Date 2002-06-12

Publication De Tijd

Performance(s) Bacillus 2-3-9

Artist(s)

Company / Organization Compagnie D'Ici P.

Keywords werbrouckcorinfrébacillusiciandrienflorencevirtuelebalsacompagnie

Lichaam in de ruimte

Lichaam in de ruimte

Fré Werbrouck en Florence Corin zijn met hun Compagnie D'Ici P. één van de vele Franstalige dansgezelschappen die in Brussel proberen te overleven. Want de hoofdstad van de dans in Europa is karig met zijn steun. Een gesprek ter gelegenheid van het festival 'Danse à la Balsa'. Pieter T'JONCK

In Brussel loopt het festival 'Danse à la Balsa', dat een springplank wil vormen voor jonge Franstalige choreografen in België. Die choreografen kunnen een steuntje in de rug best gebruiken, want Brussel mag dan al de onofficiële hoofdstad van de dans in Europa zijn, de overheid aan gene zijde van de taalgrens heeft niet bijster veel geld over voor jonge gezelschappen. Het gezelschap 'Compagnie D'ici P.' van Fré Werbrouck en Florence Corin moest het voor het voor zijn voorstelling 'Bacillus 2-9-3' stellen met een schamele 7.500 euro projectsubsidie. Nochtans blijkt uit het curriculum van deze dames dat ze heel wat in hun mars hebben.

We ontmoeten elkaar in het Spaans Cultureel Centrum 'Garcia Lorca' in de Volderstraat in Brussel. Van dit al even armlastige centrum kreeg het gezelschap een zolder ter beschikking als werkruimte. De bedoeling is dat het gezelschap hedendaagse dans introduceert in het aanbod van het centrum. Fré Werbrouck staat al lang in de voorste linie als het gaat om hedendaagse dans in Brussel. Na haar opleiding in Brussel, Louvain-la-Neuve en New York startte zij een opleiding hedendaagse dans in het Zuidpaleis in Brussel. Een van haar leerlingen was Florence Corin. Het klikte zo goed dat ze Corin uitnodigde om mee te werken aan een voorstelling, 'Petite pièce pour deux'. Die voorstelling werd uitgekozen om België te vertegenwoordigen op een Europese ontmoeting van choreografen in Nederland in 1994.

Corin is van opleiding helemaal geen danseres, al rondde zij in haar jeugd wel een opleiding klassieke dans af. Toen het echter op een beroepskeuze aankwam, vonden haar ouders het verkieslijker dat zij architectuur studeerde. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan. Tijdens haar architectuurstudies bleef zij bij onder anderen Fré Werbrouck dansles volgen. Haar eindwerk aan La Cambre was ook een onderzoek naar het verband tussen video, dans en virtuele architectuur. Voor de presentatie maakte zij een video samen met Werbrouck. Dat onderzoek kreeg nog een staartje. Samen met medestudent Batiste Andrien, de zoon van de cineast Jean-Jacques Andrien, en Werbrouck maakte zij een performance rond dans, virtuele stedelijke ruimte en film. Die voorstelling werd opgevoerd in de 'Etablissements d'en face', een belangrijk alternatief kunstencentrum aan de havenkant van Brussel. Na een stageperiode bij enkele Brusselse architectenbureaus ging ze werken bij 'Contredanse', een klein, maar erg actief centrum voor hedendaagse dans in Brussel. Daar verzorgt ze de uitgave van het uitstekende tijdschrift in boekvorm 'Nouvelles de danse'.

Harnas

Florence Corin: 'Die performance met Batiste Andrien wilde een andere kijk op de stad geven. We wilden de gewone perceptie van de stad verstoren. Ik droeg daarvoor een soort harnas, waarop camera's gemonteerd waren, en een helm die mij de beelden van die camera's doorstuurde. De beelden die ik zag, werden tegelijk ook geprojecteerd op de muur en versneden met beelden van de stad. Fré danste zonder harnas en kon dus vrij reageren op de prikkels die op haar afkwamen. Het was allemaal vrij ingewikkeld, maar het gaat ons steeds, op een of andere manier, om de ruimte, het lichaam, de manier waarop je dat representeert of de waarneming manipuleert.'

Fré Werbrouck: 'In onze tweede voorstelling met de compagnie D'Ici P., '5/3 2 pouces', wilden we de voorstellingsruimte nader ondervragen. Je vraagt je bij elke voorstelling af wat je wel en niet laat zien, wat de speling is tussen de werkelijkheid van een voorstelling en het effect dat de toeschouwer ervaart. Voor ons in het bijzonder kwam daarbij ook de vraag hoe het lichaam de notie van de ruimte kan beïnvloeden. Voor deze voorstelling ontwierp Florence projectieschermen op wieltjes die zo vervormd waren dat ze instabiel leken.'

