Date 2003-04-23

Publication De Tijd

Performance(s) No Comment

Artist(s) Lauwers, Jan

Company / Organization

Keywords salomévirtuositeitcommentsamplenulrikelawtonmuyncksagnaexotismebalinese

Met de deurklink in de hand: DANSTHEATER - Jan Lauwers over 'No comment'

Met de deurklink in de hand

DANSTHEATER - Jan Lauwers over 'No comment'

Geweld, erotiek, dood: de woorden vallen zo makkelijk dat we zelden stilstaan bij de existentiële draagwijdte ervan. Theatermaker en beeldend kunstenaar Jan Lauwers heeft steeds weer gepoogd de werkelijke betekenis van die woorden in zijn werk te laten oplichten, zonder in simplistische verklaringen te vervallen. 'No comment' is een nieuwe stap in deze zoektocht. Deze keer met de persoonlijkheid van vier actrices die een grote rol gespeeld hebben in Lauwers' 'Needcompany' als uitgangspunt. Pieter T'JONCK

Die vier vrouwen, dat zijn Grace Ellen Barkey, Carlotta Sagna, Tijen Lawton en Viviane de Muynck. Voor elk van hen werd een nieuwe tekst geschreven, of, in het geval van danseres Tijen Lawton, een nieuwe partituur. Felix Seger (alias Maarten Seghers) en Jan Lauwers schreven voor Tijen Lawton een 18 minuten durende gitaarpartij, waar vijf andere componisten (Rombout Willems, Hans Petter Dahl, Walter Hus, Doachim Mann en Senjan Jansen) nieuwe klanklagen over aanbrachten. De uiterst complexe partituur laat Lawton toe om het hele register van haar verfijnde, messcherpe danskunst tot uitdrukking te brengen. Josse de Pauw schreef 'De teedrinkster' voor Barkey. Deze tekst is gebaseerd op Barkeys verleden en de figuur van de 'teedrinkster' of Balinese danseres, die ze reeds in 'Images of Affection' en 'Caligula' op surrealistische wijze gestalte gaf.

Jan Lauwers: 'Grace Ellen expliciteert in deze tekst het beeld waaraan ze als Balinese danseres voor de toeschouwers moet beantwoorden. Dat is puur exotisme: de kijker wil een mooi plaatje zien en daar ook iets aangenaams bij voelen. Maar hij wil niet dat het beeld hem tegenspreekt. Grace komt hier even tegen in opstand, al keert ze tenslotte terug tot haar oorspronkelijke deemoed. Ik heb dat ingepakt in een heel barok beeld. Balinese danseressen zijn dan nog een onschuldige variant van de objectiverende blik in het exotisme. Ik herinner me een documentaire over stervende mensen in de Sahel. Klaarblijkelijk was nog nooit een reporter op het idee gekomen om die hongerenden aan het woord te laten. Een journalist die toch een stervende vrouw aansprak, vernam dat ze filosofie gestudeerd had. Versta: in andere omstandigheden had je met haar een normaal gesprek gevoerd. Hier werd ze echter als een stom beeld opgevoerd. Even onthutsend was haar mededeling dat sterven van de honger vreselijke hoofdpijn veroorzaakt. Het is niet zomaar wegdeemsteren. Dat zijn beelden die tellen. Een beeld is pas een beeld als het, zoals die vrouw, terugspreekt. Als het in de herinnering blijft. Wat je op MTV ziet is daarom geen beeld.'

Verontrustend herkenbaar

Van exotisme, hoe illusoir ook, blijft in de teksten van Carlotta Sagna en Viviane de Muynck geen spoor over. Beiden voeren een personage ten tonele dat in al zijn gruwelijkheid of onbegrijpelijkheid toch verontrustend herkenbaar is. Charles Mee, een Amerikaans auteur, schreef voor Sagna 'Salomé'. Zij speelde al eerder Oscar Wildes interpretatie van deze moorddadige 'femme fatale' in Lauwers' 'Le Désir'. Mee voert ons mee naar de diepste psyche van dit personage. Alsof ze het over een ander heeft vertelt Sagna haar levensverhaal, een opeenstapeling van steeds nieuwe perversies en transgressies, die eindigen met de moord op haar zus en andere jonge meisjes. Op het eerste gezicht raakt het haar nauwelijks. Het had ook anders kunnen lopen, beweert ze, was het niet dat er na elke nieuwe perversie geen weg terug meer bleek te zijn. Die achteloosheid is echter maar schijn: tussen de regels van de onverbiddelijke opsomming van steeds grotere gruweldaden registreer je de groeiende ontreddering van het personage dat aan het woord is.

