Date 2001-04-25

Publication De Standaard

Performance(s) Access Code 121

Artist(s)

Company / Organization

Keywords accesscodeliggingverlaatleidsterprivé-fantasieënschommelt-producentenintiemegedeconstrueerd

Kijkerscontract opgeschort

Brussel -- Een van de charmes van theater is dat je kan gluren naar een gebeuren dat je intiemste gedachten blootlegt, zelfs speciaal voor jou gemaakt lijkt, terwijl je je verschuilt in het duister van het publiek en de zaal. Dat verandert bij een voorstelling voor slechts één persoon, zeker als die je dan nog enkel met zijn eigen beeld confronteert. Dat is wat Access Code 121 doet.

Agna Smisdom verlaat op het einde van dit seizoen het Kaaitheater als artistiek leidster. Access Code 121 (lees "One to One, één op één) is haar afscheidsgeschenk. Samen met Herman Asselberghs en Pieter Van Bogaert nodigde zij kunstenaars uit die haar na aan het hart liggen, voor een bijdrage aan dit experiment.

Architect Lieven De Boeck tekende een scenografie uit die van een perfecte, maar wat verraderlijke logica is. Hij keerde het parcours dat je als theaterbezoeker aflegt gewoon om: je komt binnen via de artiestenuitgang en verlaat het gebouw achteraf via de ingang. En pas dan betaal je voor wat je gezien, gedaan en gedronken hebt. De logica kortom van een bezoek aan de dokter, een sauna of massage-instituut, of andere clandestiene persoonlijke diensten.

Met dit verschil dat de argeloze bezoeker natuurlijk niet weet wat hem te wachten staat. Ook niet dat het handzame plannetje in werkelijkheid verwijst naar een labyrintisch web van gekleurde draden waar zelfs een kat haar jongen niet in terugvindt.

Levert dat ook iets op? Dat geldt zeker voor sommige werken. De twee installaties van Claude Wampler bijvoorbeeld keren op brutale wijze de machtsverhoudingen tussen kijker en bekekene om. In Knitease staat Riina Saastamoinen zo bovenop een tafel met stoelen eromheen te breien. Dat doet ze met een draad van haar wollen kleedje dat ze steeds verder ontrafelt. Een kleine pick-up speelt continu een deuntje dat voor Amerikanen onlosmakelijk met striptease verbonden is. En inderdaad, op het einde van de avond staat ze zowat naakt, doodgemoedereerd, het publiek te monsteren.

In Davis Freemans performance Reflection word je getrakteerd op een persoonlijk samenzijn met de kunstenaar, die voor de gelegenheid echter een foto van je eigen gelaat voor zijn gezicht gebonden heeft. Je kijkt dus naar jezelf.

Letterlijker kan een klassiek mechanisme van het burgerlijk theater haast niet gedeconstrueerd worden. Wat mij ook enigszins balorig maakte, omdat het je als kijker geen andere opstelling toelaat dan die van voyeur. Subtiele brutaliteit wordt hier artistieke terreur.

Dat effect is er bijvoorbeeld niet in Charlotte Vanden Eyndes Ligging. Op twee smalle, schamele matrasjes geven deze danseres en Constance Neuenschwander zich over aan maar al te bekende privé-fantasieën.

Ligging is een fascinerend spel met de vervloeiende grenzen tussen intimiteit, intieme beelden en publiek circulerende wensdromen. De installatie schommelt op de dunne grens tussen wat wel en niet aanschouwbaar is, welke effecten door intieme beelden worden opgewekt en welke (machts-)relaties zich daarbij installeren.

Niet elk werk is daarom even sterk. Dat is wellicht ook praktisch gezien een onhaalbare kaart. Access Code 121 is wel een sterke indicatie dat veel theatermakers en -producenten op dit ogenblik weer de codes onderzoeken van theater. Als dat zo zorgvuldig gebeurt als hier, blijft dat de moeite lonen.

"Access Code 121". Brussel, Kaaitheater, 20 april.