Drie keer is geen scheepsrecht: Koninklijk Ballet van Vlaanderen > Balanchine Forsythe Shimazaki
Drie keer is geen scheepsrecht
Koninklijk Ballet van Vlaanderen > Balanchine Forsythe Shimazaki
Balanchine Forsythe Shimazaki van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen brengt drie veeleisende, technisch zeer verschillende werken. De dansers nemen de uitdaging gretig aan. Helaas valt de wereldpremière van Shimazaki te licht uit.
Door Pieter T'Jonck
In Divertimento n° 15 uit 1956, op de gelijknamige muziek van Mozart, roept Balanchine de sfeer op van galante feestjes uit de achttiende eeuw. Hij zet vijf vrouwelijke en drie mannelijke solisten af tegen een corps de ballet van acht danseressen. Vernuftig laat hij de ene figuur in de andere overvloeien, zonder ooit in banale oplossingen te vervallen. En er zijn natuurlijk prachtige solo's en duetten. Vooral Aki Sato doet die recht aan met haar flitsende, messcherpe bewegingen. Enkel de livemuziek, gebracht door de solisten van de Beethoven Academie onder leiding van Koen Kessels, valt wat bleek uit.
In New Sleep (JJJJ, 1987, muziek Thom Willems) borduurt William Forsythe voort op de klassieke taal, maar hij laat die in de ruimte exploderen. Zijn dansers presenteren zich niet mooi frontaal, maar laten hun lichaamsdelen grillig alle richtingen uitwaaieren. Met drie clowneske figuren en een hard clair-obscur voegt Forsythe een theatrale logica toe aan de bewegingen. Soms resulteert dat in regelrechte slapstick, soms in een mysterieuze sfeer. Je wordt zo vaak op het verkeerde been gezet dat het lijkt alsof Forsythe de draak steekt met de conventies van het ballet. Het gezelschap is in dit werk uitstekend op dreef, met een schitterende Geneviève Van Quackebeke als kers op de taart.
Met Eyes in the Sky van Toru Shimazaki was het afgelopen met de pret. Zijn bewegingstaal tapt wel uit veel vaatjes tegelijk, maar die gezochte effecten kunnen niet verhelen dat de choreografie bestaat uit een banale afwisseling van duetten en unisono dans voor achttien dansers. De dansers redden het met moeite in de groepsdans, maar dat is - met de monotone, pompeuze muziek van René Aubry - ook niet verwonderlijk. Jammer voor een voorts uitstekende avond.
Tot 20 januari in Theater 't Eilandje, Antwerpen.