Hoe dicht de Maghreb ook ligt, het blijft terra incognita voor veel West-Europeanen. Maar dat geldt ook voor Maghrebijnen van de tweede en vooral derde generatie, die het land van oorsprong vaak enkel kennen door verhalen van hun ouders. Wie pakweg in Brussel woont, maakt echter onvermijdelijk kennis met de speciale ambiance van allochtone wijken, vooruitgeschoven posten van een andere cultuur die toch steeds weer nauw verweven blijkt met de onze. Drie inwoners van die grote Maghreb maakten samen een voorstelling over de (her-)ontdekking van hun culturele bakermat.
Les Ballets du Grand Maghreb, dat zijn de Duitstalige Belg Georg Weinand, dramaturg, de blinde Marokkaan Said Gharbi, danser en acteur, en de Franse Algerijn Ali Salmi, een architect die danser werd. Ze leerden elkaar kennen tijdens het Pasolini-project van Wim Vandekeybus. Daar werd de basis gelegd voor hun huidige samenwerking, met Inn Tidar als resultaat. Aan de ene kant was er het voorbeeld van Vandekeybus zelf, die zijn acteurs en dansers de ruimte geeft om zich voluit uit te drukken. Aan de andere kant werden ze aangestoken door Pasolinis fascinatie voor de wereld van ragazzi, de ambiance van mannen onder elkaar, die zo kenmerkend is voor zuiderse culturen. Als je de drie onder elkaar bezig ziet, wekt dat geen verwondering: hun intieme vriendschap uit zich in veel gelach, grappen en grollen en steken onder water waarvan je als buitenstaander niet makkelijk kan bevroeden of ze wel of niet op waarheid berusten. In het gesprek vullen ze elkaar aan of spreken ze elkaar tegen met een amicale vrijpostigheid die hier zeldzaam is.
Het plan samen een voorstelling te maken, startte als vanzelf met een reis naar Marokko. Voor Gharbi een jaarlijkse gewoonte, voor de twee anderen een confrontatie met een wereld die ze alleen kenden van horen vertellen. Ali Salmi groeide op in Valenciennes. Als enige gezin uit de Maghreb in zijn buurt bestond zijn vriendenkring enkel uit echte Fransen. Arabisch spreekt hij wel, maar allerminst vlot. Zijn vriendin, een Parisienne, heet Clothilde. Hij kijkt vreemd op als ik vertel dat die naam toebehoort aan de eerste westerse christelijke vorstin na de val van het Romeinse Rijk.
Ik beantwoord aan het cliché van de emigrant die overal vreemdeling geworden is. Ik heb altijd afstand genomen van de wereld van mijn ouders. Pas sinds vijf jaar zoek ik weer toenadering. Het is een wereld die mij dwingt vragen te stellen. Dat was een eerste stap. Said is mijn eerste echte vriend die uit Noord-Afrika afkomstig is. Bij de repetities van Pasolini sprak hij mij altijd aan als Jean-Claude, alsof ik een echte Fransman was. Georg Weinand kende de Maghreb van nabij als bewoner van de Ieperlaan in Brussel, waar het straatbeeld gedomineerd wordt door de vele buitenlandse groothandelszaken. Ik was de eerste Belg in mijn flatgebouw. Ik denk dat het samenkomen van verschillende achtergronden in onze groep onze sterkte is. Dat laatste onderschrijven de anderen volmondig.
Als de tongen loskomen over de reis naar Marokko zou je door het enthousiasme bijna wensen dat je erbij geweest was.
Salmi: Je kan je ogen niet geloven als je in volle zon een terras ziet met enkel mannen. Geen vrouw te bespeuren.
Gharbi: Alles is er anders. Alcohol is publiek moeilijk te verkrijgen, maar dan zie je wel mannen rondlopen met zwarte plastic zakken - dat ze zwart zijn vertelden de anderen mij, dat wist ik zelf niet - en dan weet je zo dat daar alcoholische drank in verstopt zit. Dat is de paradox van dat land: zichtbaar en onzichtbaar, open en heimelijk zijn inwisselbare begrippen.
Salmi: Je hebt er nachtclubs die bruisen van leven. Het is een wereld van prostitutie, hoewel. De vrouw vervult er veeleer de rol van vertrouwelinge of courtisane dan van hoer zoals hier. Maar officieel weet niemand van iets. Said heeft ons wegwijs gemaakt in die wereld.
Gharbi zet toch even de puntjes op de i: Het is niet omdat de vrouwen in het openbaar weinig te zien zijn, dat ze geen belang hebben in de Arabische wereld. Het tegendeel is zelfs waar. Vrouwen, en zeker moeders, hebben een bijna sacraal statuut. Ze beheersen de intieme wereld van het huis. In de opvoeding van de kinderen is de man verhoudingsgewijs zelfs afwezig.
Weinand: Iets wat ons bijbleef, is hoe openlijk mannen de tijd nutteloos verdrijven. Ze verbergen niet dat ze niets om handen hebben, ze zijn volledig aanwezig in hun nietsdoen.
Gharbi: Wachten heeft een bijzondere betekenis in Noord-Afrika. Het is haast een levenshouding, het verbeiden van een radicale verandering, een kans om uit te breken. Je moet je ook maar voorstellen wat het betekent als je niet uit je land wegkan. Stel je voor dat je verboden werd België te verlaten.
Salmi: Voor die mannen blijft Europa het paradijs, ook al beseffen ze dat ze zich hier tevreden zullen moeten stellen met een rotbaantje.
Weinand: Dat gaat zover dat een neef van Said perfect op de hoogte was van de geografie van Brussel, alsof hij hier heel zijn leven gewoond had. Mannen creëren er zich een wereld op afstand, ze identificeren zich met wat onbereikbaar is. Wij, als toeristen, begonnen ons op de duur heel die ervaringswereld eigen te maken.
Salmi: Na een tijd ervoeren we de parallel met Pasolinis belevingswereld aan den lijve: Noord-Afrika is een extreem passionele wereld, vol paradoxen. Het is er altijd alles of niets. Dat is gevaarlijk, maar het is ook de kracht van de Arabische wereld.
Weinand : Ook daar speelt de wisselwerking tussen wat zichtbaar en onzichtbaar is. Je kan er getuige zijn van een rustig gesprek tussen mannen, dat schijnbaar zonder oorzaak plotseling in hevig gekrakeel omslaat. Alsof overal onder de oppervlakte van het dagelijkse leven vulkanen smeulen, die slechts een kleine aanleiding nodig hebben om tot uitbarsting te komen.
De drie mannen werken niet alleen aan deze voorstelling. Twee muzikanten van een oudere generatie doen mee, en ook een Arabische zangeres. Zij heeft een eigen plaats in het arabiserende decor, een kooi van sierlijk gekruld smeedwerk met vier torentjes op de hoeken.
Salmi: Zij brengt orde en ritme. In de voorstelling is er een voortdurende uitwisseling tussen de ruimtes van de muzikanten, de zangeres, en onszelf als dansers.
Weinand besluit: De voorstelling vermengt op alle mogelijke manieren leefwerelden en -beschouwingen. Het is een stuk over traditie en moderniteit, afstand en nabijheid, mannelijk en vrouwelijk, wat verborgen is en openbaar. En we proberen dat zo boeiend mogelijk te doen.
Inn Tidar is tijdens kunstenFESTIVALdesarts te zien in de Bottelarij, Delanoystraat 58, Molenbeek van 5 tot 8 mei om 20u enop 9 mei om 18 u. Inlichtingen en reservaties : www.kunstenfestivaldesarts.be of 070/222.199.