standaard

Performance(s) Inasmuch as life is borrowed

Artist(s) Vandekeybus, Wim

Company / Organization Ultima Vez

Keywords borrowedinasmuchbootjunifilmkamercult-gitariststoombootoverledenegecondenseerd

Vandekeybus blijft hangen bij anekdote : "Inasmuch as life is borrowed"

Antwerpen -- Een wijs gezegde luidt : "Wie te veel tegelijk wil zeggen, eindigt met in het geheel niets te zeggen". Dat is, in een notendop, het probleem van Inasmuch as life is borrowed van Wim Vandekeybus, een voorstelling die door dans, spel en film een inzicht wil geven in zijn gedachten over leven, geboorte en dood.

Niet dat de voorstelling geen mooie momenten kent. Neem de openingsscène. De dansers drentelen een na een de scène op terwijl het licht in de zaal weg deemstert. Bij de eerste klanken van de -- uitstekende -- muzikale score van de New Yorkse cult-gitarist Marc Ribot hijsen ze zich plots in reusachtige dubbele vleeshaken die aan weerszijden van de scène opgehangen zijn. Later glijden ze er weer uit en ploffen neer. Ze kronkelen dan over de grond tot paren elkaar treffen.

Minutenlang ontvouwt zich dan een merkwaardige improvisatie, waarbij dansers elkaar als tegengewicht gebruiken in vervaarlijke capriolen die iets weg hebben van een worstelpartij.

Achteraf nemen alle dansers plaats op stoeltjes tegen de achterwand van de scène. Er volgt een filmprojectie. We zien een drie-generatie-gezin verzameld in een ronde kamer. Dit blijkt de ruimte op de voorplecht van "bootrestaurant" Normandië te zijn, een fantastisch bouwsel in de vorm van een stoomboot langs de Belgische westkust.

In een hoek van de kamer is een vrouw, gespeeld door Ina Geerts, aan het bevallen. Als het kind geboren is, neemt de vader, vertolkt door Damiaan De Schrijver, het liefdevol in zijn armen. In een snelle opeenvolging van cuts zie je hem daarna met jonge kinderen, een man van zowat 45 jaar en een oude man, in zijn armen. Bij dat laatste beeld kijkt hij plots ontzet.

Dit verhaal is doorsneden met beelden van groepen mensen, jong en oud, die uitbundig over het strand hollen. Als de nacht valt, zien we alle personages op het "dek" van de boot, benauwd spiedend naar naakte mannen, een soort weerwolven, die heen en weer springen tussen het struikgewas om de boot. Op het einde van de voorstelling volgt een tweede film, waarin de oude man, gespeeld door Mil Seghers, sterft. Zo is de cirkel rond.

De filmfragmenten bevatten heel wat elementen waarop de voorstelling naarstig verder borduurt en improviseert. Zo wordt er nogal wat met vuur en rookbussen gespeeld. Het motief wordt in de film aangekondigd door mannen die met de rook van sigaretten figuren in de lucht maken. In de voorstelling wordt het echter op soms spectaculaire wijze uitgewerkt, bijvoorbeeld met vlammetjes die van mond tot mond gaan.

Een lugubere variant hierop is de scène waarin dansers al kuchend enorme wolken as uitstoten. Het beeld uit de film van de as van de overledene die uitgestrooid wordt, keert hier terug.

Een ander thema dat nogal nadrukkelijk bespeeld wordt, is het beschilderen van lichamen met rode verf, zodat als het ware hun bloedbanen zichtbaar worden. En zo is er nog veel meer, heel wat kleine tafereeltjes bijvoorbeeld waarin Liv Hanne Haugen de show steelt. De voorstelling gaat echter al snel behoorlijk vervelen (ze duurt ook eindeloos lang). Vandekeybus structureert zijn werk nauwelijks. Elk idee wordt eindeloos uitgesponnen en gerecycleerd, maar bijna nooit gecondenseerd tot een scherp beeld, met een choreografische of theatrale inzet die het anekdotische of pseudo-diepzinnige overstijgt.

Een kritiek van de voorstelling is dan ook onmogelijk: er is geen materie die reflectie over vorm of inhoud toelaat. Een deel van het publiek vindt dat soort "flou" blijkbaar leuk genoeg om warm te applaudisseren, aan mij was het absoluut niet besteed.

Ultima Vez speelt "Inasmuch as Life is Borrowed", nog tot 3 mei in deSingel (Antwerpen). Daarna op 12 mei in CC Hasselt, 7 en 8 juni in de Vlaamse Opera (Gent), 13 tot 17 juni in het Kaaitheater (Brussel), 28 en 29 juni in de Schouwburg van Brugge, 27 tot 30 september in de Hallen van Schaarbeek (Brussel). In januari en februari 2001 is er een nieuwe reeks voorstellingen.

Interview Wim Vandekeybus