Date 2002-01-09

Publication De Tijd

Performance(s) L'Ame au diableRed Rubber BallsEros délétèreLa Grace du tombeurBits and piecesVanityThe Princess ProjectEtude #31Junge leute, alte Stimmen

Artist(s) Smits, ThierryPinto, InbalPollak, AvshalomDunoyer, vincentHoghe, Raimund

Company / Organization

Keywords

Een androgyne choreografie

In 1994 creëerde Thierry Smits in het Brusselse Théâtre de la Balsamine 'L'Ame au diable' met de dansers Lucius Romeo-Framm en Matteo Moles, in een scenografie van Trudo Engels. De voorstelling was geïnspireerd op populaire versies van de Faust-mythe en het stuk van Christopher Martowe. Smits had er toen al geruchtmakende stukken als 'Eros délétère' en 'La Grace du tombeur' op zitten, die gekenmerkt werden door een onmiskenbaar homo-erotische ondertoon en een stevige laag kitsch en camp. In dit stuk manifesteerde hij zich vóór het eerst voluit als choreograaf: de nadruk lag minder op het verhaal dan op de choreografische compositie zelf. Zeven jaar later wil Smits het in zijn herwerking van het stuk wat soberder aanpakken. De oorspronkelijke scenografie en kostuums werden uitgepuurd. Op die manier zoekt Smits aansluiting bij zijn meer recente werk, het vederlichte 'Red Rubber Balls' op tekst van Peter Verhelst bijvoorbeeld, waarin voor hem lichamelijkheid centraal staat. Opmerkelijk is ook dat deze herwerking bedacht werd voor twee verschillende bezettingen, een mannelijke en een vrouwelijke. De homo-erotische inslag van het stuk krijgt zo een pendant in zijn lesbische variant. Ondanks een gelijklopende schriftuur geeft dit twee zeer verschillende voorstellingen. Door de gemeenschappelijke repetities is echter ook een vermenging ontstaan tussen beide versies: de 'mannelijke' en 'vrouwelijke' versie gingen elkaar wederzijds beïnvloeden. Op bepaalde momenten resulteert dat, aldus de choreograaf, in een 'gestuele androgynie'. In deze nieuwe versie vervagen zo de oorspronkelijke motieven, zowel de verwijzingen naar Faust als die naar de gaycultuur, om plaatste maken voor een persoonlijk, intiem ritueel, een verbeelding van de passie. In de vrouwelijke versie wordt het werk nu uitgevoerd door de Italiaanse danseressen Shaula Cambazzu en Ines Cera. In de mannelijke nemen de Italiaan Mirco Visconti en de Belg Ken Hioco de honneurs waar.

INBAL PINTO IN HET KLEIN

In januari zouden de Israëlische choreografen Inbal Pinto en Avshalom Pollak hun nieuwe creatie ‘Boobies’ tonen in deSingel. Dat feest gaat niet door wegens een wijziging in tourneeplanning, maar toch wordt het Singel-publiek niet met lege handen naar huis gestuurd. Drie avonden lang toont het duo 'Bits and pieces', met fragmenten van de nieuwe creatie en nooit eerder getoonde of aangepaste stukken uit vroeger werk. De datum voor de nieuwe creatie werd verschoven naar 18, 19 en 20 april 2002.

VOORUIT OP STELTEN

Het is een en al drukte in Vooruit de komende week. Op dinsdag 15 en woensdag 16 januari presenteert Vincent Dunoyer er drie werken tegelijk: 'Vanity', 'The Princess Project' en 'Etude #31'. Over 'Vanitas' en 'The Princess Project' werd uitvoerig bericht in Tijd-Cultuur van 19 september 2001. Deze twee korte stukken met livedans en videoregistraties vormen een eigenzinnige reflectie over de wijze waarop wij het lichaam waarnemen. 'Etude #31' is geen voorstelling in de eigenlijke zin van het woord, maar een installatie met foto's van Dunoyers naakte lichaam gemaakt door Mirjam Devriendt. Deze installatie is de hele week te zien in de Vooruit tijdens een uitgebreide versie van 'P-A-R-C-0-U-R-S'. In zo’n 'Parcours' wordt het hele gebouw van Vooruit omgetoverd tot het toneel van vele kleine voorstellingen, vaak met experimentele inslag. Meer daarover in 'Kruisbestuivingen', te lezen op pagina 18. Op vrijdag 18 januari volgt een tweede ‘Parcours’, met werk van diverse choreografen. Daarover volgende week meer.

RAIMUND HOGHE & BRUGGE 2002

Raimund Hoghe maakt geen theater, niet echt dans, maar rituelen bijna, waarin met veel muziek, van Dalida tot Bach, en weinig woorden, en met minimale en minutieus uitgevoerde handelingen, eenieders verbeelding wordt uitgedaagd.

In het kader van Brugge 2002 maakt Raimund Hoghe voor het eerst een productie met een grote groep jonge mensen. 'Junge Leute, alte Stimmen’ gaat op 26,27 en 28 september 2002 in première in de Brugse stadsschouwburg. Daarna volgt een internationale tournee. Op zaterdag 12 januari geeft Raimund Hoghe een lectureperformance in het Net in Brugge. Voor mensen tussen 18 en 25 die, na die eerste confrontatie, zin hebben om met Raimund Hoghe en andere jongeren uit Frankrijk en Brussel samen te werken aan een bijzonder project, wordt bovendien op zondag 13 januari een workshop georganiseerd, waar Raimund Hoghe uit de kandidaten een paar gelukkigen zal selecteren, die (betaald) kunnen meewerken. Raimund Hoghe is niet op zoek naar professionele dansers, dus gebrek aan kennis of ervaring mag niemand tegenhouden.