Date 2000-10-05
Publication De Standaard
Performance(s)
Artist(s) Cunningham, Merce
Company / Organization Merce Cunningham Dance Company
Keywords event • walk • objecten • doorschijnende • events • blauw • verre • grand • merce • lacy
Cunningham briljant en onderkoeld
Het collage-idee van Events ligt helemaal in de lijn van Cunninghams esthetiek. Die beschouwt de componenten van een voorstelling -- zoals decor, dans, muziek -- als autonome entiteiten. De toevallige correspondenties of tegenstellingen die daaruit ontstaan, zijn een middel om nieuwe ervaringen op te wekken bij kunstenaar en toeschouwer.
Het Event in
In het eerste deel van het stuk staan en hangen ze kriskras over het speelvlak. De dans beweegt zich ertussen, zodat vaak een dubbel beeld ontstaat: een fragment van Grand verre en een bewegende figuur erachter.
In het tweede staan deze objecten naast elkaar, achter op het podium. Ze spelen dan nog eenmaal een belangrijke rol: tot besluit van het stuk verschansen de dansers zich achter de doorschijnende objecten. Dat is meteen ook het oorspronkelijke slotbeeld van
Een bijzonder en uniek onderdeel van dit Event is zonder twijfel de live-bijdrage van jazz-saxofonist
Het is niet zo eenvoudig te analyseren hoe dat komt. Cunningham lanceert gedurende anderhalf uur een stroom choreografische ideeën en vondsten, de meeste klaarblijkelijk vrij recent. Mannen en vrouwen zijn gekleed in een eenvormige, glanzende en strak aansluitende maillot. In het begin zijn die blauw, maar een na een wisselen de dansers het blauw voor oranje. Zo maken ze de voortgang van de voorstelling zichtbaar. Dit sexe-neutrale kostuum onderstreept dat het hier gaat om de uitvinding van nieuwe, hoogst complexe bewegingen.
Het inventieve van de voorstelling ligt dus veel minder in de exploratie van de ruimte. In oude werken van Cunningham verdwenen en verschenen de dansers schichtig in alle richtingen, maar hier merk je een uitgesproken frontale, klassieke presentatie van de dans. Vooral in het eerste deel komen de bewegingen ook druppelsgewijs, met soms maar een of twee van de vijftien dansers op het podium.
Die klassieke indruk wordt nog versterkt door het -- voor Cunningham toch ongebruikelijke -- aanwenden van unisono in de dans. En dat niet alleen in paren, maar ook in grote groepen.
Je kunt je afvragen of deze opmerkelijke compositorische verschuivingen ontstaan zijn door de techniek waarmee Cunningham nu werkt: door ernstige gewrichtsaandoeningen geplaagd, ontwerpt hij zijn voorstellingen nu eerst op computer en gaat hij dan pas aan de slag met de dansers. Hoewel in veel details het uitzonderlijke vernuft en vakmanschap van de oude meester merkbaar is, mist het geheel toch de levendigheid van het oude werk. Voeg je daarbij nog een eerder afstandelijke benadering door de uitvoerders, dan krijg je een weliswaar briljante, maar iets te onderkoelde voorstelling.
De