Date 2003-09-03

Publication De Tijd

Performance(s) Visitors Only

Artist(s) Stuart, Meg

Company / Organization

Keywords visitorsalibihuisperformersenergiecirkeleindbeeldbezetenheiduitsnijdingenbuitenafviebrock

Bezeten theater: PODIUMKUNSTEN - Meg Stuart over 'Visitors Only'

Bezeten theater

PODIUMKUNSTEN - Meg Stuart over 'Visitors Only'

'Visitors Only', het stuk dat Meg Stuart afgelopen jaar maakte voor het 'Schauspielhaus Zürich' is hier maar enkele keren te zien. Het decor van Anna Viebrock is immers zo complex en zwaar dat slechts enkele huizen het werk kunnen plaatsen. Toch gaat het niet, als zo vaak met somptueuze decors, om gratuite krachtpatserij. 'Visitors Only' is één van die werken die je dwingen om na te denken over wat op een podium voorstelbaar is. Ondanks zijn minutieuze detaillering en overdadige opeenvolging van handelingen lijkt het stuk nergens op aan te sturen, tenzij dan één grote leegte. Het eindbeeld dat rest is enkel een onverklaarbare uitbarsting van energie. En toch lijkt het steek te houden, al weet je nooit precies waarom. Een gesprek. Pieter T'JONCK

Meg Stuarts 'ALIBI' toonde in pakkende beelden wat er gebeurt als de grens tussen het individu en de wereld verdwijnt door de alom aanwezige blik van de media. Je zag mensen onder het oog van de camera hun mentale 'vastigheid' verliezen. Door het stuk te situeren in een schaduwloze betonnen ruimte die sterk leek op een Amerikaanse executiecel kreeg die onttakeling een navrante bijsmaak. 'Visitors Only' lijkt mijlenver van deze dreigende sociale werkelijkheid verwijderd. De voorstelling laat zich nog het best lezen als een 'trip', een verkenning van de uithoeken van de menselijke geest. Het decor, een levensgroot, middendoor gesneden, huis versterkt die idee. Het huis is immers dé metafoor bij uitstek voor de menselijke geest. Toch bestaat er tussen de twee voorstellingen ook zoiets als een geheime band, een zekere complementariteit. Het huis op het podium is immers geen gewoon huis. Enorme uitsnijdingen op de eerste en tweede etage geven het een verknipte, piranesiaanse aanblik. Spoken en schimmen waren er rond. De onderste etage staat op een groot, melkwit plateau. Het lijkt wel alsof de onderste meter van het gebouw weggezonken is in deze witte massa. De personages in deze voorstelling dolen hier rond als zombies, op hol geslagen neuroten of bewegende poppen. Ze hebben evenmin als de personages in 'ALIBI' een welomschreven persoonlijkheid, een duidelijk karakter. Integendeel, ze lijken slaven van het huis dat hun rollen opdringt die ze moeizaam en onbegrijpend vervullen. De subjectiviteit van de personages lijkt daarom ergens buiten henzelf in het huis, gesitueerd te zijn. Op een paradoxale manier lijkt 'Visitors Only' daarmee de subjectieve beleving te tonen van het proces dat in 'ALIBI' van buitenaf gedemonstreerd werd. De harde, objectieve ruimte van 'ALIBI' wordt hier een doolhof zonder uitgang. Het meest merkwaardige van de voorstelling is echter dat deze verkenning niet enkel als kommer en kwel overkomt. Het lijkt er Stuart niet om te doen om 'aliënatie' of zoiets aan te klagen. Integendeel, als de performers op het einde al rondtollend bijna in trance gaan, levert dat een merkwaardig gevoel van verlichting, zelfs bevrijding op.

Je komt in deze voorstelling voortdurend ogen te kort om de handeling te volgen, en dan is het decor nog zo gemaakt dat dat ook fysiek haast onmogelijk is. Is dat een bewuste keuze?

