Date 2003-02-19

Publication De Tijd

Performance(s) Not strictly Rubens

Artist(s) Bogaerts, Marc

Company / Organization Koninklijk Ballet van Vlaanderen

Keywords rubenstulebloempjesbogaertsstrictlypragagestiktkhanballetnocera

Een vernieuwing van onderuit

Terwijl in parlementaire wandelgangen en ministeries enig gemor klinkt over de oubollige koers van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, stoomt men zich binnen datzelfde Ballet onder leiding van choreograaf Marc Bogaerts klaar om het laatste spoortje mottenballengeur die rond het gezelschap zou hangen te verwijderen. Om dat te bewerkstelligen werden voor Not strictly Rubens de diensten van de controversiële modeontwerper Walter van Beirendonck en dance-componist Praga Khan ingehuurd.

Alleen al de affiche is een evenement: een jonge vrouw op spitzen die vervaarlijk achterover helt om een reusachtige rode penis in tule naar voren te steken. Ook haar hoofd en boezem zitten helemaal verstopt in een bol van tule bloempjes. Het is slechts een van de vele buitenissige kostuums die Van Beirendonck bedacht voor Marc Bogaerts verkenning van de raakvlakken tussen de schilderkunst uit Rubens tijd en de hedendaagse klassieke dans. Haast alle zijn ze bezet met kleine bloempjes van tule die stuk voor stuk op een ondergrond van gaas gestikt werden. Op die manier moeten de kostuums de voluptueuze lichaamsvormen van Rubens doeken oproepen, zonder al te zwaar te worden. In de ateliers van het Ballet drukt een jonge man met een metalen vormpje geduldig bloempjes uit grote lappen tule. Zo onderhand zijn er al zowat 200.000 uitgeponst en op de kledij gestikt, en het einde is nog niet in zicht. Al even feeëriek zijn de pakjes waarvan de stof volledig bedrukt is met Rubens-sigarenbandjes, een ontwerp geïnspireerd op een oude fles die met zon bandjes bekleed werd. Ondertussen wordt er druk gerepeteerd in het theater op 't Eilandje. Marc Bogaerts wil zijn dansers doordringen van zijn beeld van de voorstelling. Daarom laat hij ze vanuit de zaal de belichtingsstanden en decorwissels volgen. Bij elke wijziging legt hij uit wie waar en waarom verschijnt en hoe de belichting dit ondersteunt.

Bogaert : Een danser gaat uit zichzelf nooit naar de buitenkant. Hij is altijd gefixeerd op zijn eigen prestatie. Als ik laat zien wat hun dans doet in de zaal, draagt dat bij tot de dramatische kwaliteit van het stuk.

Daarna wordt de eerste acte doorlopen. Rubens duikt op in een smalle lichtcirkel. Rond hem duiken dansers op als even zovele visioenen die de schilder bespoken. Meteen zie je dat Bogaert, Rubens achterna, een breed allegorisch bewegingspalet ontwikkelt. De elektronische, filmisch aandoende, muziek van Praga Khan is geen autonome compositie, maar beoogt een versterking van de dramatische effecten. Voor een maximale expressie moeten ook de strakke regels van het klassieke ballet verbogen en verdraaid worden. Nu eens kronkelen de dansers over de grond, dan weer huppelen ze op een binnen de balletconventies ongewone wijze heen en weer.

In een doorloop van het derde deel komt dat nog sterker uit de verf. In een duet tussen Barbora Hruska en Giuseppe Nocera is de gewichtsloosheid, toch het waarmerk van het ballet, verdwenen. De trage, verwrongen poses van de dansers maken het gewicht en de krachtinspanning tastbaar. Even later blijkt bovendien dat Nocera hier slechts als stand-in dient voor een body-builder, een vroegere Mister Universe. Je ziet al zo de heroïsche lichaamsmassas van Rubens voor je ogen verschijnen. In zijn uitbundige, extatische vormentaal heeft Not strictly Rubens zo op het eerste gezicht veel weg van de sterke expressiviteit en allegorische inslag van Maurice Béjarts werk. Maar het is nog even wachten op het eindresultaat. In een gezelschap dat gepokt en gemazeld is in het neoklassieke ballet ligt het niet voor de hand om zo te werken. Dansers onderrichten in hip-hop-dansen is gewoon ongehoord.

Marc Bogaerts vertelt hoe hij toch iedereen over de streep kreeg.

Je hoort steeds dat dit gezelschap technisch bijzonder hoogstaand is. Versta: maar artistiek stelt het niet veel voor. Dat komt omdat niemand bereid is met die mensen te werken. De uniformiteit van de dansdiscipline verbergt verschillen en individualiteit. Die moet je net naar boven proberen te halen. Dat lukt enkel als je je niet als de regisseur-god beschouwt maar als de bezieler van een team, waarin iedereen het beste van zichzelf geeft. Iedereen daagt elkaar uit. Walter bouwt contradicties in, stelt vragen. Praga Khan werkte anderhalf jaar aan de score. En ook in de compagnie haal ik alles overhoop. Mensen van het corps de ballet die geen vaste uren kennen, daar kan je een heel eind mee komen. Het zijn mensen die bereid zijn te improviseren, te zoeken. Die moet je dan ondersteunen in het gezelschap. Die vernieuwing gaat niet vanzelf. Dat proces moet tot in de burelen hierboven doorwerken.

Not strictly Rubens wordt vooraf gegaan door Symposium/Mondriaan, een choreografie van Christopher d'Amboise. Première op 20 februari, 20u in Theater 't Eilandje, Kattendijkdok Westkaai 16, 2000 Antwerpen. Verdere voorstellingen daar tot en met 27.2. Daarna in Gent, Aalst, Roeselare, Hasselt, Alsemberg, Leuven, Kortrijk, Brugge en tenslotte de Antwerpse Opera. Inlichtingen en reservering: 03/203.95.85 of www.balletvanvlaanderen.be .