Date 2002-12-18

Publication De Tijd

Performance(s) Both Sitting Duet

Artist(s) Burrows, Jonathan

Company / Organization

Keywords burrowsfargionsittingduetweakjonathanroyalbeperkingniet-adequatehands

Spektakel zonder spektakel

Als Einstein ooit over dans zou nagedacht hebben, dan zou die dans er ongeveer uitzien als het werk van Jonathan Burrows, schreef een criticus van The Guardian ooit. Die boude uitspraak zegt iets over de precisie van Burrows werk als danser en choreograaf, maar er is meer aan de hand. Het spectaculaire van Burrows werk is dat hij alle spektakel achterwege laat, maar je toch met open mond kijkt en blijft kijken naar wat hij doet.

Jonathan Burrows werd geboren in 1960, en kreeg zijn opleiding als danser en choreograaf aan de Royal Ballet School. Die opleiding leidde regelrecht naar een carrière bij het Royal Ballet, waar hij deel van uitmaakte van 1979 tot 1991. Tegelijk werkte hij aan een solocarrière als choreograaf en danser. Het merkwaardige is dat hij al snel volledig afstapte van de klassieke danstaal. Zo werkte hij vanaf 1986 lange tijd samen met de vooraanstaande Britse choreografe Rosemary Butcher, die postmoderne dans in Groot-Brittannië introduceerde in de jaren 70 en 80. Als een van de eersten brak ze ook de intellectuele en artistieke horizon van het danslandschap open door haar samenwerking met belangrijke beeldend kunstenaars en componisten. Burrows is echter geen gehaaste man: als het aan hem lag, bleef hij wellicht vijlen en werken aan voorstellingen in plaats van ze aan een publiek te tonen. Het was dan ook pas in 1988 dat hij een eigen gezelschap oprichtte.

De Jonathan Burrows Group werd binnen de kortste keren een van de belangrijkste Britse dansgezelschappen, hoewel de output tot 1995 beperkt bleef tot vijf stukken. Het was in die tijd dat Burrows huisartiest werd bij de Gentse Vooruit, waar hij het wonderlijke The Stop Quartet maakte. Gent was ook lang Burrows uitvalsbasis in Europa. Ook bij Ballett Frankfurt en in het Londonse South Bank Centre was hij een graag geziene gast. De jongste jaren heeft de choreograaf zich echter met de steun van een Fellowship van de Arts Council of England tijdelijk uit het theatercircuit teruggetrokken. Hij doceert nog regelmatig bij PARTS in Brussel en wijdt zich aan een persoonlijk onderzoek naar de eigenheid van dans. De resultaten van dat onderzoek hebben tot enkele van de meest opmerkelijke, maar ook tegendraadse voorstellingen van de afgelopen jaren geleid. Weak dance, Strong Questions is een duet met de Nederlandse, dansonkundige regisseur Jan Ritsema, die ook aan PARTS doceert. Both Sitting Duet is een ander duet, deze keer met de Italiaans-Britse componist Matteo Fargion.

Zittend

Both sitting duet, een duet met Fargion, dat binnenkort hernomen wordt in het Kaaitheater is een mooie demonstratie van Burrows kunnen. Burrows werkt al lang samen met Fargion. Hij schreef o.a. de muziek voor Hands, een stuk voor twee handen dat aanvankelijk bedacht werd voor een BBC-film, maar enkele jaren geleden ook live in Gent opgevoerd werd. Toen werd Hands voorafgegaan door Donna che beve, een kort muziekstuk dat Fargion al fluitend speelde op drie kartonnen dozen. De parallel tussen het ritmische kloppen op de dozen en de extreem gedetailleerde bewegingen die Burrows maakte in Hands verraadde toen al een belangstelling van beide kunstenaars voor de intieme verwantschap tussen de handeling van de muzikant en die van de danser. In beide gevallen gaat het om de manier waarop je in de beweging met tijd omgaat. Dat is precies wat in Both Sitting Duet gebeurt.Toen Burrows en Fargion het werkproces voor deze voorstelling aanvatten, botsten ze echter, net als in Weak Dance, op het probleem dat de ene een getrainde danser is en de ander niet. Dat werd eenvoudig opgelost door al zittend te dansen. Die extreme beperking werd in de uiteindelijke voorstelling echter ook gehandhaafd. Twee mannen zitten in een verder volstrekt lege ruimte op twee stoelen naast elkaar. Op de grond voor hen ligt een klein schriftje. Soms in unisono, soms in tegentijd maken zij eenvoudige armbewegingen. Een arm die omhoog wijst of voor de borst geheven wordt, een hand die over een broekspijp strijkt of even met de vingertoppen de grond streelt,... Eenvoudiger kan het bijna niet. Het lijken bijna aanwijzingen van een dirigent voor een afwezig orkest. Maar toch is er geen willekeur. Beiden volgen heel nauwgezet de bewegingspartituur in het schriftje, en net als bij een gewone partituur wordt regelmatig een blad omgeslagen.De spanning die uit dit eenvoudige basisgegeven voortkomt, ligt in ogenschijnlijk minuscule details. Er is natuurlijk de klank die de beweging voortbrengt, bijna als een klein ritmisch muziekwerk. Het meest opvallend echter is dat beide mannen elkaar en de partituur heel nauwlettend in de gaten houden, alsof een beweging te snel of te traag inzetten, uitvoeren of helemaal missen net als in een muziekuitvoering het hele effect teniet zou doen. Zodra je die spanning in het oog hebt gekregen, worden de kleine verschillen in intensiteit en gelijkmatigheid waarmee beiden bewegen, de andere oogopslag en verhouding met de toeschouwer, bijzonder belangrijk. Burrows noemt de poging om met twee mensen een zelfde tijd te delen de echte, maar haast onbereikbare inzet van deze voorstelling. En hij haast zich erbij te zeggen dat het niet om een new-age-achtig idee gaat. Nog minder gaat het om een vorm van minimalisme, waarin de toonvoorwaarden van een voorstelling zo uitgepuurd mogelijk worden geënsceneerd om ze zo te expliciteren. En inderdaad, het tegendeel is waar. De beperkte middelen waarmee gewerkt wordt, maken het juist mogelijk de oneindige variatie in tonen en kleuren van een eenvoudige set bewegingen te verhelderen. Ze variëren naargelang de persoon en de ontwikkeling van de partituur. Ergens halverwege de voorstelling zie je in een flits hoe Burrows eigen verleden als sterdanser bij het Engelse Royal Ballet boven komt drijven in de precisie en sierlijkheid waarmee hij zijn armen voor en boven zijn romp vouwt. Hoe secuur Fargion ook mee beweegt, net die onvatbare lichtheid van bewegen bereikt hij niet: zijn bewegingen swingen veel meer.

