Archives du Théâtre 140


Zeven manieren om een rivier over te steken



7 manieren om een rivier over te steken

---

zeven manieren om een rivier over te steken

geschreven en geregisseerd door

lodewijk de boer

scenografie en kostuums

mario mocenni

gespeeld door

nieuwe komedie

opgedragen aan

Hugo, Paula, Roelant, Tatiana, Ellen, Henk, Willem.

---

zeven manieren om een rivier over te steken

ROLVERDELING

LICHIN-BAPHOMET Tatiana Radier

LILITH Ellen Verhey

HENOCH Willem Wagter

HAL Hugo Metsers (a.g.)

TAR Roelant Radier

MARDUK Henk Votel

TIAMAT Paula Petri

Muziek Ennio Morricone, Zoltan Kodaly en Albert Seelen - Slagwerkimprovisaties Martin van Duynhoven - Stemmen Adrian Brine en Valentijn Ouwens - Regie-assistent Valentijn Ouwens - Technische verzorging Wim Verbeek, Aard Gaboort en Ruud Schmidt - Klankproduktie eigen studio olv Gerard Goosen - Grime en kapwerk Fa. D. Spreksel

lodewijk de boer

In een artikel in het toneel/teatraal (1968/2) noemt André Rutten, toneelkritikus van De Tijd, Lodewijk de Boer 'een nederlands schrijver, die beroepsacteurs regisseert met een resultaat, dat vergeleken kan worden met de beste moderne regieprestaties in Nederland.' Lodewijk de Boer is ook een nederlands regisseur, 'die zelf het materiaal levert voor een toneel dat past binnen de recente ontwikkelingen.'

In zijn vroegere stukken als De verhuizing en Het gat gaat Rutten verder, 'is hij in de buurt van het realisme gebleven, maar hij vertekende het voor zijn eigen doeleinden.' De Boer's latere stukken, Borak valt, Darts en Lijkensynode, waarin hij 'na eerst het wezenlijke belang van de mythe ontdekt te hebben, op het spoor is gekomen van de boeiende vormkracht, die aanwezig is in oude, overgeleverde riten, in de vormen, die zich onder meer in de katholieke eredienst ontwikkeld hebben' getuigen van een wereld-niveau. 'Hij is beter dan ooit toegerust', besluit het artikel, 'om zijn duidelijke mogelijkheden voor het toneel waar te maken.'

Lodewijk de Boer werd geboren in 1937 en was gedurende vijf jaar als altviolist verbonden aan het Concertgebouworkest in Amsterdam. Hij was drie jaar lang regisseur bij toneelgroep Studio. Hij werkt nu free-lance.

Hij regisseerde o.a. in 1968 zijn eigen stukken Darts en Lijkensynode, in 1969 en 1970 van Arrabal De tuin der lusten en En zelfs de bloemen werden geboeid en in 1971 bij het NRT Oedipus van Hugo Claus.

Ook in het buitenland kreeg Lodewijk de Boer bekendheid als toneelschrijver en regisseur. In het Théâtre de Poche te Brussel, in Bochum en Bonn regisseerde hij werk van Arrabal en van eigen hand.

Behalve de reeds genoemde stukken schreef Lodewijk de Boer o.a. nog De kaalkop luistert, De sprakelozen (tv-spel) en De receptie (tv-spel). Zijn werk is verschenen bij De Bezige Bij. Deze uitgeverij publiceert eind januari 1972 ook Zeven manieren om een rivier over te steken, dat de schrijver 'een scenario voor akteurs' noemt.

---

de droom zoals hij gedroomd wordt

Zeven manieren om een rivier over te steken is een legpuzzel waar enkele stukken aan ontbreken.

De verschillende verhalen die zich in verschillende tijden door het stuk heen slingeren, hebben geen begin en geen eind. Op onverwachte momenten raken deze verhalen elkaar, zonder dat dit op het rationele vlak verhelderend werkt.

Zoals de dromer wakker wordt, rechtop in zijn bed, zich zijn droom 'herinnert', op een of andere manier de touwtjes aan elkaar probeert te knopen en daarmee het wezen van zijn droom geweld aandoet, zo probeer ik iedere 'verklaring' van deze 'droom' buiten de deur te houden. Ik probeer de droom te laten zien zoals hij gedroomd wordt.

