Choreografe Anne Teresa De Keersmaeker bij de Belgische première van de nieuwe Rosas
'Ik zet de zaadjes uit'
In de aanloop naar de Belgische première van Zeitung, de nieuwe voorstelling van Rosas, is Anne Teresa De Keersmaeker in een opperbeste stemming. Bedachtzaam als altijd maar heel mededeelzaam als het erop aankomt een tip van de sluier van dit complexe maar prachtige werk te lichten.
Door Pieter T'Jonck
BRUSSEL l De muziek voor Zeitung werd ontleend aan Johan Sebastian Bach, Arnold Schönberg en Anton Webern. Ze overspant dus twee eeuwen Europese muziek, van barok tot modernisme. Pianist en musicoloog Alain Franco, die mee tekent voor het concept van Zeitung, schuift na een tijdje mee aan de tafel aan. Hij belicht de grillige, maar intieme relatie tussen de dans en de muziek in dit werk.
Het verschil tussen Zeitung en een oud hoogtepunt als Rain is treffend. Hier toont de dans niet één spannende, doorgaande beweging. Ze is kaler, leger, minder op schoonheid uit?
Anne Teresa De Keersmaeker: "De compositie in tijd en ruimte in Zeitung is in elk geval minstens zo gearticuleerd en geconstrueerd als in Rain. Alleen, er is meer leegte, afwezigheid. Zeitung is weinig in een grote ruimte. De dingen werden tot hun minimum, hun essentie herleid. Less is more. Daar houd ik op dit ogenblik van. Maar ook muzikaal vergelijk je onvergelijkbare dingen. Rain is gebouwd rond één compositie van Steve Reich. In Zeitung wordt een spanningsboog opgebouwd met vele verschillende stukken die bovendien muzikaal twee eeuwen overspannen. Dat op zich zet de gebeurtenissen al in perspectief."
Je verzaakt ook aan de opwinding om een grote groep dansers samen te laten bewegen.
"De basis van Zeitung is inderdaad het individu. Het gaat om '1 + 1 + 1...' terwijl de '1' van Rain de groep is. Daar ontstaat de differentiatie vanuit de beweging van de groep. Hier ging ik uit van de individuele danser om dan tot een dans met twee, drie, vijf en ten slotte iedereen te komen. Die evolutie gaat gepaard met een versnelling in de tijd. De ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op. Toch duurt dat moment waarop iedereen samen danst slechts even, de duur van Weberns bewerking van Bachs 'Fuga Ricercata' voor meerdere instrumenten. Daarna deint de dans weer uit om te eindigen bij zijn beginpunt. Misschien is die structuur minder leesbaar dan de dubbele zin waarop Rain is gebouwd maar dat betekent allerminst dat ze er niet is."
Die wiskundige precisie blijft verbazen. Zeker hier. Ik begrijp dat het materiaal voor de dans ontstond uit improvisaties. Hoe pas je dat heterogene materiaal in een compositie in?
"Om te beginnen hebben we gesproken, vragen gesteld. Heel simpele vragen zoals: hoe worden bewegingen gegenereerd en hoe worden ze horizontaal of verticaal gearticuleerd? Daar experimenteerden we lange tijd mee, zonder meteen een traject voor ogen te hebben. Ik wil bij de aanzet van een werk niet te veel 'weten'. Als je te goed weet waar je heen wilt, kan er niets meer gebeuren. Ik teken dus niet op voorhand een structuur uit om die dan naderhand in te vullen met wat de dansers te bieden hebben. Ik zet zaadjes uit, en kijk dan wat er komt.
"Maar er komt wel een moment dat je een schriftuur vastlegt, al is die hier geënt op de improvisaties. Op dat moment stelde Alain ook een muzikaal traject voor. Eens dat er allemaal was, legde ik een structuur vast. Die is gekoppeld aan bepaalde bewegingen, mensen, ruimtelijke assen, een tijdsverloop. Dat moment waarop je alles in een precieze volgorde samenbrengt, zou je het choreografische werk kunnen noemen."
