Archives du Théâtre 140


Emerson trekt het laken naar zich toe



De Nieuwe Gids

14-2-1971

Emerson trekt het laken naar zich toe

Eén van de meest besproken supergroepen, Emerson, Lake and Palmer, die op het eiland Wight hun debuut maakten, waren vorig week-end te gast in het Brusselse Theater 140. Het toneel leek wel een instrumentenwinkel: een zanginstallatie met 32 klankkasten, 2 hammondorgels, een vleugelpiano, een elektrische piano, het drumstel met een tiental cymbalen, twee levensgrote gongs en nog veel meer. Het gewillige publiek kon dit alles rustig bekijken , want het concert begon een half uur over tijd.

Terwijl de drie muzikanten het toneel opkwamen werd Keith Emersons nieuwste gadget bijgeschoven : zijn Moog Synthesizer, een apparaat met talloze knopjes, waaraan hij langs elektronische weg de vreemdste geluiden wist te ontlokken ; het toestel is ook voorzien van een losse plank voor afstandsbediening en van een klein klavier voor het spelen van melodieën.

Het gedeelte voor de pauze (ruim één uur) werd gevuld met het meest prestigieuze werk van de groep : Pictures at an Exhibition. Dit is gebaseerd op Moussorgsky's pianocompositie « De Schilderijententoonstelling », waarvan ook Ravel zo een prachtige orkestratie schreef. Heel veel Moussorgsky bleef er niet over, tenzij de « Promenade », het verbindend thema tussen de verschillende schilderijen, dat Emerson zeer breed en plechtig vertolkte op zijn grote hammondorgel. De invullende stukken waren echter zeer ongelijk van kwaliteit, van het smakeloze nabootsen van een opstijgende jet op de Synthesizer tot het ontroerende solo-stuk van zanger Greg Lake, die zich daarbij uiterst klassiek op de akoestische gitaar begeleidde. Helaas viel de nadruk te veel op het kunst- en vliegwerk van Keith Emerson, die slechts enkele schaarse momenten werkelijk muzikaal iets te zeggen had, al zijn virtuositeit ten spijt.

Het tweede gedeelte werd bijna helemaal gefilmd door de R.T.B.-ploeg van Pop Shop (de uitzending volgt waarschijnlijk een van de volgende donderdagen, R.T.B., 18.20 u ). E.L. & P. zetten in met het harde Barbarian (van de LP) voor een iets talrijker publiek — tijdens de pauze waren ettelijke toeschouwers binnengeglipt, die nog plaats vonden op de trappen van de gangpaden. De fuzz-bas van Lake ondersteunde de piano-exploraties van Emerson, die nu heel wat minder ontleent aan Bach, maar meer zijn inspiratie vindt bij modernere Oosteuropese componisten zoals Bartok en Moussorgsky. In Take a Pebble was het weer de beurt aan ex-King Crimson zanger-bassist Greg Lake, die zoals de andere twee voortdurend clownerijen uithaalde met cameramensen, en in plaats van het ernstige middenstuk met akoestische gitaar speelde hij « Old Blue » van de Byrds! In zijn pianoimprovisaties schakelde Emerson onder meer een stukje Marseillaise in, en nog enkele andere populaire deuntjes, waarmee hij het publiek aan het lachen kreeg. Het agressieve Knife Edge gaf de orgelist kans zijn drie jaar oude messentruc op te diepen : eerst stootte hij de steekwapens in de toetsen van het kermende orgel en gooide ze daarna naar de Leslie-luidsprekers, waar ze echter niet bleven steken.

Ook vrij goedkoop was het teruggrijpen voor het slotnummer naar het Nice-paradepaard Rondo, waarvoor eerst het groot orgel werd opzij geschoven om „de meester" de kans te geven zijn turnoefeningen uit te voeren: er werd weer duchtig rondgezeuld met het kleinere orgel, Emerson bespeelde het in alle mogelijke houdingen en „variaties", tot hij ten slotte zelfs onder zijn orgel lag. Bij al deze acrobatieën moesten de cameralui zich soms vlug uit de voeten maken om het zwaaiende instrument te ontwijken. Hierna kreeg drummer Carl Palmer (ex-Atomic Rooster, ex-Th underbirds) de kans om zijn fantastische techniek te demonstreren in een (te) lange solo : hij is zeer snel en secuur, en heeft een goede linkerhand, die veel andere drummers hem kunnen benijden.

De meeste toeschouwers slikten dit spektakel gretig en bedelden dan ook om een bisnummer, en dat werd Nut Rocker van Bee Rumble and the Stingers, een stukje humor en jeugdsentiment, dat eigenlijk welkom was na zoveel futuristische geluiden.

* * *

Het circus-element doet het dus nog altijd in de rockmuziek : het publiek at werkelijk uit de hand van Keith Emerson, die als een opgepepte duivel-doet-al van het ene instrument naar het andere vloog, maar die bij zijn ego-trips alle zin voor proportie schijnt te verliezen. De verhoudingen zijn zoek, niet alleen omdat hij de andere muzikanten van zijn groep ten onrechte in de schaduw stelt, maar ook omdat hij zich verliest in nietszeggende virtuositeit en omdat hij zijn elektronische uitrusting veel te overvloedig en zonder goede smaak gebruikt (of zijn het de apparaten die hém gebruiken?). Het hele optreden had weinig menselijks meer, het zat vol koude machinaties en laat een agressieve indruk achter, op enkele fragmenten van Greg Lake na.

Auteur K.

Publication De Nieuwe Gids

Performance(s) [concert]

Date(s) du 1971-02-06 au 1971-02-07

Artiste(s) EmersonLake and Palmer

Compagnie / Organisation