Eenzaam met twee
'Skènè'
Dinsdag 2 maartCCBe Antwerpen
(tijd) - Etienne Guilloteau studeerde af aan de dansschool Parts met 'Love me two times'. In deze solo liet hij op een intelligente manier zien hoe onzeker de relatie is tussen onze herinnering van een lichaam en dat lichaam zelf, vooral wanneer het gezicht verborgen blijft. Het duet 'Skènè', dat hij brengt met Claire Croizé, is even intelligent van opzet, maar raakt onbetwistbaar ook een emotionele snaar.
'Skènè' krijgt als motto een citaat van Gilles Deleuze en Félix Guattari mee: 'Een kind in het donker, in de greep van de angst, sust zichzelf door zachtjes te zingen. Het loopt en houdt halt volgens zijn lied. (...) Zijn gezang is als een ruwe schets van een stabiel en kalm centrum, dat stabiliteit en kalmte biedt in het hart van de chaos.' In dit stuk is de chaos de leegte van het podium. Bij de aanvang ligt daar enkel een omgevallen stoel, met Croizé ernaast. Ze zet de stoel recht, kijkt ernaar en verplaatst hem. Niets gebeurt, ook niet als ze herhaaldelijk tegen de stoel schopt. Al haar volgende acties om de stoel een 'antwoord' te ontlokken hebben nog minder effect: springen, op en onder de stoel gaan liggen, gooien met de stoel of ermee dansen. Hoe abstract de handelingen ook, het is moeilijk om er geen metafoor in te zien voor een gevoel van verlatenheid.
Dat gevoel wijkt niet meer uit de voorstelling, ook niet als Guilloteau verschijnt. Op dat moment weerklinkt een pianoconcerto van Mozart, tegelijk zakken twee felle lichten tot vlak boven de podiumvloer. De dansers staan in een hoek bijeen. Hun blikken speuren de omgeving af, maar kruisen elkaar nauwelijks, enkel als bij toeval. Toch pikken ze, als was het onbewust, elkaars bewegingen op. Eerst volgen ze samen de beweging van een imaginair voorwerp in de lucht, daarna gaan hun armen een na een, afgemeten en precies, de lucht in. Ook als er steeds meer passen en armzwaaien volgen, lijkt hun bewegen, door het droge staccato, in fase met de muziek, meer op een automatisme, een turnoefening dan op 'echte' dans. Dat effect wordt nog meer in de hand gewerkt doordat er geen contact ontstaat, ondanks de gelijktijdigheid van bewegingen. De gebaren blijven lege tekens. Ze blijven alleen met zijn tweeën.
De relatie met de muziek, een symfonie en een pianosonate van Mozart, wordt daarentegen steeds sterker ingekleurd door een modulatie van de bewegingstaal volgens de dynamiek van de muziek. De bewegingen variëren van heftig en wild aan het einde van de symfonie tot ingetogen en verstild in de laatste beweging op de pianosonate. Het stuk eindigt verrassend: terwijl de dans weer op gang komt, vallen plotseling alle muziek en licht weg. Het aardedonker wordt plotseling de onzekere toekomst van deze twee eenzame lotgenoten. Het mooie van de voorstelling ligt in de manier waarop het samenspel tussen muziek en beweging een abstracte, maar sterke verbeelding geeft van de wisselvalligheden van communicatie tussen twee mensen: die verloopt nooit rechtstreeks, maar steeds via een omweg, zoals de muziek. Enkel die bezweert de angst voor de leegte.Pieter T'JONCK
'Skènè' staat nog van 5 tot 7 maart in de Beursschouwburg in Brussel. Inlichtingen: tel. 02/550.03.50 of www.beursschouwburg.be