Op het moment dat scènes uit het stuk uit de schaduw dreigen te treden, gaat het licht uit.

Op het moment dat de personages dicht bij de verklaring van hun handelen komen, treedt een plotselinge amnesie op. Op het moment dat iemand zich iets 'herinnert', is hij het alweer vergeten.

De droom blijft zichzelf en wordt niet wakker.

Toch is het mogelijk in deze stroom van 'beelden' de verschillende 'verhalen' te onderscheiden.

Daar is het verhaal van LICHIN op zoek naar haar verloren geliefde HENOCH.

Het verhaal van Scharka, die HENOCH gevangen neemt en hem, voor ze hem op het rad ter dood brengt, dwingt bij haar een kind te verwekken en de geboorte van dat kind in zijn doodstrijd te aanschouwen.

Het verhaal van TIAMAT, die door verkrachting gedwongen wordt het leven aan een kind te schenken. (TIAMAT is waarschijnlijk een 'omkering' van Scharka).

Het op twee verschillende manieren afgedwongen kind treedt op twee verschillende manieren op: als LILITH én als de pop van TIAMAT, waarvan de één een miniatuur van de ander is. Het verhaal van HAL en TAR, altijd op de vlucht voor een dreigende buitenwereld. Op hun vlucht raken zij steeds weer verzeild in de andere verhalen. Ontmoeten de personages uit die verhalen en spelen er een relativerende, surrealistiese rol in. Het verhaal van MARDUK, de kermisgast, die misschien wel de dromer zelf is, maar dan de dromer die nooit ontwaakt. De dromer die de personages om zich heen verzamelt, iets van hun identiteit laat zien en ze dan voorgaat in een vreemd kermisachtig pandemonium.

Ik heb geprobeerd met dit 'scenario voor akteurs' iets te laten zien van het zwarte, archaïsche onderbewustzijn. Het gevaarlijke gebied van de droom zelf.

---

Zeven manieren om een rivier over te steken

Wie een rivier oversteekt, loopt het risiko door de stroom meegesleurd te worden om pas veel verder stroomafwaarts op de andere oever aan land te komen.

De thema's die Lodewijk de Boer in het konsept voor zijn stuk aangaf, zijn tijdens het schrijven achter de horizon verdwenen. Meegevoerd door de stroom van zijn inspiratie is de schrijver in een ander landschap terecht gekomen. Toch is zijn uitgangspunt, de plaats waar hij van wal is gestoken, bepalend geweest voor de plek waar hij uitgekomen is:

'Enerzijds is er de mythe van Lichin, een chinese wijsgeer en alchemist, die ca. 2000 jaar voor Chr. zijn leven zittend doorbracht aan de linkeroever van de Yang. Een agnosticon in de handen geklemd, de ogen strak op de hevig stromende rivier gericht, 'bedenkt' hij de latere aristotelische elementenleer en laat de dingen achtereenvolgens ontstaan uit water, aarde, lucht en vuur.

Met zijn agnosticon slaat hij de drie alchemistische elementen zwavel, zout en kwik uit de bruine steen, waarop hij zit.

Dan probeert datgene wat er van Lichin is overgebleven zich met uiterste krachtinspanning op te richten.

Maar aan de andere kant van de rivier kruipt een oude man met gebalde vuisten moeizaam tegen de oever op. Hij draait zich om en kijkt naar het vreemd gevormde rotsblok aan de overkant.

De oude man opent zijn handen: de ene hand is leeg en rimpelloos als van een baby, de andere oud en verweerd, met in het midden een vreemdgevormde bruine steen, die als een zweer half uit het vlees gegroeid lijkt te zijn.

3971 jaar na de krachtinspanning van Lichin loopt de schrijver door een toeristenrijke volkswijk in de binnenstad van Amsterdam. De autochtonen zijn gewend aan de vreemdst uitgedoste typen, die de stad de laatste jaren tot een van de meest plezierige en kleurrijke steden van de wereld hebben gemaakt.

---

Zo kan het gebeuren dat het oog van de schrijver getroffen wordt door een schitterend gekleed hippie-paar.