Weigering

In deze voorstelling krijg je dan ook een heel andere spanning dan in Weak Dance, Strong Questions, de voorstelling die Burrows maakte met regisseur Jan Ritsema. In die voorstelling was het verschil tussen het getrainde lichaam van Burrows en de naïeve manier van dansen van Ritsema zonneklaar. Bovendien beantwoordde de voorstelling aan geen enkele vooraf vastgelegde regel, behalve dan dat er geen herhaling of systeem in mocht zitten. Toch spreekt uit beide voorstellingen een gelijkaardige esthetica, of liever, de weigering zich tot een esthetica te bekennen. Burrows zoekt niet naar een essentie van dans in de gebruikelijke zin van het woord. Over die voorstelling zegt Burrows: We wilden een niet-adequate vorm van kunst maken. Een kunst die niet gericht is op het effect dat bereikt moet worden. Een kunst die niet gaat over wat meer is dan wat is. Een kunst die min of meer het tegendeel beoogt van Mies van der Rohes Less is more. In zon uitspraak verwijst een keuze voor een bepaalde vorm naar iets achter, voorbij die vorm, naar een onzichtbare essentie. Het probleem is: zodra je die keuze voor een niet-adequate kunst geformuleerd hebt, kan het ook een principe worden dat je handelingen gaat leiden. En we willen net elk principe vermijden dat ertoe kan leiden dat we dingen beperken of uitsluiten. Daarom bewegen we ook de hele tijd. Stilstand is geen natuurlijke toestand. Een lichaam beweegt de hele tijd, al was het maar dat je hart klopt. Leven betekent niet stoppen. Net zoals het denken nooit stopt. Daaruit ontstaat een uiterst complexe variatie aan fenomenen. Waarom zou je daar een selectie uit maken, waarom zou je dat beperken?

Die beperking is er natuurlijk wel in Both Sitting Duet. Je merkt echter, naarmate de voorstelling vordert, dat het niet om de beperking op zich gaat, maar om de mogelijkheden die ze opent om een ongewone diepgang te bereiken in het exploreren van het simpele feit van samen op een podium aanwezig te zijn. In die zin is het stuk meer verwant aan The Stop Quartet. Dat stuk is ook opgebouwd rond een complex spel van regels die zo bedacht zijn dat de bewegingen van de dansers ineengrijpen als een complexe motoriek die op ongerijmde momenten tot stilstand gebracht wordt. Maar ook daar blijkt het niet om de complexiteit op zich te gaan, maar om wat ze mogelijk maakt: Het is een aartsmoeilijk stuk om uit te voeren. Aanvankelijk hadden we al onze concentratie nodig om het te doen werken, maar naarmate we er meer vertrouwd mee raakten, begon het te ademen. Het kreeg zijn eigen leven, los van de regels. Zodra je dat onder de knie hebt, ga je er plezier in vinden, ontdek je vrijheid in die beperking. Omdat hij dat plezier ook kan overdragen op de toeschouwer, zijn Burrows voorstellingen een ware delicatesse. Spektakel zonder spektakel.

JONATHAN BURROWS

Both Sitting Duet staat in de Studios van het Kaaitheater, Onze-Lieve-Vrouw-van-Vaakstraat 83, 1000 Brussel op 8 en 9 januari, telkens om 20u30. Inlichtingen en reserveringen: www.kaaitheater.be of 02/201.59.59.