Archives du Théâtre 140


Contestatie in het 'Théâtre 140'. Zwarte humor in tekeningen van Wolinsky en in spitse teksten van Claude Confortès



De Nieuwe Gids

7-11-1968

Donderdag 7 november 1968

TONEEL TE BRUSSEL

CONSTESTATIE IN HET « THEATRE 140 »

Zwarte humor in tekeningen van Wolinsky en in spitse teksten van Claude Confortès

De gebeurtenissen in Frankrijk mei en juni jongstleden hebben een paar jonge mensen ertoe aangezet hun ideëen hieromtrent, hetzij in de vorm van politieke cartoons, hetzij in politieke teksten aan het papier toe te vertrouwen. De politieke tekenaar Wolinsky, die op de barricade stond de dagen — en vooral de nachten — dat er op de Parijse Boul'Mich en daaromtrent herrie werd geschopt, heeft de synthese van deze gebeurtenissen vlijmscherp in spotprenten duidelijk gemaakt.

Hij verleende zijn gewaardeerde medewerking aan de revolutionaire bladen « Action » en « L'Enragé ». De namen van deze bladen alleen reeds wijzen erop dat het menens was. Claude Confortès en een paar andere jongeren maakten er een soort toneelspel bij, althans enkele scenische tableaux, die zeer scherp en zeer geestig zijn. Het is allemaal zeer zwarte humor, maar het is met spirit gedaan.

Men kan akkoord gaan of niet met de wijze waarop de eisen van de Franse jeugd in die dagen werden geformuleerd, men kan akkoord gaan of niet over de gegrondheid van die eisen, een feit is evenwel dat de zes jonge mensen uit Parijs die wij op de scène van het « Théâtre 140 » aan het werk hebben gezien, er schitterend in zijn geslaagd de geest die de Franse studerende jeugd tijdens deze voor het regime zeer beroerde dagen bezielde, levendig en levensecht naar voren te brengen in hun korte schetsen en markante tekeningen.

Er worden tijdens de drie uren dat deze zes satirisch aangelegde jongelui op het podium staan, massa's waarheden in de zaal geslingerd. Onder deze mokerslagen zakt het vermolmde regime in elkaar. Ons inziens is het eerste gedeelte van de avond veel beter geslaagd dan het tweede. Het wil ons namelijk voorkomen dat de jongelui wel stof voorradig hadden om hooguit een paar uren met kanjers van waarheden te vullen, maar dat ze daarna ver uitgepraat waren.

Zulke avonden moeten eigenlijk crescendo gaan en dat was zeker niet het geval. Het eerste deel is fijner en geestiger dan het tweede. In het tweede gedeelte is het effect meer berekend op de grofheid dan wel op de geestige manier van zeggen. En dat stoort wel. Men kan niet anders dan bewondering hebben voor de rijkdom van inspiratie van de zes jonge mensen die hun spel de lange titel hebben gegeven « Je ne veux pas mourir idiot ».

De mise-en-scène is van Claude Confortès, terwijl de grappige Evariste zijn liedjes en ook de liedjes op tekst van Wolinsky bij de gitaar zingt. Dat ze gepeperd zijn, hoeven we niet te herhalen. Verder zien we een jonge arbeider (Georges Beller): een gewapende man (Claude Confortès): de redenaar (Gérard Crocce); de studente (Hermine Karagheuz); de estheet (Philippe Ogouz).

De humor van deze Jonge mensen staat geheel ten dienste van de politiek en we weten dat als de jeugd zich met politiek bemoeit, dat ze geen pardon kent.

Er worden dan ook fameuze klappen uitgedeeld die we van ouderen niet zo gemakkelijk zouden verdragen. Het was een dynamische avond.

Auteur Leo Persyn

Publication De Nieuwe Gids

Performance(s) Je ne veux pas mourir idiot

Date(s) du 1968-10-28 au 1968-11-02

Artiste(s) WolinskiClaude ConfortèsEvariste

Compagnie / Organisation