Jan Lauwers: 'Charles Mee is een gerespecteerd links auteur in de USA. Hij vond onze 'Morning Song' van het beste dat hij ooit zag, en wilde met ons iets doen rond de figuur van Salomé. Carlotta is dan naar New York getrokken om met hem te praten en schrijven. Mee schrijft op een ongebruikelijke manier: net zoals in andere kunstvormen 'samplen' de gewoonste zaak van de wereld geworden is, parafraseert hij vaak bestaande teksten. Hij vind dat volkomen legitiem: je mag ook zijn teksten samplen zoveel je wil. In deze tekst liet hij zich inspireren door teksten van o.a. Cathérine Millet, Vanessa Duries, Camille Paglia en Colette. Deze 'Salomé' is een harde, morbide tekst. Salomé staat bekend als een mannenverslindster, maar ze is daartoe opgeleid door haar moeder, die het beschouwde als een middel om door te dringen tot de hoogste kringen. Het is een vrouw die opgevoed werd in amoraliteit. Dat laat sporen na. De tekst zegt letterlijk: je weet niet wie je bent tot je iets gedaan hebt. Dat is niet vanzelfsprekend. Salomé kan enkel in de derde persoon spreken over zichzelf. Enkel die afstand maakt het verdraaglijk. Charles Mee heeft van Salomé, zonder het Dutroux-verhaal te kennen, de echtgenote van Dutroux gemaakt. Maar er zijn ook parallellen met het recente verhaal van die rechter die uit liefde voor zijn vrouw inging op haar perverse verlangen om haar vagina dicht te naaien. Ook deze Salomé handelt uit een vreemde liefde voor haar man. Deze tekst toont dat zoiets niet vanzelfsprekend of onschuldig is. Perversie is niet iets wat je even doet, al stellen de media het graag zo voor. In wezen gaat het altijd over grensoverschrijding. Of het nu gaat over seks en geweld of over soldaten in Irak. Hoe kan je als soldaat van zestien jaar kinderen doden? Ofwel ben je achteraf totaal getraumatiseerd, ofwel geniet je ervan. Met de oorlog die nu aan de gang is maak je bij het lezen van deze tekst als vanzelf die bedenkingen.'

Geweld

Nog ongemakkelijker wordt de voorstelling bij de laatste tekst. 'Ulrike', gespeeld door Viviane de Muynck, is een tekst van Jan Lauwers zelf. We lopen met Ulrike Meinhof door een warenhuis, op weg naar een ultieme zelfmoordaanslag. In rake details brengt De Muynck de onwerkelijke ervaring van dit personage, dat doelbewust op zijn einde afstevent, tot leven.

Jan Lauwers: 'Als je nadenkt over wat er nu gebeurt, dan word je vanzelf een wandelende tijdbom. Je kan niet aanvaarden dat je gedwongen wordt om geweld te gebruiken. Maar wat rest er je als er iemand tegenover je staat met het geweer in de aanslag? Het is een oproep om zelf gewelddadig te worden. We zijn over een bepaalde grens gegaan. Voor ons is het verhaal van de joden in de getto's, die zich weerloos lieten slachtofferen, haast onbegrijpelijk geworden. Extreme joden als Sharon zijn hun carrière begonnen als terroristen. Ook zij hebben op dat ogenblik een grens overgestoken waarvan geen weg terug meer was. Terrorisme heeft nu niets meer te maken met de aanslagen in de jaren '60. Die psychologie kon je heel goed begrijpen. Maar nu is het 'big business' geworden. Salman Rushdie vatte de zaak heel goed samen toen hij zei dat we na 11 september 2001 moeten beslissen of we het ervoor over hebben om zelfmoord te plegen om het recht op een minirok te vrijwaren tegenover anderen die hun leven ervoor veil hebben om hun vrouwen in boerka's te mogen begraven.'

