Date 2006-04-04

Publication De Morgen

Performance(s) TearjerkerOpening

Artist(s) Freeman, DavisEdvardsen, Mette

Company / Organization

Keywords tearjerkeropeningsmartlapfreemanmettedavismultimediaalhybridetranenontroering

Hoe werkt een smartlap?: Edvardsen brengt in 'Opening' alle mogelijke variaties op het thema van de opening, zonder ooit een vervolg te bieden

Hoe werkt een smartlap?

Edvardsen brengt in 'Opening' alle mogelijke variaties op het thema van de opening, zonder ooit een vervolg te bieden

Theater l Tearjerker van Davis Freeman en Opening van Mette Edvardsen

Pieter T'Jonck

Tearjerker van Davis Freeman en Opening van Mette Edvardsen vertellen geen verhaal en maken geen grootse choreografische geste, maar morrelen aan het 'format' van de voorstelling. Dat doet je preciezer kijken naar wat theater 'doet', maar echt overtuigend is het niet altijd.

De bijna onbegrijpelijke inleiding van Mårten Spångberg bij Opening van Mette Edvardsen doet het ergste vrezen. Toch is het werk zelf een amusante bespiegeling over dat zo belangrijke theatermoment waarop het geroezemoes verstomt, het licht in de zaal uitgaat en het podium oplicht. Het moment waarop je een speld kunt horen vallen en zelfs de kleinste gebeurtenis van het grootste belang wordt. Edvardsen brengt alle mogelijke variaties op dat thema van de opening, zonder ooit een vervolg te bieden. Alle gebeurtenissen 'haperen' na de eerste aanzet. Het stuk eindigt met een briljante vondst. Edvardsen verdwijnt via de zaal maar duikt even later weer op het podium op. Tenminste, dat denk je, omdat er een vrouw staat van ongeveer dezelfde lengte en met dezelfde haarsnit als zijzelf. Het duurt even voor je merkt dat hier een persoonswisseling plaatsvond. Toch ligt dat niet aan het gezicht van de stand-in (Nienke Reehorst). Nog voor je dat ziet, voel je door minieme verschillen in houding en bewegen dat er iets niet in de haak is. Het is een vreemde paradox: aan de ene kant streept het podium de verschillen tussen acteurs uit ten voordele van het 'personage'; aan de andere kant vergroot het die verschillen ook enorm uit. Hoe spitsvondig dat allemaal ook is, het is een iets te zouteloze denkoefening om te overtuigen.

Davis Freeman maakte Tearjerker met muzikant Paul Lemp en videast Jan Van Gijsel. Erg tongue in cheek vermelden ze dat in dit project 300 GB video, 4 Apple Powerbooks, 25 jaar muziekervaring, 8 monitors en nog heel wat andere technische apparatuur kropen. Om maar te zeggen: dit is een hybride, multimediaal project rond een simpele, oeroude vraag: hoe werkt een smartlap? Of nog: wat beweegt ons tot tranen toe? Een banaal antwoord is: hetzelfde chemische product dat ook filmacteurs gebruiken om tranen op te wekken. Een ander antwoord, waarmee het stuk opent, is: een song van Lionel Ritchie. Maar verder? We wenen bij het zien van oude familiefilmpjes. Tenminste, we wenen als iemand ons er de juiste uitleg bij verschaft. Bijvoorbeeld: dit was de laatste keer dat drie generaties samen aan tafel zaten. Wat de voorstelling suggereert, is dat elke ontroering in zekere zin voorgeprogrammeerd is, beantwoordt aan een narratief schema dat veel weg heeft van een soapserie.

Drie of vier keer ensceneren de drie mannen een telefoongesprek dat 'slecht' afloopt: verbinding verbroken, antwoordapparaat vol gesproken, verwijten die onuitgesproken blijven... We kennen het allemaal. Deze liveactie wordt verbonden met een visueel bombardement van filmpjes, gaande van wereldgebeurtenissen (Diana! 9/11!...) tot 'softe' beelden van spelende kinderen of lieve diertjes. Je kunt zelf de conclusie trekken: ontroering is een effect van enscenering en heeft niet noodzakelijk iets met de gebeurtenis zelf te maken. Die zit.

Waar en wanneer Opening, 1 april, Kaaitheaterstudio's, Brussel. Tearjerker, 2 april, Beursschouwburg, Brussel. Beide voorstellingen doen voorlopig België niet meer aan, maar keren ongetwijfeld nog terug. Tearjerker is op 7 en 8 april te zien in Parijs, www.villette.com

n Tearjerker, een hybride, multimediaal project, draait rond één simpele vraag: hoe werkt een smartlap? (Foto Jorge Rogas)