Date 2004-06-18

Publication De Tijd

Performance(s) Big #2 – Show/BusinessBig #1

Artist(s)

Company / Organization Superamas

Keywords bigdemagogiecosmeticasequeloppervlakkigheidbusinessjuichenmassaspektakelcontamineertmassacultuur

Montage en onderzoek tegenover geloof en demagogie: Frans-Oostenrijkse groep Superamas maakt met 'Big #2' besmet theater

Montage en onderzoek tegenover geloof en demagogie

Frans-Oostenrijkse groep Superamas maakt met 'Big #2' besmet theater

(tijd) - Of je houdt van de Frans-Oostenrijkse theatergroep Superamas of je haat ze. Een tussenweg lijkt er niet te zijn. Wie echter, zoals een programmeur van een groot Vlaams cultuurhuis, meent dat Superamas 'slecht theater' maakt, verliest één ding uit het oog: de groep claimt niet dat ze goed theater maakt. Wel dat ze ook in 'Big #2', de 'sequel' van 'Big #1', de fascinerende oppervlakkigheid van onze samenleving aftast. 'Theater contamineert kunst met massaspektakel.'

'Big#1' begon als een reality-show, serveerde vervolgens een dans-act naar 'Fat Boy Slim' en vergleed dan in een soap-opera. Die soap ontwikkelde zich daarna tot een heuse reclamespot voor een terreinwagen, met twee wulpse dames op de motorkap. In een epiloog stelden diezelfde twee dames zich hoogst ernstig vragen bij Adorno's denkbeeld dat cinema manipulatie van het volk is. Die heterogene scènes werden oeverloos, vanuit steeds nieuwe gezichtspunten herhaald, en gelardeerd met wetenschappelijke documentaires over de manier waarop emotie en rationeel handelen met elkaar verstrikt zijn. 'Big #1' werd zo een fascinerende proeve van 'gevaarlijk denken'. Nergens in het stuk stak een vermanend vingertje over hoe commercieel, banaal of geperverteerd de wereld wel is de kop op. Maar door steeds weer dezelfde scènes te herhalen reveleerde de voorstelling wel hoe net al die banaliteit en slechte smaak onze voorstellingen en gedachten kleurt en stuurt, zelfs al wanen we ons er ver boven verheven. En of dat dan een slechte, dan wel een onontkoombare of zelfs toe te juichen zaak is, diende je als kijker zelf uit te zoeken. 'Big # 1' toonde de veellagige structuur van de wereld, zonder commentaar. De groep heeft daarmee meer van de allure van een onderzoeksteam dan van artiesten van klassieke stempel. De 'persoonlijkheid' van de artiest is zelfs zo weinig van tel dat de groep hardnekkig weigert om namen van de leden vrij te geven. Net dat, zo blijkt in een gesprek, bepaalt de mogelijkheid om toch een kritische positie in te nemen: bij gebrek aan een figuur om zich mee te identificeren moet de kijker voor zichzelf uitmaken hoe en in welke mate zijn eigen kijk op de dingen hier in het geding is.

Met de keuze voor een 'sequel' lijkt Superamas de identificatie met de mechanismen van massacultuur nog sterker te incorporeren. Is dat een bewust statement? Superamas: 'We kregen al vaker het verwijt dat we apolitiek zijn of onmogelijke standpunten innemen. Men vindt ons werk zelfs slecht theater. Maar om die uitspraak te kunnen doen, moet je weten wat theater dan wel hoort te zijn. Wij breken ons daar het hoofd niet over. We maken gewoon gebruik van de theaterconventies om vragen te stellen. Niet om antwoorden te formuleren. Er zijn theatergroepen te over die zich erop toeleggen kritische vragen te stellen en er meteen de antwoorden bij leveren. Maatschappijkritiek formuleren is bijna verplicht voor een nieuw stuk. De mensen zijn daar bovendien verzot op. Ze krijgen een veeg uit de pan voor hun consumptiedwang en ze juichen dat toe. Vreemd toch? We exploreren en exploiteren daarentegen op een vrijpostige manier de ervaring van de spectaculaire samenleving. Daar hoort ook de 'sequel', de episodische ervaringsstructuur bij. In deze voorstelling volgen we echter een andere strategie om dezelfde vragen te stellen. Wat je zeker zult herkennen, is het principe van de herhaling. Dat is geen gimmick. Herhaling wijzigt de interpretatie van een gebeurtenis. Er sluipen andere elementen, andere sensaties binnen in de waarneming. Het is een probaat middel om de toeschouwer er bewust van te maken dat hij aan het interpreteren, aan het nadenken is. En dat zijn denken mee gestructureerd wordt door de 'formats' en mechanismen van de populaire beeldcultuur.'