In de tekst van 'Ulrike' komt Lauwers' obsessie met beelden als stomme getuigen van iets wat niet meer uit te drukken valt weer bovendrijven. De titel van de voorstelling, 'No Comment', verwijst trouwens naar een tv-programma op Euronews dat nieuwsbeelden bracht zonder commentaar. Over die onverschilligheid en verbijstering tegelijk gaat deze voorstelling. Als Lauwers' Ulrike Meinhof alles tot beelden omvormt, beelden die haar dan wel eindeloos besproken, gaat het om een strategie om de onverdraaglijke werkelijkheid op afstand te houden. Lauwers verwijst graag naar Andy Warhols strategie om dingen te ontwerkelijken, te ontzenuwen door ze tot een beeld om te vormen. Maar ondertussen zijn we een goede kwarteeuw verder. De mogelijkheid om beelden te (re-)produceren kwam door de digitale revolutie in ieders handbereik. Samplen maakt van iedereen een kunstenaar. Op een paradoxale manier wordt daardoor voor Lauwers het theater, eerder dan de beeldende kunst, een plek waar essentiële dingen gezegd kunnen worden.

Jan Lauwers: 'In beeldende kunst staat virtuositeit nu in een slecht daglicht. Je moet een vorm van naïviteit cultiveren om verder te kunnen. Op dezelfde manier is in de muziek geluid nu belangrijker dan compositie. Door die strategie lijkt het alsof iedereen kunst kan maken. Dat leidt tot een nieuwe roep om virtuositeit. Zelfs de vernietiging van virtuositeit wordt al eens opgevoerd als een nieuwe virtuositeit. Maar zo'n virtuositeit is natuurlijk een burgerlijke vorm van wansmaak. Paganini was daarvan in de negentiende eeuw al een vroeg voorbeeld. Het publiek wilde de kunstenaar zien werken en lijden, of hoopte zelfs stiekem dat hij de hoogste noot niet zou halen. Maar dat is ersatzkunst. In Carrara kunnen zelfs jonge kinderen probleemloos een Piëta in marmer nabootsen. Door hun vertrouwdheid met marmer als materiaal hebben ze daarin een grote virtuositeit bereikt. Maar daarom worden het nog geen echte beeldhouwers. Als Wolfgang Tillmans een Turner-prize krijgt voor een foto van een jeans-broek op een radiator, dan gaat het niet om de virtuositeit van die daad, maar om de visie die eruit spreekt. Maar die 'andere' virtuositeit wordt ondergraven doordat iedereen een foto kan maken. En dat is wat theater zo bijzonder maakt. Op theater kan je niet 'samplen' of digitaliseren. Het gaat om wat er hier en nu gebeurt. Vroeger werd door beeldende kunstenaars neergekeken op theater. Het was een vulgaire vorm van amusement, die geen werkelijke artistieke uitdrukking zou toelaten. In theater keek men op naar wat er in de beeldende kunst gebeurde. Maar nu gaat het verkeer de andere richting uit. Mensen uit de beeldende kunst halen energie en inspiratie uit de hier-en-nugedachte van het theater. Toch heb je ook in het theater een vulgaire en een interessante vorm van virtuositeit. Veel theatermakers etaleren hun kunnen op de meest nadrukkelijke manier, en volgen daarmee het model van Paganini. Maar acteren wordt pas echt boeiend of echt virtuoos als je niet meer merkt dat er geacteerd wordt. Ik wil beelden maken over dingen die ik zelf niet meer begrijp. Hoe je dat bereikt, daar zijn we zelf niet uit hier. Het spel moet een soort terloopsheid kennen, alsof de acteurs het ter plekke verzinnen. Het beeld moet iets onvermijdelijks hebben. Je moet geloven dat het alleen maar zo kan. Het minste metier dat je voelt haalt zo'n beeld ogenblikkelijk onderuit. Het is werken op het scherp van de snee. Een systeempje dat we hanteren heten we 'de psychologie van de deurklink'. Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand vertrekt, en met de deurklink in de hand nog een laatste opmerking maakt, die achteraf de belangrijkste van een heel gesprek blijkt te zijn. Ieders aandacht gaat al naar iets nieuws uit, en net op dat moment gebeurt het wezenlijke. Zo moet ook theater zijn.'

'No Comment'

staat van 24 tot en met 26 april in het Kaaitheater te Brussel. Reservering en inlichtingen: 02/201.59.59 of www.kaaitheater.be / www.needcompany.org