Archives du Théâtre 140


Het Living Theatre in dovemansgesprek



Het Laatste Nieuws

12-12-1969

POLITIE MAAR GEEN HERRIE IN BOMVOLLE « 140 » TE BRUSSEL

Het living theatre in dovemansgesprek

— Ik kan niet reizen zonder paspoort.

— Ik kan de oorlog niet doen stoppen.

— Ik kan zonder geld niet leven.

— Ik mag geen hashiesh roken.

— Ik heb het recht niet mijn kleren uit te trekken.

Vijf zinnen die de acteurs van het Living Theatre van New York in de oren van de honderden toeschouwers kwamen fluisteren, dan roepen en vervolgens huilen. Vijf zinnen en dan begonnen zij zich middenin het publiek uit te kleden.

Er werd met opengesperde ogen toegekeken. Sommigen in de zaal waren immers daarvoor gekomen : voor de goedkope sensatie. Door de gestrenge heren van de politie ook, want zij waren talrijk op de afspraak aanwezig. En dan waren er de anderen : de fans. Minst in aantal. Het was immers première, en ook in het bomvolle « Théâtre 140 » betekent dit wat.

Met dat uitkleden werd dan opgehouden. Te vroeg voor de sensatiezoekers. Net op tijd voor de politie om niet te moeten optreden. En voor de aanbidders, die vreesden dat hun voorstelling zou worden verboden.

Op de scène en in de zaal, in mini-minimum klauterend tussen het publiek en op de stoelruggen begon het Living Theatre dan zijn contestatiezinnen uit te braken. Ongelooflijk, hoeveel die aan kracht hebben ingeboet. Als intermezzo werd vervolgens alleen op het toneel gespeeld, voor het vormen van de meest suggestieve menselijke pyramides. Op het toneel, waar degenen die in de zaal geen plaats hadden gevonden gehurkt en in kring zaten opgesteld, nadat zij smekend aan directeur Dekmine hadden gewaagd die enkele vierkante centimeter planken te mogen betalen en bezetten.

We vergaten nu nog alleen te zeggen dat « Paradise Now » op het programma stond. Nog nooit heeft een titel ons zo bijkomstig toegeschenen.

ERNAAST

Moest Julian Beck ronduit mogen antwoorden, dan zou hij zeker zeggen dat zijn Brussels premièrepubliek rotslecht was. Niet dat er onvoldoende gereageerd werd. Wanneer men het gedaan krijgt dat de toeschouwers mee op de stoelruggen door de zaal kruipen, dat een netgeklede dame haar bourgeois-zienswijze komt verdedigen tussen twee zo goed als naakte lijfwachten, dat de Taal in twee talen tegelijk luider brult dan de acteurs het kunnen, dan is er reactie. Pardon, participatie. Maar de geest van de reactie was ongelooflijk slecht, en voortdurend naast de kwestie. Bestaat er, de snobs buiten beschouwing gelaten, te Brussel wel een publiek voor het Living Theatre?

Wij woonden te Avignon de creatie bij van « Paradise Now » Daarom ook is dat wereldbreed verschil ons zo opgevallen. Het Living Theatre lokt contacten uit met de toeschouwers. Dat is zijn betrachting. Het gehele stuk is immers niets anders dan een gezamenlijk aanklagen van wat in de maatschappij mank loopt, brutaal of verkeerd zou zijn. Te Avignon werd dat spel gesnapt en werd het meegeleefd. Veel minder luide reacties, veel minder tussenkomsten ook, maar wel een intens beleven van een spektakel dat, voor of tegen, een psychologische schok moet teweeg brengen; dat daarbuiten geen zin en ook geen andere bedoeling heeft. Wat men ook over de sociologisch-politieke strekking mag denken, over de inhoud van die losse zinnen die men te horen krijgt, het theater van Julian Beck is er een dat men moet kunnen beleven, ondergaan, om dan gebeurlijk te reageren en dikwijls niet akkoord te zijn.

Daar was men te Brussel niet toe in staat.

BLIJ

— Jullie hadden beter vanavond een werk van Brecht gespeeld, dan dit idioot dovemansgesprek te komen voeren.

Luidruchtige opmerking van een toeschouwer die gelijk had. Gelijk in die zin, dat het inderdaad een dovemansgesprek werd. Een heen en weer geroep dat altijd nutteloos was en ten slotte vervelend.

Het antwoord van Beck :

— Brecht speelt men ook in Oost-Duitsland. En daar heerst nochtans een wansmakelijke dictatuur...

Er werd dan nog heel wat gebruld over maatschappij, corruptie, politie, arbeiders, cultuur, contestatie en nog zoveel dingen meer, terwijl het spektakel, dat niet meer uit de zaal geraakte, dan toch op het toneel moest eindigen. De Living-mensen deden het nodige. Eén voor één gingen ze op de planken liggen steeds dichter bij en op elkaar. Strelend en dan liefkozend. Tot zij daar allemaal werden bij betrokken. Een hoop mensenvlees om Becks ideale maatschappij te illustreren : geen oorlog; liefde en brood voor iedereen.

Te Avignon ging het publiek mee stilaan de scène op. En sommigen « participeerden ». Te Brussel gebeurde dat niet. Er waren hier twee soorten toeschouwers. Degenen die minachtend-glimlachend huiswaarts togen en degenen die op de planken met de Living-mensen over hun kunst gingen praten.

Excuus. Er was ook nog een derde soort toeschouwers. De politie. De hele voorstelling door sloeg zij alles van achter in de zaal gade. Stijf en met lijkbiddersgezicht. Ook haar hebben wij aan het slot zien glimlachen. Blij omdat slips en bustehouders op hun plaats waren gebleven. En omdat zij voor de volgende voorstelling minder talrijk zou mogen zijn.

Eddy DE COCK

Auteur Eddy De Cock

Publication Het Laatste Nieuws

Performance(s) Paradise Now

Date(s) du 1969-12-10 au 1969-12-13

Artiste(s)

Compagnie / Organisation The Living Theatre