Meg Stuart: 'De voorstelling is een beetje als de scenografie. Als kijker heb je inderdaad voortdurend het gevoel iets te missen. Je weet ook niet waarop je je moet steunen om de betekenis van het gebeuren te achterhalen. Die lijkt je als in een mysterie steeds te ontsnappen. Dat is een groot verschil met 'ALIBI'. We werkten aan dit stuk met nagenoeg hetzelfde team, maar toch is het resultaat totaal anders. 'ALIBI' vertrok vanuit een harde, grauwe werkelijkheid. De voorstelling werd beheerst door een gevoel van crisis, en zat dus vol hevige sensaties en geweld. Het eindbeeld toonde lichamen die uit elkaar vallen. 'Visitors Only' opent met datzelfde eindbeeld van schuddende, trillende lichamen, maar gaat dan een andere kant op. Van in het begin stond het mij voor ogen dat dit stuk over een ongewone waarneming van de wereld moest gaan. De gebeurtenissen moesten geen betekenis dragen zoals ze dat in 'ALIBI' doen. De sleutelwoorden waren 'transformatie' en 'bezetenheid'. Ik dacht aan het lichaam als een kanaal waardoor vele vormen van energie passeren. Of zelfs, vele persoonlijkheden. De performers moesten zich gedragen alsof ze bezocht werden door anderen. Sommigen van die bezoekingen waren welkom, andere weer niet, zodat binnen één persoon vele alternatieve bewustzijnstoestanden zichtbaar worden. De performers zijn werkelijk als lege hulzen. De titel van de voorstelling, 'Visitors Only', verwijst naar het feit dat ze enkel door hun bezoekers bestaan. Dat is ook de reden waarom de stemmen van de performers haast steeds vervormd zijn: het is alsof iemand anders door hun mond spreekt. Dat is soms erg onbehaaglijk, het gaat moeilijk. Dat is niet het geval bij stemmen die vrij in de ruimte zweven: die komen vaak onvervormd door.'

De gedragingen van de performers lijken vaak ongewilde slapstick. Waarom kies je daarvoor?

Stuart: 'Het beeld dat mij tegelijk voor ogen stond was dat de performers als het ware van een andere planeet kwamen en op aarde landen na een geweldige ramp. Alles is hen vreemd, het huis met zijn vreemde structuur het meest van al. Hun opgave bestaat erin om de sleutel te vinden om te begrijpen wat er zich hier heeft afgespeeld. Maar hier speelt het huis hen parten, want het zit wel vol herinneringen, maar die zijn niet logisch. Het is alsof het huis spelletjes met hen speelt. Het is het huis dat hun acties dirigeert en niet omgekeerd. De performers zijn tegelijk aan- en afwezig bij die speurtocht. Er zijn zelfs scènes waarin performers voortdurend heen en weer gaan tussen de beschrijving van wat hen overkomt en het werkelijk beleven van die scène. Dat leidt tot heel bijzondere vormen van bewegingsonderzoek. Je moet bewegen alsof je jezelf van buitenaf bekijkt, alsof het niet jij zelf bent die je arm beweegt, maar iemand anders. Om daartoe te komen stelde ik de definitieve uitwerking van de voorstelling heel lange tijd uit. We bleven heel lang op het niveau van oefenen en onderzoeken. We werkten met een 'energiecirkel'. Iemand maakt een beweging, iemand anders gaat daar op door. Die intensieve uitwisselingen kan je beschouwen als een verhevigde vorm van een gewone sociale context. Iedere sociale context kent zijn regels en gewoontes. Kijk je iemand in de ogen of niet, raak je hem aan of juist niet? In de kleine onwillekeurige gebaren die je stelt in aanwezigheid van anderen kan je al een eerste vorm van dans onderkennen. Het werk in die energiecirkel zou je kunnen omschrijven als het openbreken van de code van sociaal contact. De deelnemers hebben op dat ogenblik een verhoogd bewustzijn van hun wijze van handelen verworven, en zo ook het vermogen om vrij te associëren op wat er rondom hen gebeurt. Het is door die lange oefensessies dat het stuk zo'n overvloed aan materiaal en complexiteit heeft verworven. Het bleek uiteindelijk aartsmoeilijk om dat onderzoeksmateriaal in een voorstelling te vertalen. Het mocht niet te theatraal worden, want dan werden het flauwe kleine scènes, maar ook de abstractie van een pure choreografie voldeed niet. Zo zijn we gekomen tot de personages en beelden die je nu ziet. De slapstick waarvan je spreekt, ontstaat door het feit dat ze gewoon niet weten wat ze aan het doen zijn. Ze imiteren of doen iets dat ze zelf niet begrijpen'

Is de bezetenheid die je toont de vertaling van een sombere kijk op de 'condition humaine'?

