Date 2005-04-11

Publication De Tijd

Performance(s) Document 4

Artist(s) Gaudreau, Lynda

Company / Organization

Keywords documentsysteemperformersvoorwaardendocumentsuitkomstscoretoevalsprocedureskijkeruiteenlopende

'Wij plannen de voorwaarden, niet de uitkomst': Choreografe Lynda Gaudreau en dramaturge Bojana Cvejic over een dansvoorstelling die zichzelf maakt

'Wij plannen de voorwaarden, niet de uitkomst'

Choreografe Lynda Gaudreau en dramaturge Bojana Cvejic over een dansvoorstelling die zichzelf maakt

(tijd) - De Canadese choreografe Lynda Gaudreau is te gast in de Gentse Vooruit met de voorstelling 'Document 4'. Sinds 1998 onderging haar werk een drastische gedaantewisseling. Ze besloot niet meer te choreograferen op bestelling, maar zich te wijden aan een reeks 'Documents', die onderzoeken hoe we onze waarneming van de werkelijkheid via beweging organiseren. In dit vierde 'Document' werkt ze samen met dramaturge Bojana Cvejic.

Hoewel ze als reeks zijn opgezet, oogt elk 'Document' verschillend. Dat komt vooral omdat Gaudreau voor elk nieuw 'Document' andere samenwerkingen aangaat. De eerste 'Documents' kon je lezen als een catalogus van belangrijke momenten in de hedendaagse dans, een 'Encyclopédie' met citaten uit het werk van diverse kunstenaars als Meg Stuart of A.T. De Keersmaeker. In 'Document 3' werkte ze samen met de Portugese choreografe Vera Mantero. Samen creëerden ze een spannend spel met taal en beweging. Deze keer ging ze aan de slag met de Italiaanse componist Matteo Fargion, een 'compagnon de route' van de Britse choreograaf Jonathan Burrows, en de Kroatische dramaturge Bojana Cvejic. Fargion speelt ook mee in de voorstelling. Voor een gesprek over de voorstelling schuift Cvejic dan weer mee aan tafel. De twee praten voortdurend door elkaar heen, of vullen elkaar halverwege een zin aan. Gaudreau meer bedachtzaam, Cvejic geagiteerd en enthousiast.

Mensen van hier

Maar even belangrijk, zo blijkt, is de cast van performers die Lynda Gaudreau aantrok. 'Tot dusver bracht ik altijd mijn performers mee vanuit Canada, terwijl ik toch mijn belangrijkste werk hier gemaakt heb. Waarom niet werken met mensen van hier, dacht ik. Dat blijft natuurlijk relatief: de danserspopulatie hier is zo internationaal dat het uiteindelijk een verzameling van de meest uiteenlopende nationaliteiten werd, met figuren met heel uiteenlopende achtergronden en een aparte verschijning zoals Mette Edvardsen, Lilia Mestre, Claire Godsmark, Sandy Williams en Mårten Spångberg. Enkel Martin Tétreault bracht ik uit Canada mee. Hij is een van de eerste 'turntablists' (een kunstenaar die composities maakt met platendraaiers, PTJ).'

Blijft de vraag waar het over gaat in deze 'Document 4'. Of hoe het werk eruit ziet. Zeker dat laatste willen ze voorlopig niet onthullen, maar ze willen wel iets kwijt over de inzet van dit werk. Gaudreau: 'Ik wilde een werk maken dat als het ware de vraag naar inhoud of betekenis van de dans net een stapje voor blijft. Anders gezegd: ik wilde een choreografie bedenken die door de kijker ervaren kan worden als een soort bewegingsobject dat zich ontvouwt in tijd en ruimte. Een levende compositie als het ware. Ik wou bovendien kwesties van inhoud, stijl en esthetiek vermijden. Ik wilde geen werk 'in de stijl van Lynda Gaudreau'. Dat heb ik trouwens altijd vermeden.'

