Date 2007-01-31

Publication De Morgen

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords appartementendakwonenwoningensterrepleinvijfsterrenhotelsbiminiwolkenkrabbersverkeersdrukteburgerij

Van belabberd bandwerk tot geraffineerde architectuur: Brussel > De geschiedenis van het Brusselse flatgebouw in 'Wonen onder één dak'

Van belabberd bandwerk tot geraffineerde architectuur

Brussel > De geschiedenis van het Brusselse flatgebouw in 'Wonen onder één dak'

Vanaf het interbellum veroverde het flatgebouw stapje voor stapje Brussel. Met merkwaardige resultaten, al wordt de waarde ervan niet altijd erkend. Aan die erfenis wijdde Monumenten en Landschappen de tentoonstelling Wonen onder één dak.

door Pieter T'Jonck

Brussel is meer dan welke hoofdstad ook een stad van privéwoningen. De Belg blijft gesteld op zijn lapje grond. Toch drukten appartementen hun stempel op de hoofdstad van Europa.

De boutade 'Als het regent in Parijs, dan druppelt het in Brussel' gold zeker in de negentiende eeuw. Op één punt na: al stak de heraanleg van Parijs door Haussmann rond 1850 de ogen uit, appartementen lustten de Brusselaars niet. Ze hielden koppig vast aan hun privéwoning. Ook toen na de overwelving van de Zenne in 1866 brede lanen, naar Parijs model, de benedenstad opsierden.

De nieuwerwetse appartementen die verschenen, kenden weinig succes. Dat hoeft niet te verwonderen: ondanks spectaculaire gevels (toen al!) liet de kwaliteit van de woningen te wensen over voor de burgerij. Met meerdere gezinnen 'Wonen onder één dak' riep bovendien het schrikbeeld op van de naargeestige beluiken die grote delen van het stadsbeeld tekenden. Dat socialewoningbouw met dat type experimenteerde, was al helemaal niet van aard om de burgerij te enthousiasmeren.

Na de Eerste Wereldoorlog groeide de bevolking in de hoofdstad echter snel aan, terwijl woningen en materialen schaars en duur waren. Appartementsgebouwen waren het ei van Columbus: met minder grondbeslag en minder kosten boden ze, dankzij nieuwe technieken als heipalen en liften, meer mensen een zelfde of zelfs groter comfort dan het klassieke huis.

De overheid stak een handje toe met een nieuwe wet op de mede-eigendom en stond hypotheken op appartementen toe. Toch moest de Société Belge Immobilière (SBI) met barnumcampagnes alle zeilen bijzetten om mensen ertoe te bewegen een flat te kopen.

Een mijlpaal was de bouw van het Résidence Palace vanaf 1925: deze stad in de stad van architect Michel Polak was bestemd voor de Brusselse fine fleur. Het complex had, met zijn centrale keuken, restaurant, zwembad, theater en tal van andere voorzieningen, meer weg van een vijfsterrenhotel dan van een flatgebouw. Al snel bleek die luxe ook de achilleshiel van het complex: na de crisis van 1929 verdwenen veel bewoners om nooit meer weer te keren.

Toch keerde zo het tij. Rond 1930 kende vooral de eerste kroon van gemeenten rond de vijfhoek een boom in de appartementenbouw. Nieuwe uitvalswegen en een tweede ringweg ontsloten hier gunstig gelegen terreinen op enige afstand van de drukke binnenstad. Het ging er minder exuberant aan toe dan in het Résidence Palace, maar vergeleken met het belabberde bandwerk van hedendaagse flatgebouwen is dit geraffineerde architectuur.

Een schoolvoorbeeld van die boom is het Sterreplein in Elsene. Hier sluit de Generaal Jacqueslaan, een deel van de tweede ring, aan op de Louisalaan, ter hoogte van de groene long van Terkamerenbos. Dit plein biedt een ware staalkaart van alle modellen voor hoogbouw die in het latere interbellum in zwang waren, van de Beaux-Artsarchitectuur van SBI over de art deco van Antoine Courtens tot het 'Amerikaanse' modernisme van Marcel Peeters of het naar Mallet-Stevens knipogende, gladde modernisme van Sta Jasinski en Jean Florian Collin. De moordende verkeersdrukte ten spijt blijft deze clash van miniwolkenkrabbers ('On n'est quand-même pas à New York') een wonderlijke plek.

Spectaculair is Wonen onder één dak, samengesteld door Pauline Van Dijk, niet. De expo toont bijna geen originele documenten, wel veel reproducties en recente foto's. Wie de schat aan gegevens kent die het Sint-Lucasarchief of de Archives d'Architecture Moderne de laatste decennia opgroeven, zal weinig nieuws opsteken. Voor Brusselliefhebbers daarentegen is dit een mooie appetizer: het verleidt je om de stad met nieuwe ogen te exploreren.

Tot 4/3 in de Sint-Gorikshallen, Sint-Goriksplein, 1000 Brussel. Open 10-18 uur, maandag gesloten. Gratis.

De moordende verkeersdrukte ten spijt blijft de clash van miniwolkenkrabbers op het Sterreplein in Elsene een wonderlijke plek

n De nieuwerwetse appartementen hadden aanvankelijk weinig succes. De kwaliteit van de woningen liet te wensen over voor de burgerij. Later keerde het tij en verschenen exuberante complexen met de luxe van een vijfsterrenhotel.