Stuart: 'Het lijkt misschien iets heel akeligs om bezeten te worden door andere geesten. Maar de ervaring om buiten jezelf te staan, om als het ware op afstand gade te slaan wat er met je gebeurt, is voor mij niet noodzakelijkerwijs negatief. Het kan ook een prachtig moment zijn, waarop je je extreem bewust bent van je toestand. Het is niet zomaar afwezigheid. Er is natuurlijk ook een keerzijde aan. Het kan wijzen op gevoelloosheid, afstomping zelfs, bijvoorbeeld als reactie op een teveel aan sensaties en indrukken die op je afkomen. In 'ALIBI' is zo'n moment in één scène verfilmd. Je ziet een man in de metro staan. In voice-over hoor je tegelijk zijn gedachten: hoe hij verlangt om te verdwijnen, op te gaan in de massa, niet langer zichzelf te zijn. Daar zie je die schaduwzijde. 'Visitors Only' neemt op het einde echter een andere wending. In een lang uitgesponnen scène, die we 'spinning' noemen, blijven alle dansers rondtollen op het podium. De ene als een draaiende derwisj, de andere in een innige omhelzing, nog een die als een hondje rondhuppelt, maar steeds als een eindeloos doorgaande beweging. Die scène is nauw verbonden met wat een stem even tevoren zegt: 'You can erase my memory, take my belongings, take my name.' Het is een scène die gaat over overgave. Het gaat dan niet meer over persoonlijkheid maar over het toelaten van de energie die voortkomt uit het eindeloos in cirkels draaien. De dans komt los van de lichamen. Het is als een spirituele oefening.'

'De scenografie heeft een grote impact. Hoe heb je daarover overlegd met Anna Viebrock?'

Stuart: ''Alice in Wonderland' was als een geheim thema voor ons. Vragen als: hoe zou het zijn om aan de andere kant van een spiegel te staan, kan je je voorstellen dat je de wereld ziet alsof je keek door het verkeerde eind van een vergrootglas. Dat bracht ons tot allerlei vragen over wat bewustzijn en waarneming betekenen, hoe ze werken. Zo kwamen we op het idee van een huis als een soort brein. Daarbij ontdekten we dat we een fascinatie voor het werk van de overleden Newyorkse kunstenaar Gordon Matta Clark delen. Sporen daarvan zie je in de grote uitsnijdingen in de wanden van het huis. Op die manier is het niet alleen maar een huis. De scenografie verwijst ook naar de witte ruimtes van een galerie. Maar de vreemd verknipte vorm van de scène is meer dan alleen een verwijzing. Door het midden van het huis weg te zagen kon ik vier verschillende werelden tegelijk tonen. Op die manier krijgt het ding ook iets van een poppenhuis. En de performers zijn ook heel vaak een soort poppen, bijvoorbeeld in het eerste deel van de voorstelling waarin ze opkomen in vreemde kostuums en zich houterig en traag bewegen. Uiteindelijk bleek deze scenografie een uitdaging van formaat om mee te werken. We konden al heel vroeg in het repetitieproces over een eerste versie ervan beschikken. Al snel bleek dat de ruimtes, hoe groot het er van buitenaf voor de toeschouwer ook mag uitzien, van binnenuit een claustrofobisch effect hebben. Het bleef zoeken naar een manier om de dans, ondanks de indeling in kleine kamers, toch zichtbaar te maken.'

'Visitors Only'

in het Kaaitheater, Sainctelettesquare 20, Brussel van 10 tot 13 en 16 tot 17 september. Inlichtingen en reservering: www.kaaitheater.be of 02-201.59.59. De voorstelling staat ook van 27 tot 29 november in De Singel en op 5 en 6 december in het Concertgebouw in Brugge. En in de Rotterdamse Schouwburg op 12 en 13 december.