Wenen danst de zomer door
ImpulsTanz, een eigenzinnig festival in Oostenrijk
Oostenrijk staat allerminst bekend om zijn bloeiende dansscène. En toch: de hele zomer lang wordt Wenen beheerst door ImpulsTanz, een van de grotere dansfestivals in Europa. Bovendien een festival dat op originele wijze workshops aan voorstellingen koppelt.
Door Pieter T'Jonck
WENEN l De affiche van ImpulsTanz is erg gevarieerd: naast vaste waarden als Rosas of zelfs klassieke ensembles als Nederlands Danstheater III staan tegendraadse vernieuwers als Hooman Sharifi of Superamas. Het festival maakt geen scherpe keuzes, noch bulkt het van de creaties. Als geheel biedt het echter wel een mooi beeld van wat er in Europa op dansgebied gaande is. Tot tevredenheid van het Weense publiek, dat massaal de zalen vult.
Even massaal is het publiek voor de ongeveer 170 workshops die tijdens de dag plaatsvinden, onder meer in een oud legercomplex, het Arsenal, in een park aan de rand van het stadshart. De 3.000 à 4.000 deelnemers zijn hier echter vooral buitenlanders. Ook hier is het spectrum breed. Zowel beginners, gevorderden als professionele dansers komen aan hun trekken; het aanbod gaat van hiphop tot klassiek ballet. Het festival kijkt er ook op toe dat er tussen deze verschillende genres geen waterdichte schotten opgetrokken worden. Leraars en leerlingen worden aangemoedigd om waar mogelijk bij andere workshops hun licht op te steken. Dat creëert een gezellige drukte in de grote zalen van het Arsenalcomplex.
Vijfenzestig van deze deelnemers, het Dance Web, genieten een bijzonder statuut. Ze krijgen van het festival een beurs om gratis aan alle workshops deel te nemen en voorstellingen bij te wonen. En ze genieten gratis logies. Dit groepje is een bont gezelschap van jonge dansers en choreografen uit alle hoeken van de wereld. Ook enkele (voormalige) PARTS-studenten brengen hun zomermaanden hier door.
Voor dit festival moet je rustig de tijd nemen. Per avond wordt meestal slechts één voorstelling getoond. Slechts af en toe kun je in de vooravond een tweede stuk zien in de serie 8:tension voor aanstormend jong talent. Toch is dat geen truc om toeristen te lijmen. In tegenstelling tot de Wiener Festwochen is ImpulsTanz zelfs geen stedelijke maar een autonome organisatie, al beheersen de prikkelende affiches met een naakte danseres het stadsbeeld en bezet het festival zowat alle theaters in de stad.
Die eigenaardigheden van het festival blijken een bewuste keuze van Karl Regensburger, de man die vanaf het begin de leiding waarnam. Regensburger: "Het festival mag geen markt voor programmeurs worden. Je moet de tijd hebben om te discussiëren. Dit is geen festival waar je 'moet' zijn, maar waar je komt omwille van de goede sfeer." Dat erkennen veel artiesten en deelnemers aan de workshops volmondig. Workshops liggen overigens aan de basis van het festival. Regensburger: "Toen ik mijn doctoraat economie maakte, zocht ik een deeltijdse job. Ik ging aan de slag bij Tanz-Forum Wien en kreeg de smaak te pakken. Ik stampte al snel een workshopfestival, de Tanzwochen uit de grond. In 1988 nodigde Georg Tabori, die toen het Schauspielhaus leidde, ons dan uit om in de zomer dans te programmeren in zijn theater. We brachten vooral solo's van artiesten die ook workshops leidden. Dat was toen een nieuwigheid. Nu doet iedereen het.
"Op dat ogenblik kende Wenen ook een dansbiënnale, die gesteund werd door de stad. Die zagen ons als concurrenten, al brachten we vooral klein en vernieuwend werk. Maar we bleven groeien. Onze grote doorbraak kwam er in 1998, toen Gerhard Brunner van de Wiener Festwochen ons vroeg om samen te werken. Dat gaf ons veel meer armslag. Uiteindelijk namen we de werking van de dansbiënnale zelfs over. Door de voorstellingen werd de organisatie te groot om tweemaal per jaar workshops te organiseren. Al onze activiteit is nu gebundeld in de zomer."
Regensburger heeft een eenvoudige uitleg voor het succes van het festival: "Wenen afficheert zich graag als cultuurstad, maar de hele zomer viel hier op theatergebied niets te beleven. Nochtans toont onderzoek aan dat nooit meer dan 9 procent van de Weners tegelijk op vakantie zijn. Wij hebben dat gat opgevuld. We kunnen daarom rekenen op de steun rekenen van de grote theaters. Anders konden we de huurgelden trouwens nooit opbrengen. En blijkbaar smaken de mensen ons programma, ook al wijkt het af van het gewone theateraanbod en gaat het ook zelden om klassiek ballet of echt grote producties."
Het succes ten spijt beschikt ImpulsTanz, als autonome organisatie, echter niet over heel veel middelen. Alhoewel, het budget van het festival bedraagt ongeveer 4 miljoen euro, bijna twee keer zoveel als een vergelijkbaar festival in België als het Kunstenfestival. De stad staat in voor 1,6 miljoen, de staat voor nog eens 0,4 miljoen, de rest komt van sponsoring, coproducties en voor een groot deel ook eigen inkomsten uit ticketverkoop en lesgeld.
Een ander pijnpunt van het festival is dat Wenen nog steeds geen bloeiende eigen dansscène heeft, ook niet nu de stad met het Tanzquartier een nieuw theater, specifiek gewijd aan dans, geopend heeft. Er is wel veel publiek, maar de artiesten laten het afweten. Regensburger kijkt dan ook met enige afgunst naar Brussel, maar hij verbaast zich ook over de gang van zaken bij ons. "Jullie hebben door de centrale ligging van die stad en door de aanwezigheid van enkele grote gezelschappen onvoorstelbare troeven in handen. Een school als PARTS is zelfs van kapitaal belang. Daarom verwondert het mij hoe klein het publiek voor dans in België is. En nog meer hoe stiefmoederlijk dans door de overheid behandeld wordt. Als die twee dingen al niet samenhangen. Ik moet bij jullie overheid de zaak van jullie artiesten soms zelfs bepleiten. Dat vind ik onbegrijpelijk. Schrijf dat maar in je krant."
www.ImPulsTanz.com
Karl Regensburger:
Blijkbaar smaken de mensen ons programma, ook al wijkt het af van het gewone aanbod
n Fuga-ce van Tanz Company Gervasi / Catherine Guerin.
n bODY_rEMIX/gOLDBERG_vARIATIONS van Cie Marie Chouinard.