Archives du Théâtre 140


'The Living Theatre of New York' doet huiveren



De Nieuwe Gids

18-10-1967

"The Living Theatre of New York" doet huiveren

Onthutsende voorstelling von Brechts « Antigone »

Wie in het « Theatre 140 » de voorstellingen heeft bijgewoond van « The Brig » van « Frankenstein » of van « Mysteries and smaller pieces » door het beruchte « Living Theatre of New York » kon zo ongeveer verwachten aan wat hij zich blootstelde. Beleefden we het niet dat bij de opvoering van « The Brig », een patrouillerende Schaarbeekse politie-auto vóór het nummer 150 aan de Plaskylaan stopte en dat twee terdege uit de kluiten gewassen Schaarbeekse pandoeren zich krijgshaftig en op het ergste voorbereid naar de zaal begaven omdat gesignaleerd was dat er herrie werd geschopt in de zaal, wat dan inderdaad ook het geval bleek te zijn. Maar het was allemaal gewild. Je kon de jongens en de meisjes van het « Living Theatre » die avond horen gillen en brullen tot op het Meiserplein en de scène werd half afgebroken ook nog. Daar is dan meteen gezegd dat wanneer men naar een voorstelling van het « Living Theatre of New York » gaat kijken, men zich tevens aan rare dingen mag verwachten.

Want, naar onze brave patronageopvattingen van toneel zijn de artiesten van dit in de V.S. vogelvrij verklaarde gezelschap (speelverbod en 50.000 dollar schulden) wel zeer vreemde vogels. Maar deze clochards, deze anarchisten en nonconformisten weten verduiveld goed wat toneelspelen is. Zij onderzoeken tot op de bodem het verschijnsel theater. Het is een theaterlaboratorium en wat dit gezelschap te zien geeft kan onthutsend en schokkend lijken, maar men is tevens geboeid door dit eerlijk streven.

Men kan zich nu wel afvragen in hoeverre de mensen van het « Living Theatre » in hun gewaagde voorstelling het werk van Bertold Brecht hebben gerespecteerd. Is het wel de « Antigone » van Brecht die we hier te zien hebben gekregen? Alleszins is het de oude Griekse tragedie zoals we die bij Sofokles hebben leren kennen. Het werk van Brecht heeft echter een inleiding, een proloog, waarin duidelijke zinspelingen voorkomen op de Duitse debacle in 1945. Brecht trekt een parallel tussen de Griekse tragedie en de Hitleriaanse. Maar het « Living Theatre » acht deze inleiding blijkbaar overbodig.

Een goed dozijn, misschien wel twintig jonge mensen komen langzaam op de kale scène staan. Het zijn knapen en meisjes met onfrisse kleren en met even onfrisse gezichten. Velen hebben wezentrekken die doen denken aan de tronies op -de doeken van de hallucinante Jeroen Bosch. In hun vieze plunjes, op pantoffels of eenvoudig blootsvoets, kijken deze jonge mensen met een stille woede in hun blik de zaal in, star en zwijgend. Deze zaal vult zich inmiddels met een nieuwsgierig publiek. Er zijn veel acteurs van Brusselse schouwburgen onder het publiek. Ook de Antwerpse K.N.S. is door enkele van zijn mensen vertegenwoordigd. Een bewijs dat de Belgische theaterwereld belang stelt in de buitenissige opvattingen van het « Living Theater ».

Een voor één stuiken de starende acteurs in elkaar, het hoofd tussen de handen en het wordt een oorverdovende orgie van dierlijke geluiden, klagelijk en eentonig als sirenengeloei. Dit huilconcert, dat bedoeld wordt om de zaal murw te maken, duurt zowat een kwartier. Als toeschouwer is men het na die wachttijd rijkelijk moe gehoord.

Zoals wij begrepen hebben, want zoals blijken moet uit de verklarende teksten in bijna onverstaanbaar Frans met veel goede bedoelingen voorgedragen voor elke scène, verbeeldt het plateau de vlakte vóór de stad Thebe, waar de Thebanen vechten tegen hun vijanden. Hiervoor worden de toeschouwers ingeschakeld. Wij zaten naast de doorgang in de zaal en werden meteen in een schijngevecht gewikkeld en tevens — maar ditmaal dan zeer reëel — overdadig bespuwd. Enkele dames onder het publiek gingen wat meer in het midden plaats nemen. Je weet immers nooit...

Maar dit dreigend spel imponeert toch eigenlijk niemand. Er werd trouwens veel gegiecheld in de zaal. De beroepsacteurs keken wat verbauwereerd. Als dat toneel is... Maar toch gaat er van de opvattingen van het « Living Theatre » iets uit en verdient deze voorstelling alle aandacht.

Er zou wel vooraf mogen meegedeeld dat het er nogal ruw toegaat in deze Griekse wereld. Kreoon ontmant zijn mensen op de scène, die krijsend van de pijn in het stof tuimelen. Het lijk van Polyneikos, een man die er uit ziet als een zeer gezonde nozem, wordt ook afgrijselijk toegetakeld. Men wordt er wel wat kil van, maar geen ogenblik konden wij denken aan de antieke Griekse wereld. Het is alles te zeer ontwijd en van zijn klassieke luister ontdaan. Wel wordt « Antigone » in de opvatting van Julian Beck en van de grote regisseur Judith Malina, die voor een enkele maal zelf als actrice optreedt, een zeer dramatisch ballet. De acteurs die als schorremorrie gekleed lopen, brullen hun hysterische Bacchusdans, een soort van paringsritus, die wel een half uur duurt. Ritmisch, mimisch en gestisch is het wel indrukwekkend, maar het blijft zeer rauw. Ook het gebruik van de klank is rauw. Instrumentaal is er niets, alleen maar dierlijke geluiden worden voortgebracht. Geweeklaag, gebrom, gefluit, gekerm. En dan het werkelijk obsederende geklak met de tong en het geklets op de dijen gedurende de Bacchusdans.

Wanneer er sprake is van « Theater dat naar zijn uitdrukkingsmiddelen zoekt » dan hebben we daarvan in « Antigone » door het « Living Theatre of New York » een zeer sterk staaltje. Voor hen die wensen te weten waar het hedendaags toneel staat en waar het naartoe wil, is dit optreden van het « Living Theatre » een spektakel dat niet mag worden gemist. Het « Living Theatre of New York » blijft nog te Brussel tot 22 oktober elke avond te 20 u.

L.P.

Auteur L.P.

Publication De Nieuwe Gids

Performance(s) Antigone

Date(s) du 1967-10-13 au 1967-10-22

Artiste(s) Brecht

Compagnie / Organisation The Living Theatre