Date 2007-04-24

Publication De Morgen

Performance(s) Normosis

Artist(s) Tuchman, Einat

Company / Organization

Keywords

Met je mond vol tanden

Brussel is een hedendaags Babel. Op elke straathoek hoor je door elkaar Frans, Spaans, Arabisch, Engels spreken. Dat vraagt veel mentale wendbaarheid: op een dag praat je niet zelden, soms simultaan, drie of vier talen. Tegen het einde van de dag haspelen mensen dan ook al eens alle talen door elkaar. Zoveel spraakverwarring kan inderdaad een bron van frustratie worden: in je moedertaal kun je je als vanzelfsprekend uitdrukken, maar in internationaal koeterwaals bots je snel op de grenzen van wat je kunt zeggen. Van de weeromstuit besef je zo echter dat er zelfs in je 'eigen' taal voor veel gedachten, gevoelens, inzichten geen woorden voorhanden zijn. Het blijft dan bij gestamel. Je komt nooit (meer) thuis in de taal.

Normosis van de Israëlische, in Brussel wonende choreografe Einat Tuchman vertrekt van dat gegeven. Het stuk begint als een lezing door drie vrouwen: de Engelstalige Claire O'Neil, de Nederlandstalige Laure Dever en de Argentijns (hier Frans sprekende) Natacha Nicora. Drie salontafeltjes met een glas water, drie stoelen en een pupiter geven dat aan. Op de pupiter staat een foto, en over wat die voorstelt gaat de lezing. Met een klein tijdverschil vertellen de drie hetzelfde verhaal, elk in de eigen taal, met als resultaat dat je de draad van het verhaal nauwelijks kunt volgen. Wat bovendrijft, zijn enkel de verschillen in klank en timbre van de drie talen.

Het gehakketak dat volgt tussen de dames escaleert snel tot een volgroeide, half gechoreografeerde ruzie. Tuchmans danseressen kunnen ook acteren, zodat er veel te grinniken valt bij deze commedia. Toch doet die het stuk geen goed. Dit intermezzo is immers slechts een aanloop naar de aap die later uit de mouw komt. Zonder duidelijke reden slaat bij de drie actrices immers de sprakeloosheid toe. Met een uitpuilende tong kan O'Neil enkel nog grommen en lallen, Dever en Nicora bazelen onverstaanbaar. Nog later ontspoort ook hun gedrag. Dever tapet zich in to ze niet meer kan zien, spreken of bewegen, Nicora gaat uit de kleren en beklimt de pupiter, O'Neil verzinkt in een lethargie. Dat gedrag demonstreert letterlijk het psychoanalytische idee dat wat niet gezegd – en misschien ook niet verdragen – kan worden zijn uitweg zoekt in aberrant gedrag.

Niets nieuws onder de zon dus, behalve dan dat Tuchman de band legt met de Brusselse spraakverwarring. Dat is een prikkelend idee. De vertaling naar het podium lukt echter maar half. Je krijgt te weinig aangereikt om de wereld van deze vrouwen binnen te dringen. Waarom of hoe slaan de eerste grappen en grollen om in psychotisch gedrag? Alle aandacht gaat zo naar de – fijne – vondsten van de danseressen. Waar halen ze het toch?

Dat neemt niet weg dat je de haperingen, breuken en onbeantwoorde vragen voortdurend voelt. Anekdotiek heet dat euvel in toneeltaal. Normosis is te leuk om daaraan tenonder te gaan. Enkel: het stuk is niet 'af'. Het snijdt een thema aan, maar een conclusie volgt niet. Dat is jammer.