Antwerpen -- Le Sacre du Printemps veroorzaakte in 1913 een beeldenstorm binnen het ballet. Het Ballet van Vlaanderen stelt nu onder dezelfde naam drie nieuwe stukken voor. Wie verwacht dat dit programma een reflectie biedt op de bronnen van de hedendaagse choreografie, komt van een kale reis terug.
Oorspronkelijk ging Le Sacre du Printemps over het rituele offer van een jonge vrouw, die bij het aanbreken van de lente danst tot de dood. Het merkwaardige was dat de choreografie de fundamentele regels van het ballet, zoals gewichtloosheid en gratie, binnenstebuiten keerde. Sprongen waren zwaar en naar de aarde gericht, de voeten van de dansers introduceerden een eigen cadans naast de muziek.
De versie die Mauricio Wainrot maakt bij het Ballet van Vlaanderen behoudt deze idee, maar in een pijnlijk verwaterde vorm. In het eerste deel is er slechts een kunstige organisatie van de groepsbewegingen op het podium te zien, met veel pathetiek in de tegenstelling tussen mannen en vrouwen.
Ninon Neyt, in de rol van de oude vrouw, kan zich dramatisch nauwelijks onderscheiden van het ensemblewerk. Bart De Block overtuigt vooral door zijn indrukwekkende spierbundels.
In het tweede deel, als het slachtoffer (Agalie Vandamme) aangewezen is, ontspoort de voorstelling pas echt. Dat ligt allerminst aan Vandamme, die veel overtuiging in haar rol legt. Helaas krijgt ze van Wainrot veel te weinig ruimte en tijd om haar einddans te ontplooien, zodat die bijna een detail wordt in het geheel. En dat ondanks haar opzichtige, bijna naakte kostumering, waarop de handen van wie haar aanraakte sporen nalaten.
Daarna komt Wainrots choreografie op Lieder eines fahrenden Gesellen, van Gustav Mahler. Die is niet veel opwekkender. Aysem Sunal wordt hier als enige vrouw omringd door Priit Kripson, Guiseppe Nocera, Artur Lill en Sanny Kleef. Op de vier liederen krijg je van hen een evocatie van hartstochtelijke verhoudingen tussen de vrouw en de vier mannen.
De sentimentele verhaaltjes die gesuggereerd worden, hebben dezelfde teneur als tekst en muziek. Die spanningsloze verhouding levert een weinig boeiend spektakel op, al zijn de prestaties van de dansers van een behoorlijk niveau.
De enige choreografie van de avond die eruit springt is Variations on a Theme van Christopher d'Amboise, ook op muziek van Stravinsky. D'Amboise heeft zich, zowel in de kostumering als in de techniek van de voorstelling, geïnspireerd op de abstracte werken van Balanchine.
Hij doet dit erg tongue in cheek. Op het einde van de voorstelling laat hij bijvoorbeeld het vrouwelijk balletkorps even op twee parallelle lijnen opduiken, waarna elke danseres een reeks oefeningen doorloopt.
In deze voorstelling zit ook een mooie, zij het romantische en bijna verhalende ,,pas de deux", van Aysem Sunal met Guiseppe Nocera. De show wordt echter verschillende malen gestolen door de acrobatische trio's van Agalie Vandamme met Priit Kripson en Alain Honorez.
Worden hier geen grenzen verlegd, dan wordt wel pretentieloos, leuk vakmanschap gedemonstreerd.
Tot 15 oktober (20 uur) in de zaal op 't Eilandje, Kattendijkdok, Westkaai 16. Daarna op tournee. Tel.: 03-234.34.38.