Archives du Théâtre 140


Grand Magic Cirkus verovert '140' te Brussel



Gazet van Antwerpen

12-1-1970

Naar Totaal-Spektakel

Grand Magic Cirkus verovert « 140 » te Brussel

Na een reeks optredens van progressieve pop-artiesten nodigde Jo Dekmine ditmaal een avant-garde toneelgroep, die zich het « Grand Magie Circus » heet, op de planken van « 140 » uit. Ze treden op elke dag tot 18 januari.

Een witverlakte kom, waaruit een dikke rookwolk opwelt is de eerder eigenaardige introduktie tot deze show. Tot een fluitje achter de schermen het teken is om het doek op te lichten en ons een Bühne voorbrengt waarop, achter een hele hoop kopers en slaginstrumenten, een gekostumeerde groep, die uit de 18e eeuw voorstelt, een dreunend fanfarekoncert ten gehoor brengt. Vervolgens krijgt men een aantal tableau's, zoals de kommentator ze

heet. Een komische sketch « tee-party » en een « Tarzan-scène » tonen ons de fijne zin voor humor van de groep. Het boulevardstuk « de tweeling » was een duidelijke « à la Zappa »-improvizatie. Deze improvizatie doet denken aan de show van Herman van Veen. Nochtans is het wel opvallend dat de groep geen werkelijke « liedjes » brengt, behalve eentje waar D. Lalou met een « chansonette » een schuchtere maar talentvolle stap waagt in de wereld van het kabaret.

Verder steken ze de draak met een overdreven nationalisme, conservatisme en chauvinisme bij onze Zuiderburen in « Blériot » en « Retrospektieve omtrent Gauguin » (Franse schilder).

Een aangename verrassing is wel de evokatie van de « Levende Kribbe », waarbij de pas-voorbije Kerststemming even terugkwam bij het spetterend glinsteren van de zwavelstokken, die in de zaal uitgedeeld werden, en het Kersttableau op het podium de jonge moeder-met-baby even ontroerden. Daarna volgt een trompetkoncert met steeds weerkerend tema, telkens door een aantal instrumenten aangevuld. Het barst uit tot een oorverdovend lawaai met operatesk gebral, vuurwerk, rook en gensters en knalpotten tot de zaal door een verstikkende rook wórdt gevuld.

TOTAAL-SPEKTAKEL

Als de rook verdwenen is slentert de trommelaar temidden van de akteurs — de lijken op het slagveld — met klagende stemmen op de achtergrond.

Dat betekent meteen het einde van de show, die wel een eigenaardige indruk nalaat en na korte verbijstering een entoesiast applaus van het publiek uitlokt. « Deze voorstelling », die we zeker geen teater volgens klassieke stijl kunnen heten, « is géén aanklacht tegen toestanden of mensen », zegt Jérôme, leider van de groep ons achteraf. « Maar het is wél de demystifikatie van het teater zélf, en dit door een voorstelling die zowel teksten, muziek én akrobatie brengt. Vandaar ook de naam « Grand Magie Circus ».

Het publiek verlangt meer dan énkele liedjes, of énkel een afdreunen van teksten. Het verlangt zowel kolder, liedjes, sketch, muziek als goocheltrukjes en andere, en dat in één geheel gegoten. Dit trachten wij dan ook te brengen, niet enkel in de schouwburgen, maar bij de mensen zelf, in kleine zaaltjes, waar het publiek tenminste spontaan durft reageren ».

Auteur

Publication Gazet van Antwerpen

Performance(s) L'humour bête et l'autre

Date(s) du 1970-01-08 au 1970-01-17

Artiste(s)

Compagnie / Organisation Le Grand Magic Circus et ses animaux tristes