Archives du Théâtre 140


Prima jazz ondanks schoonheidsfoutjes. Thelonious Monk in viereenheid



De Standaard

5-4-1966

Prima jazz ondanks schoonheidsfoutjes

THEL0NI0US MONK IN VIEREENHEID

(Van onze medewerker)

Er was zondag zowel 's middags als 's avonds een (linke belangstelling voor het optreden van Thetonious Monk in Théâtre 140 te Brussel. Voor de meeste jazzfans betekende dit een weerzien met « de hogepriester van de bop » na twee jaar afwezigheid. In maart '64 verzorgde hij in Antwerpen en in Brussel een koncert dat de toehoorders slechts weinig geestdrift ontlokte. Deze hernieuwde kennismaking werd heel wat beter ontvangen, al kwamen Monk en zijn comboleden telkens slechts na de pauze aan bod.

Voor het voorprogramma had men een beroep gedaan op enkele beste solisten, aangekondigd als het kwartet René Thomas. Maar van een werkelijke eenheid was weinig sprake ; het gold hier meer een voor de gelegenheid opgesteld ensemble, waarvan enkel gitarist Thomas en alto-sax Jacques Pelzer geregeld samenwerken. Bassist Benoit Quersin was de enige van het viertal die zijn foto in het programmaboekje had gekregen. Zeer konsekwent achtte hij dit wel voldoende, kwam bij gevolg niet opdagen en werd vervangen door een jonge man, die niemand scheen te kennen en wiens identiteit ook door de organizatoren angstvallig werd geheim gehouden. De Amerikaanse drummer Edgar Bateman die we de jongste tijd biezonder leerden waarderen, vervolledigde het kwartet. Ook tijdens dit koncert muntte hij uit door een aandachtige begeleiding en door één lange, prachtig opgebouwde drumsolo. R. Thomas bleek ten zeerste in zijn nopjes met dit optreden en met het publieke onthaal, temeer, omdat hij zoals hij zelf zei, al zo weinig gelegenheid had om in zijn geboorteland op te treden.

Dat is inderdaad spijtig, want René Thomas is een gitarist die gerust in één adem vernoemd mag worden met Wes Montgomery, Jim Hall en Kenny Burrell. Ook zondag bewees hij dit nog eens overduidelijk en zijn knappe solobeurten maakten heel wat tekorten in het gammele ensemblespel goed.

BETER KORT...

De absolute vier-eenheid van Monks kwartet stak hier wel zeer fel tegen af. Van tenorist Charlie Rouse, sedert jaren Monks vaste secondant, wisten we reeds dat hij zich de heel aparte, gesloten stijl van de pianist volkomen eigen gemaakt heeft, maar de vooruitgang die drummer Ben Riley en bassist Larry Gales op dit stuk hebben geboekt was bepaald verrassend. Waren hun tussenkomsten vroeger nogal eens onbeduidend, dan kwamen hun stuk voor stuk verantwoorde soli nu wel degelijk uit de verf. Monk was zichzelf, zoals al tijd. Zijn gemaniërend optreden (danspasjes, gekke hoofddeksels en wazige blik) begint ons wel wat te irriteren, maar zijn muziek was boeiend en interessant tot de laatste noot. Hij vertolkte nog maar eens enkele van zijn overbekende eigen komposities, maar ze bleven telkens verrassend, zowel op het ritmische, als op het harmonische en het melodische vlak.

Daarenboven geloven wij dat hij door een ietwat korte verschijning eerder gediend dan geschaad wordt. Want zelfs de knapste muziek gaat vrij vlug vervelen, wanneer ze gepresenteerd wordt in een voortdurende monotonie.

J. G.

Auteur J.G.

Publication De Standaard

Performance(s) [concert]

Date(s) 1966-04-03

Artiste(s) Théolonius Monk Quartet

Compagnie / Organisation