Stemming

Cvejic vult aan: 'We zochten een manier om het werk 'vanzelf' te laten ontstaan, zonder dat we op een subjectieve basis beslissingen moesten nemen over wie wat waar doet. We vroegen ons af of het zo mogelijk zou zijn om de kijker in een stemming te brengen waarin hij enkel op zijn waarneming voortgaat, en niet langer de behoefte voelt om wat hij ziet ook te benoemen of te betekenen. Het beeld dat ons voor ogen stond was dat van een gebeuren dat zo complex is dat je nooit het geheel kan overschouwen.'

De makers hopen dat net die omstandigheid de kijker de vrijheid geeft zelf de momenten te ontdekken waar de performers tot iets ongewoons komen, iets wat niet in een bekende categorie valt. Cvejic: 'Aanvankelijk probeerden we dat met een 'score', naar analogie met een muzikale 'score'. Stel het je voor als kaartjes met geschreven opdrachten die volgens een bepaalde tijdstructuur moesten worden afgewerkt. Maar dat bleek niet te werken. Het beeld dat we kregen werd te homogeen en te statisch. We zijn op een ander systeem overgestapt, maar dat moet je zelf maar ontdekken.'

Gaudreau preciseert verder: 'Stel je bij 'score' in elk geval niet voor dat we hier met compositietechniek bezig zijn. Dat gaan we net uit de weg. De performers zijn een soort operatoren van een systeem dat we op voorhand vastgelegd hebben. Je zal zien dat de performers een reeks ingewikkelde handelingen moeten uitvoeren, die hun geestelijke en lichamelijke vermogens net even te boven gaan. Alsof ze altijd net iets te veel informatie hebben om hun opdracht volkomen te kunnen uitvoeren. Ze mislukken dus altijd op een of andere wijze in hun taak, maar dat toeval merk je als kijker niet. Op een bepaald ogenblik hebben we het resultaat van dat systeem vastgelegd. Er wordt dus niet geïmproviseerd in dit stuk.'

Naast de beweging zitten in de voorstelling nog twee andere lagen: de klank en het licht. Gaudreau: 'Ook die ontwikkelen zich volgens een eigen logica, die los staat van de logica van de beweging. Nochtans merk je wel dat op bepaalde momenten, en die zullen voor elke kijker wellicht anders zijn, klank, licht en beweging lijken te versmelten. De vraag die we ons stellen is welke verbeelding dat bij de kijker op gang brengt.'

Systeem en toeval, licht, klank en beweging als onafhankelijke gegevens, het lijkt wel alsof we terug zijn bij de aloude principes van Merce Cunningham, de grote vernieuwer van de Amerikaanse dans in de tweede helft van de 20ste eeuw. Gaudreau en Cvejic ontkennen het niet, maar wijzen meteen ook op grote verschillen. Cvejic: 'Het is een nogal Amerikaans project, inderdaad, omdat we het idee van de voorspelbaarheid van het podiumgebeuren op de helling zetten. We plannen de voorwaarden van de voorstelling, niet de uitkomst. Maar in tegenstelling tot Cunningham verlaten we ons niet op toevalsprocedures, maar op een systeem, een proces dat in de loop van de voorstelling zichtbaar wordt. Hij vertrekt bovendien van een bepaalde, arbitraire bewegingstaal, die hij dan door toevalsprocedures willekeurig combineert. Je voelt daar de sporen van de ballettraditie. Zijn werk staat daarom ook in zekere zin onverschillig tegenover de specifieke eigenheden van de uitvoerders. Hij werkt met ideale, totaal plastische lichamen. Wij werken daarentegen met individuen met al hun uiteenlopende fysieke karakteristieken. De bewegingen spruiten ook niet voort uit een abstracte vormentaal, maar volgen uit ons systeem.'

Gaudreau legt nog even de link naar 'Document 3': 'In dat stuk brachten de performers kleine klanken en minuscule bewegingen voort die net te weinig informatie produceerden om het gebeuren te kunnen benoemen. Dat soort geminiaturiseerde informatiepakketjes keren hier ook terug. Het is aan de kijker om het werk af te maken.'

Pieter T'JONCK

'Document 4' van Lynda Gaudreau staat op dinsdag 12 en woensdag 13 april om 20 uur in de Domzaal van Vooruit, Gent. Inlichtingen: tel. 09/267.28.28 of www.vooruit.be.