Hij draagt het haar tot ver over de schouders, kralen om de hals en een kleurige Waterlooplein-outift. Zij, gekleed volgens een vrije adaptatie van de 1920-mode: wijd uitstaand gekroesd haar, 'gay-twenties-jurk', overdreven geschilderde kersenrode pruimenmond, in haar armen, gewikkeld in dichtbestikte indiase lappen, een baby. Een nauwelijks opgemerkt tafereel tijdens een warme zomermiddag op de Nieuwmarkt, Amsterdam, 1971.

Maar nu komt.

In een flits ziet de schrijver, dat het kind in de armen van de vrouw geen kind is, maar een pop. Het gezichtje is te versteend, te uitdrukkingsloos en bleek. Het is een kennelijk dode materie, die zijn trekken aan het gezicht geeft.

Snel loopt de schrijver terug om het paar opnieuw te kunnen ontmoeten en zijn eerste indruk te toetsen. Het kind in de armen van de moeder is inderdaad een pop.

Maar er is nog iets.

In het uit de lappen stekende handje zit een 'vreemdgevormde bruine zuigsteen' geklemd.'

In Zeven manieren slaat Lodewijk de Boer een brug tussen een drieduizend jaar oude mythe en de werkelijkheid van nu. Tussen het archaïsche van de droom en het konkrete van de realiteit.

Hij noemt zijn stuk een soort Odyssee van bewust en onbewust menselijk handelen. Hij maakt gebruik van een soort filmiese montagetechniek. Het stuk zit vol stijlcitaten en 'de geesten van levende en dode toneelschrijvers waren door de tekst heen'.

---

Vier citaten om het stuk mee te benaderen

- De slaap neemt het harnas der omstandigheden weg en wapent ons met een verschrikkelijke vrijheid.

EMERSON

- De droom is de uitdrukking van irrationele hartstochten welke in het wakend leven verdrongen worden.

FREUD

- Mephistopheles:

Ongaarne onthul ik een nog verhevener mysterie -

In eenzaamheid zitten op hun tronen de godinnen,

geen ruimte om hen heen,

plaats en tijd evenmin;

alleen al over hen te spreken is pijnlijk;

zij zijn al de moeders!

Faust:

(verschrikt)

Moeders!

Mephistopheles:

Voelt u angst?

Faust:

De moeders! Moeders! Een vreemd woord is daarmee gezegd.

Mephistopheles:

Het zij zo. Godinnen, onbekend aan u,

de moeders, door ons zo ongaarne genoemd.

In de diepste diepte moet u delven om hen te bereiken:

het is uw eigen schuld dat wij uw hulp inroepen.

GOETHE: Faust

- In de droom kan alles gebeuren, alles is mogelijk en waarschijnlijk. Tijd en ruimte bestaan niet. Onbelangrijke details, flarden van werkelijkheid zijn niet anders dan aanleiding voor de verbeelding om op voort te borduren en nieuwe grondpatronen te spinnen: een mengelmoes van herinneringen, ervaringen, losse verzinsels, ongerijmdheden en improvisaties.

De personen splitsen zich, verdubbelen zich, verwisselen van funktie, vervluchtigen, verdichten zich, vervloeien en hernemen zich.

Maar één bewustzijn staat boven alles: dat van de dromer; daarvoor bestaan geen geheimen, geen inkonsekwenties, geen skrupules, geen wetten. De dromer veroordeelt niet, noch spreekt hij vrij, hij geeft alleen weer…

STRINDBERG: Droomspel (voorwoord)

---

Tekstverzorging: Rob Scholten en Lodewijk de Boer

Lay-out: Mario Mocenni

Foto's: Ad van Gessel

Druk: Mouton & Co

NIEUWE KOMEDIE, DEN HAAG

Westduinweg 230 TEL. 547104

Direktie en artistieke leiding Aad Greidanus - Erik Plooyer - Cor Stedelinck

Auteur

Publication Nieuwe Komedie

Performance(s) Zeven manieren om een rivier over te steken

Date(s) du 1972-04-11 au 1972-04-12

Artiste(s) Lodewijk De BoerNieuwe Komedie

Compagnie / Organisation