Date 2002-04-27

Publication De Tijd

Performance(s) RainLoose in FlightTokyo BlueMirth

Artist(s) Khan, AkramSaastamoinen, RiinaRenz, Arco

Company / Organization Rosas

Keywords khanrenzsaastamoinensrainvoorrangstrijdentokyointensiteitakramtradities

De danser bepaalt de dans

De danser bepaalt de dans

Pieter TJonck

Al sinds de jaren 60 evolueerde de hedendaagse dans, in het zog van evoluties in de beeldende kunst, van een alternatief voor klassiek ballet tot een proefstation voor onderzoek naar de eigenheid van dans. Als vanzelfsprekend doken enkele themas daarbij met de regelmaat van de klok op. De culturele of intrinsieke betekenis van lichamen en bewegingen, de perceptie van de dans en de impact van de voorstellingsruimte daarop of de verhouding tussen abstracte vorm en uitvoering. Dat voerde en voert vaak tot buitenissige experimenten in bijzondere locaties, zodat de grens met performancekunst soms moeilijk te trekken is. Je zou zo haast vergeten dat choreografie, als organisatie van tijd en ruimte, vaak doorslaggevend blijft voor de kwaliteit van een werk, en - alle conceptualisering ten spijt - de balans ervan in de goede of de kwade richting kan laten doorslaan. En ook dat er in dans, wellicht meer dan in welke andere (podium)kunst ook, een niet-conceptualiseerbare rest blijft. Wie een dans uitvoert, en met welke intensiteit hij dat doet, is geen bijkomstigheid, al is het waarom moeilijk in woorden te vatten. Onlangs toonde een aantal choreografen dat je, binnen de marges van de klassieke bühne, met klassieke middelen net die kwesties aan de orde kan stellen, simpelweg door ze zichtbaar te maken.

Top of the bill is de herneming van Rain van Rosas. Reichs Music for 18 musicians werd in de Hallen van Schaarbeek live uitgevoerd door het Ictus-ensemble. Rain stond in de Hallen ruimer dan bij de creatie in de Muntschouwburg. De steile tribunes gaven ook een beter zicht op de dansvloer. En ten slotte: het stuk is nu, met het beste dansersensemble dat Rosas in jaren had, volledig ingespeeld. En dan merk je dat de présence en overtuiging van de uitvoering de grote complexiteit van de bewegingen en figuren van Rain toch glashelder maakt. Daardoor verwerft de dans, hoe abstract ook, een overrompelende emotionele intensiteit.

Diezelfde combinatie van choreografisch vernuft en intensiteit van uitvoering maakte ook de passage van de Brits-Bengaalse choreograaf Akram Khan en zijn ensemble in Brussel tot een belevenis. In zijn solo Loose in Flight gunt Khan ons bovendien in luttele seconden ook een kijkje in de ontstaansgeschiedenis van zijn bijzondere, acrobatische danstaal. Frontaal naar het publiek gekeerd heft hij zijn ellebogen, met samengevouwen handen, op tot op schouderhoogte. Plots spartelt zijn rechterhand echter even tegen. De andere hand moet hem weer in het gelid van de perfecte pose voeren. Khan toont hier hoe in zijn danstaal twee tradities, het traditionele Indische kathak en de westerse moderne dans om de voorrang strijden in zijn lichaam. Die dubbelheid van zijn taal maakt dat herkenning en vervreemding in je kijkervaring om de voorrang strijden. Als je tenminste de tijd vindt om je vragen te stellen bij de verbluffende virtuositeit en concentratie van de dans.

Tokyo Blue

Bescheidener, maar niet minder boeiend was het nieuwe werk dat twee oud-PARTS-studenten, de Finse Riina Saastamoinen en de Duitser Arco Renz voorstelden. Saastamoinens Tokyo Blue is op het eerste gezicht een conceptueel werk. Hoe kan je de parameters van een stuk zo manipuleren dat de aandacht van de kijker niet gedomineerd wordt door het grote kader, de grote gedachte (of leegte) van de scène, maar dat hij zich integendeel intens bewust wordt van elk aspect, hoe onbetekenend ook, van het gebeuren. Om die Zen-contemplatie mogelijk te maken ontruimde zij het zaaltje van het Arenatheater in Kortrijk. Ze plaatse er kriskras stoelen van Alvar Aalto, en liet het baden in een donkerblauw licht. Een soms nauwelijks hoorbare soundscape wees de toeschouwer erop dat hier alles van belang was, ook klanken die maar net boven de waarnemingsdrempel kwamen. Saastamoinens opzet was erg smaakvol, zonder te veel conceptueel gedram, maar wat de voorstelling echt boeiend maakte was uiteindelijk toch de dans zelf, nu eens heel dichtbij, dan weer ver verwijderd. Die dans heeft tegelijk de grilligheid en trefzekerheid van een Japanse pentekening. En daar krijg je niet snel genoeg van.

Ook Arco Renz Mirth beoogt een effect dat op Japanse tradities teruggaat. Net zoals in No-theater het verhaal slechts aanleiding is voor een gebeuren dat zijn betekenis ontleent aan de energie die de acteur overdraagt op zijn publiek, wil Renz de energie van een uitputtende, extreem repetitieve en kale dans op de kijker overdragen als een verhaal op zich. Zelf maakt hij dat, zoals in zijn eerdere solo States, con brio waar, maar de cast van vijf dansers die hij samenstelde kan, met uitzondering van de Aziatische Wen-Chi Su, die oefening niet tot een goed einde brengen. De videobeelden van Anna Saup, die ook zowat de enige belichting vormen, en de muziek van Marc Appart ondersteunen de basisopzet echter wel uitstekend, al zijn ze soms net iets te nadrukkelijk aanwezig. Renz bevestigt met deze voorstelling dat hij een boeiende en eigenzinnige theatermaker is, maar haalt, voorlopig althans, niet de kwaliteit van zijn vorige groepswerk Think me-Thickness.

PTJ

Meer experiment dit weekend opDans@tack 04.02 in Kortrijk, www.dansinkortrijk.be.Akram Khan presenteert zijn nieuwe werk Kaash op dinsdag 30 april en woensdag 1 mei nog in de Gentse Vooruit.