Archives du Théâtre 140


La Mama speelt Medea in Grieks en Latijn



De Standaard

5-6-1972

LA MAMA SPEELT MEDEA IN GRIEKS EN LATIJN

(Van onze verslaggever)

BRUSSEL. - In de rooms-katolieke liturgie is men van het Latijn overgegaan naar de moderne volkstalen. Het teatergezelschap « La Mama of New York » voert met de realizatie van « Medea » de tegenovergestelde beweging uit: deze Amerikanen spelen het stuk in het Grieks en in het Latijn. Hun optreden betekent een origineel experiment dat in de annalen van teater 140 te Schaarbeek verdient opgetekend te worden. Tijdens het afgelopen weekeinde gaf het gezelschap daar drie voorstellingen. Het kwam van Frankfurt, was voordien bij het « Berliner Theatertreffen 1972 » geweest en nog vroeger in het teater Mickery te Amsterdam. Nu is het op weg naar de festivals van Spoleto en Baalbek.

De vergelijking met de liturgie dringt zich niet alleen op om het gebruik van de talen. Ook het rituele karakter van het spel biedt aanknopingspunten.

Regisseur Andrei Serban, een Roemeen die o.m. bij Peter Brook in Parijs geschoold werd, heeft de gelijknamige tragedies « Medea » van Euripides enerzijds en van Seneca anderzijds samengebald tot één scenario waarin afwisselend Grieks en Latijn wordt gesproken. Het spel duurt geen uur.

Donker

Wachten deed het publiek in de bar van het teater, tot de tijd daar was. Toen werden wij achterom buitengeleid naar een volkomen duistere gang achter de scène. Slechts honderdvijftig mensen werden toegelaten. In de gang stonden akteurs en aktrices met brandende kaarsen in de hand hier en daar opgesteld. Fluisterend zegden zij Griekse teksten, die als een ruisende echo tussen de zwarte muren van de gang vloeiden. Het spel was reeds begonnen. Denken aan katakomben en aan keren in de paasnacht kon je niet vermijden.

Medea zocht zich met haar twee kinderen een weg tussen het publiek in de gang en begaf zich naar het toneel. Wij werden haar achterna naar onze plaatsen gebracht: zwarte banken aan de beide lange zijden van een rondom met zwarte doeken beklede rechthoekige ruimte. In het midden bleef een eveneens rechthoekige vloer vrij voor het spel. Aan de uiteinden daarvan, een links en een rechts, kleine podia met drie treden. Een opstelling zoals we die in het afgelopen seizoen in Brussel ook zagen voor « Elektra » van het Parijse Théâtre des Qaurtiers d'Ivry (krant van 31 januari) en voor « Tramp » van het Théâtre Laboratoire Vicinal (krant van 17 maart).

Vijftien vertolkers, onder wie de twee kinderen, voerden in deze ruimte de tragedie op als een donkere ritus. Drie lampen slechts dienden af en toe als lichtbron: een voor elk podium en één in het midden. Verder verspreidden luttele kaarsen te gelegener tijd een karig licht. De kostuums waren donker van kleur, elk kleed in één tussentint, geen enkele volle kleur. De Griekse maskers die de koorleden soms opzetten, waren vaalwit.

Woord en gebaar

De tekst, in de talen van Euripides en Seneca, werd gezegd, gepreveld, uitgeschreeuwd, gereciteerd of gezongen. Waarom nu zo, dan weer anders, was voor de toehoorders niet meteen duidelijk: niemand was in staat de replieken van a tot z te volgen, hoogstens hier en daar een woord te herkennen, dank zij herinneringen uit de oude humaniora. De indruk die het geheel maakte, was niettemin onmiskenbaar. Ook zij die de geschiedenis van Medea niet kenden, konden de gang van het verhaal vatten en ondergingen de spanning van het tragische gebeuren.

Als in de Latijnse of de Byzantijnse misviering bleven de dode talen vreemd, nl. onverstaanbaar en mysterieus. Toch voelden de toeschouwers zich aangesproken en bij het gebeuren betrokken. De mimiek en de bewegingen van de vertolkers speelden daarbij een rol. Maar hier was meer dan mime. De onbegrepen taal had wonderlijk genoeg een kommunikatieve funktie. Recitatief en zang, gekomponeerd door Elizabeth Swados, klonken als de oud Griekse muziek, voor zover die ons bekend is. Verwantschap met de Byzantijnse liturgische gezangen was uiteraard bijna onvermijdelijk.

« La Mama of New York » doet met deze « Medea » nadenken over twee fundamentele faktoren in het teater: het woord en het gebaar. Hier wordt enerzijds een taal gesproken die nog nauwelijks iemand begrijpt - zelfs twee talen die allebei « dood » genoemd worden, door elkaar - en anderzijds wordt een gebaar gesteld in rituele stilizering dat wél voor allen verstaanbaar is. Het resultaat is niettemin een treffende teatergebeurtenis. Moet daaruit worden gekonkludeerd dat het woord op het toneel niet zo essentieel en primordiaal is als men gewoonlijk denkt?

J. De Roeck

Auteur J. De Roeck

Publication De Standaard

Performance(s) Medea

Date(s) du 1972-06-02 au 1972-06-04

Artiste(s) La Mama (New York)

Compagnie / Organisation