Date 2007-02-20

Publication De Morgen

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords

Hedendaags theater is vaak even conservatief als vroeger

In 1753 speelde Madame Favart in Parijs een arbeidersvrouw uit de provincie, gekleed in een ruwe kiel en sandalen en met onblote benen. Prompt floot het verontwaardigde publiek haar weg. Ze vonden het not done om de lagere sociale klassen naar waarheid af te beelden: ook het personage van een arme drommel hoorde op podium zijden kousen te dragen. Vreemd is dat, voor een tijd waarin het theater een haast exacte weerspiegeling was van de straat. Van historische kostuums of decors was toen geen sprake: elk stuk werd gespeeld in de kledij die dan mode was, ook al speelde het stuk in de oudheid of de middeleeuwen.

De Amerikaanse socioloog Richard Sennet verklaart dat door het conservatisme van het toemalige theaterpubliek: de problematische situatie die ze in de werkelijkheid negeerden, wilden ze ook op het podium niet zien. Ondertussen feliciteren de meeste theaterliefhebbers en –makers zich met de gedachte dat ze niet meer zo achterlijk zijn. Integendeel, ze claimen dat ze de sociale kwesties doelbewust aan de orde stellen. Dat is waar, maar toch kan ik mij soms niet van de indruk ontdoen dat het hedendaagse theater op slinkse wijze even conservatief is als toen. Die indruk had ik stellig toen ik merkte hoe weinig belangstelling er vanuit de theaterhoek was voor een boeiend en bovendien vaak geestig festival als The Game Is Up in de Vooruit.

Dat gebrek aan belangstelling ligt ongetwijfeld aan het hybride karakter van het getoonde werk. De spelletjes in het café bijvoorbeeld: was dat nou theater, kunst, performance, dans, of wat? En wat te denken van het verknipte modedefilé van Anne Juren en Kroot Jurak? Elk werk probeerde je mee te sleuren in een spel waarvan de uitkomst – of zo je wel: de boodschap – niet meteen meegegeven was. Spelenderwijs werd je zo zelf geïnterpelleerd. Dat is blijkbaar een brug te ver, ook al wordt het spel, zoals hier, heel vriendelijk, zelfs charmant, gespeeld.

Liever doet 'men' zulke experimenten af als irrelevante moeilijkdoenerij. Nee, dan het serieuze werk, waar iemand écht staat voor iets. Zo'n redenering is pas boerenbedrog. Als er zich echt lastige kwesties aandienen, zijn bekende representatiewijzen immers van nul en generlei waarde: de retoriek haalt het dan altijd van de (zelf)bevraging. Het beste bewijs daarvoor is dat je ook binnen het theater maar een debat kunt ontketenen door 'ongerijmde' ingrepen. Wie herinnert zich niet dat Jan Decorte King Lears klaagzang onderbrak om hem te laten masturberen op de scène als het zielige ventje dat hij óók is. Met één schok was duidelijk waar het hier ook om ging. Je hoeft het zo bont niet te maken: lichtjes morrelen aan de klassieke code volstaat om het publiek uit zijn luie stoel te krijgen. Maar blijkbaar is het daar zo niet op gesteld. Het verkiest vrome gedachten en borstklopperij. Theatermakers en hun publiek vormen op dat punt maar al te graag één front.