Ik blijf toch met twee vragen zitten. Wat bedoel je met dat horizontaal en verticaal? En hoe komt het dat ik de bewegingen toch als enigszins ruw, geïmproviseerd bleef ervaren?
"Iedereen speelt voortdurend met de horizontale en de verticale as in zijn lichaam. Als je hoofd niet in één lijn staat met je wervelkolom krijgt dat meteen een lading. Maar de spanning tussen horizontaal en verticaal vat de ontwikkeling van een mens van baby naar kind naar volwassene, en die eindigt met de dood, samen. Van kruipen naar omhoog reiken, naar opstaan en dan weer gaan liggen. Weet je dat mensen, net voor ze sterven, nog even de armen omhoog heffen zoals een kind dat doet als het voor het eerst kan lopen?
"Waarom de bewegingen iets ruws behouden, valt vooral technisch te verklaren. We werken met bewegingsmateriaal dat vooral vanuit het lichaamscentrum ontstaat, en zich weinig gelegen laat aan de definitie van de extremiteiten van het lichaam, de vingers, de voeten. Indische dans bijvoorbeeld concentreert zich heel sterk op die extremiteiten, en lijkt daardoor buitengewoon geraffineerd. In Zeitung geldt het omgekeerde. Vandaar..."
Hoe ligt de verhouding tussen de muziek en de dans? Ze lijken elkaar soms te ontmoeten, maar op andere momenten gaan ze los van elkaar hun weg.
Alain Franco: "Er is een soort kruisbeweging tussen de dans en de muziek. De ene vervolledigt niet altijd de andere en omgekeerd. We namen wel al vroeg enkele 'architectonische' beslissingen. We wisten bijvoorbeeld dat we zouden beginnen met Bachs eigen 'Fuga Ricercata' om dan op ongeveer twee derde van het stuk de orchestrale versie van Webern te gebruiken. Daar krijgt elke stem binnen de fuga zijn eigen instrument. Dat is belangrijk: het introduceert een perspectief op de muziek en de dans. Een beetje zoals je een schilderij zowel van dichtbij als van veraf kunt bekijken. Het detail en het geheel, nabijheid en afstand tegelijk.
"Iemand zei me na afloop dat hij het gevoel had dat dit werk zich niet wil opdringen. Zo is het ook: het materiaal dat we tonen trekt zich in zekere zin terug. Het dicteert niet hoe je het moet zien, wat het moet zijn, maar het biedt vele dingen aan, negatieve maar ook uitgelaten momenten. Die kun je al dan niet nemen. Er zijn ook letterlijk architectonische beslissingen. Mijn piano staat links achteraan. Ik wou niet vooraan spelen om dan links, weg van het publiek naar de dans te kijken, en ik wou dat de vleugel open stond. Dan blijft er maar één plaats over. Maar daardoor articuleer je meteen ook de achterruimte van het podium en creëer je over de diagonaal een spanning tussen voor en achter."
Dans gaat om met ruimte, muziek met tijd. Is dat waar ze elkaar aanvullen?
"Dans luistert naar de wetten van kinetische energie en het lichaam. Daaruit ontstaat de zichtbare, geschreven ruimte. Muziek luistert naar de basiswet van de geschreven tijd. De tijd wordt tastbaar door de ontwikkeling van de klank. Maar de tijd keert in de geschreven ruimte van de dans terug, terwijl de geschreven tijd van de muziek in de ruimte terugkeert. In die kruisbeweging ontmoeten ze elkaar."
Rosas, De Munt en Kaaitheater presenteren Zeitung in Kaaitheater van 6 tot en met 15 maart om 20.30 uur.
Ik wil bij de aanzet van een werk niet te veel 'weten'. Als je te goed weet waar je heen wilt, kan er niets meer gebeuren