Maar er is ook een groot verschil: 'Big #2' heeft als ondertitel 'Show/Business'. 'De voorstelling heeft de vorm van een komische theatervoorstelling, terwijl 'Big #1' als een performance oogde. 'Big #2' heeft dus een frontale, typisch theatrale opstelling, en wordt begeleid door leuke muziekjes en dies meer. Echt spektakel, kortom. Een dijenkletser is het wel niet, denk maar aan bittere komedie in de traditie van Ernst Lubitsch.'

Cosmetica

Ook 'Big #2' bevat weer specifieke ingrediënten. Superamas: 'We voeren twee kerels en een airhostess op. Ze ontmoeten elkaar in een cosmeticaboetiek op een luchthaven. Over die cosmetica ontstaat een discussie. Oppervlakkigheid troef natuurlijk. Je kunt je echter afvragen hoe en waarom we een verhouding zoeken tot die producten. Nu voelen we er niet de minste behoefte aan om de kijkers daarover de les te spellen. We klampen ons integendeel aan die oppervlakkigheid vast. Tegenover de oppervlakkige wereld van de cosmetica zetten we interviews met John Rose, afgevaardigd beheerder van Rolls Royce, die uiteenzet waarom hij 5.000 personeelsleden laat afvloeien. Dat harde feit staat in schril contrast tot het beeld van onvergelijkbare luxe dat de naam Rolls Royce oproept. De werkelijkheid is natuurlijk dat die firma geen wagens meer bouwt, maar vliegtuigmotoren. Die spanning tussen de verlangens of verwachtingen die een naam oproept en de werkelijkheid die er achter zit, is boeiend.'

Ook in de kunst bestaan verleiding en harde ideologie gelijktijdig, ogenschijnlijk gescheiden, maar toch innig verbonden. 'Elk theater is ook een vorm van propaganda. Business en kunst zijn op een onontwarbare manier verstrikt, en des te meer naarmate er geen verband lijkt te bestaan. Maar alweer, we gaan dat niet uit de weg. De voor de hand liggende strategie zou zijn zich af te keren van spektakel om zich terug te trekken in de heilige burcht van de kunst. Daarachter zit het idee dat er een absolute tegenstelling zou bestaan tussen massacultuur en de individuele verhouding tot de ware kunst. In de kunst zou het ware woord gesproken kunnen worden, zou er een echte gedachtenwisseling kunnen zijn. In die zin bevat kunst altijd de belofte van geluk. Maar dat geldt ook voor politieke formaties als het Vlaams Blok. Ook zij beloven geluk. In beide gevallen gaat het om een geloof. Tegenover geloof en demagogie stellen wij montage en onderzoek. En wat merk je dan? Theater contamineert kunst met massaspektakel. Je bent wel alleen met je blik, maar tegelijk maak je deel uit van een groep. Dat is niet onschuldig. Karl Kraus zei het al. 'Onder vrienden heb ik het gevoel dat ik mezelf ben. Maar in een grote groep lijkt het alsof ik niet meer weet wie ik ben.' Die verwarring spelen we terug naar de kijker. Hij kan zelf zijn conclusies trekken.'

Pieter T'JONCK

'Big #2 - Show/Business', vr. 18 en za. 19 juni, 20.30u., Limelight Kortrijk; do. 24 tot za. 26 juni, 20.30u., Beursschouwburg Brussel. Informatie en reservering: 056/22.89.22 of www.dansinkortrijk.be en 02/550.03.50 of www.beursschouwburg.be In oktober ook in Stuk, Leuven.