Corin: 'We vermengden de dans met projecties ervan op deze schermen. Wat we beoogden, was dat zowel het beeld van de ruimte als van de dans opgelost raakte. Zo ontwikkelden we vanuit een bewegingszin een virtuele ruimte en een virtuele architectuur.'

Corin en Werbrouck lijken sterk geïnspireerd door de postmoderne experimenten van de jaren '60 en '70 in New York, waarin ook veel onderzoek gebeurde naar de relatie tussen waarneming, ruimte en dans. Werbrouck: 'Dat klopt wellicht, maar het gaat ons niet uitsluitend om de conceptuele kant van de zaak. Die ruimtelijke concepten zijn een stramien waarop we beginnen te werken. We willen een zekere emotionaliteit, die ontstaat in en door de lichamen, zichtbaar maken. In '5/3 2 pouces' had je bijvoorbeeld een scène waarin je voeten ziet bewegen achter een scherm. Die voeten werden een soort wezens op zich, die een eigen verhaal gingen vertellen. In een andere scène projecteerden we de monden van de dansers sterk uitvergroot op het scherm. Dat soort beelden genereert een eigen betekenis, los van het concept.'

Corin: 'In onze nieuwe voorstelling, 'Bacillus 2-9-3', gingen we verder de gevoelsmatige inhoud van de beweging exploreren. Ons uitgangspunt was deze keer dat er een verschil is tussen de objectieve tijd en de beleefde tijd. We haalden onze mosterd zowat overal, bij Bergson om te beginnen natuurlijk. In deze voorstelling dansen we zelf niet. We tonen drie vrouwen met een heel verschillend temperament. We laten ze bewegen volgens een bepaald patroon, een vervormde achthoek. Op sommige momenten moeten ze strikt binnen die figuur blijven, en laten we ze tellen. Dat is de uitdrukking van een maatschappelijk gedeelde, gecontroleerde tijd. Op andere momenten kunnen ze vrij bewegen, op de plaats en met de snelheid die ze zelf kiezen. Dat is hun 'eigen' tijd. We filmden hun gezichten tijdens de repetities en projecteren een bewerking van die opnames tijdens de voorstelling. Op die manier is ook een ander tijdsperspectief aanwezig in de voorstelling. Het gaat hier niet alleen om de tijd van de voorstelling zelf, maar ook om het werken in de diepte, om de tijd waarin de voorstelling ontwikkeld werd. Je moet de tijd nemen om over de tijd te spreken. De titel van de voorstelling verwijst daarnaar: bacillus 2-9-3 is de wetenschappelijke naam van een bacil die na 250 miljoen jaar nog steeds in leven bleek te zijn in een stuk barnsteen'.

Werbrouck: 'Het maakproces van deze voorstelling was een bijzondere ervaring. We hebben de danseressen - Céline Curvers, Nathalie Maréchal en Virginie Roy - niet bezwaard met onze theoretische reflectie. Ze hebben elk een eigen omgang gezocht en gevonden met de opzet van de voorstelling. Het was echt een ontdekking om te zien hoe in de dans zelf hun eigenheid op steeds duidelijker manier boven kwam drijven. De filter van hun lichamelijkheid tekent de manier waarop ze elk voor zich vorm geven aan die opgave.'

'Bacillus 2-9-3'

van de Compagnie D'Ici P. is te zien in het 'Théâtre de la Balsamine', Felix Marchallaan 1, 1030 Brussel, van 13 tot 15 juni om 19u30. Inlichtingen en reservaties: 02/732.96.18 of www.balsamine.beMeer nieuws van Balsamine

Het dansfestival 'Danse à la Balsa' gaat zijn tweede week in. Naast het werk van 'Compagnie D'Ici P.' (zie boven) kan je van donderdag 13 tot zaterdag 15 juni, telkens om 21u30, gaan kijken naar 'Ten-Sueno' van Fernando Martin. Dit stuk werd geïnspireerd door de 'Droom van Poliphilus', een vijftiende-eeuws tractaat over de liefde en door 'Fragment d'un discours amoureux' van Roland Barthes. Vier dansers, Violetta Gonzalez, Nir Tamir, Sara Piccinelli en Martin zelf presenteren een mozaïek van allerlei vormen van verliefdheid. Met beweging, klank, beeld en woorden tonen zij ons de liefde als een initiatieritus, een manier om de wereld te begrijpen. Het lichaam is onze gids in een tocht die van pure passie over erotiek naar de verwarring van het dagdagelijkse leven voert door de zoete en hevige, vrolijke en bittere gevoelens die met liefde samengaan in beweging om te zetten. De voorstelling is een cocktail van solo's en kwartetten, van puur dansante en theatrale momenten die de kijker willen meevoeren in de wereld van de liefdesdroom.