Date 2004-05-24

Publication De Tijd

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords festivaldéplacementlookingpromotieoosteneditieleysenprocentmottowaren

Grenzen opruimen

Grenzen opruimen

KunstenFESTIVALdesArts

28 april tot 22 meiBrussel

BRUSSEL (tijd) - De 9de editie van het Brusselse KunstenFESTIVALdesArts, met als motto 'L'art du déplacement', werd zaterdagavond afgesloten met een groot feest in de Beursschouwburg. Met reden: het festival is met deze editie volwassen geworden en kan - ondanks het 'moeilijke' programma - bogen op een ruime publieke belangstelling.

Enkele cijfers. Het festivalbudget bedroeg dit jaar 2,5 miljoen euro, waarvan nog 100.000 euro ingevuld moeten worden. Daarmee is het, in financieel opzicht, het kleinste festival in Europa. Het Holland Festival heeft twee keer meer middelen, de Wiener Festwoche kunnen qua subsidies alleen al rekenen op 14,5 miljoen.

De impact van het festival is omgekeerd evenredig met dit bedrag. Dat blijkt onder andere uit de publieksopkomst. 98 procent van de 21.500 tickets werd verkocht. Vergeleken met een gemiddelde verkoop van 75 procent over de negen edities betekent dat een stijging. Nogal wat activiteiten, zoals de installatie van Benjamin Verdonck of de dagelijkse performance van het Engelse duo 'Lone Twin' waren bovendien gratis, zodat het publieksbereik van het festival vermoedelijk nog hoger ligt.

Ook professionele kijkers daagden massaal op: programmatoren komen steeds vaker naar het festival om dingen te ontdekken. Dankzij het festival toert bijvoorbeeld de Iranees Amir Reza Koohestani binnenkort in Europa.

Die grote belangstelling ligt niet voor de hand. Door het krappe budget besteedt het festival weinig geld aan promotie, terwijl de keuzes van het festival toch allerminst voor de hand liggen. Het programma kende 16 creaties. Veel van de artiesten op de affiche waren buitenlanders die buiten de eigen landsgrenzen nauwelijks bekend zijn. Voor de toeschouwer was haast elke selectie daarom een wild card.

Het festival bekende zich ook niet tot één esthetica of één genre. In het theateraanbod trof je stukken aan die schatplichtig zijn aan een klassiek psychologisch realisme, zoals 'Cleansed' van Sarah Kane door het gezelschap 'Oczyszczeni' van Krzysztof Warlikowski. Daar stonden voorstellingen tegenover als 'Looking for a missing employee' van Rahib Mroué die minder een vertoning dan een performance, een statement zijn.

In de dans stond Padmini Chetturs subtiele herlezing van traditionele Indische dans in contrast met het werk van twee Braziliaanse choreografen. Bruno Beltrao gebruikte hip hop als een taal om zijn leefwereld uit te tekenen, Frederico Paredes maakte conceptuele dans die aanleunt bij Europees werk, maar wel met een uitgesproken politieke ondertoon.

Het motto 'L'art du déplacement' kreeg dan ook een bijzondere betekenis. Het ging er dit festival niet zomaar om een staalkaart te tonen van wat er in de wereld te zien is. Het ging er evenmin om het publiek kennis te laten maken met de vele onbekende zalen en zaaltjes die verspreid liggen over het Brussels Gewest. De 'déplacement' ging vooral over het opruimen van grenzen in de hoofden van de toeschouwers. De grote diversiteit van het aanbod dwingt je voortdurend om je eigen oordeel te vormen over een werk. Door de vele onbekende namen zijn er trouwens geen voorgekauwde meningen om je op te verlaten. Dat leidde tijdens het festival onder publiek en deelnemende artiesten meer dan eens tot hooglopende discussies. Enkele voorstellingen uit het Nabije Oosten veroorzaakten zelfs een ware controverse. Terwijl de enen in Abbas Kiarostamis 'Looking at Ta'ziyè' een aangrijpend document van een rurale samenleving zagen, veroordeelden anderen dit werk als een te esthetiserende blik op het Oosten of een onvolledig portret. Goed of fout, het werk maakte de kijkers in elk geval extreem bewust van hun (fataal) onvolledige of gebrekkige kijk op de werkelijkheid.

Of zoals Frie Leysen, de organisator van het festival, het uitdrukte: 'Deze kunstenaars tonen dat er grenzen zijn aan wat we kunnen weten of zeggen.' De basisgedachte van het festival is een forum te vormen waar artiesten hun specifieke kijk op de werkelijkheid tonen om de toeschouwer aan het denken te zetten. Dit festival is er een van kunstenaars, niet van kunstwerken. Veel aanwezige kunstenaars waren ook al eerder te gast op het festival. Leysen: 'Je mag een artiest niet één woord laten zeggen, je moet hem de ruimte geven om zijn zin af te maken.'

Ondertussen barst het festival wel stilaan uit zijn voegen. In deze editie waren er verhoudingsgewijs veel kleine voorstellingen. Grote producties als 'Wolf' van Alain Platel waren op één hand te tellen. Met de budgetten kan het ook niet anders. Voor grote voorstellingen moet het festival onveranderlijk rekenen op internationale coproducenten. Dat maakt het productieproces kwetsbaar en vergt naar verhouding te veel inzet. Veel kunstenaars die met het festival groot geworden zijn, staan wel klaar om meer ambitieuze projecten te verwezenlijken. Om het maatschappelijk draagvlak van het festival in stand te houden, moet het de komende jaren ook meer investeren in promotie.

Pieter T'Jonck

rolff