Archives du Théâtre 140


Appel speelt God op aarde



De Standaard

22-12-1972

Appel speelt god op aarde

(Van onze medewerkster)

Brussel — « God op Aarde » van Inez Van Dullemen is de eersteling van het gezelschap « Appel », een gloednieuw stel jonge Nederlandse akteurs die door gezamenlijke experimentering nieuwe toneelvormen trachten te scheppen. Twee voorstellingen van dit nieuwe stuk werden in het kader van het Belgisch-Nederlands kultureel akkoord, gegeven in Teater 140 te Schaarbeek.

Het doek staat open vóór het eigenlijke begin van de voorstelling en onthult een Fontana-achtig toneelbeeld, opgesteld uit een chaotisch samenraapsel van pop-art elementen en afgedankte materialen als buizen, auto-onderdelen, staketsels en oude etalagepoppen. In dit « toevallig » decor van luizenmarktrommel bewegen vijf akteurs in schilderpak, hun gezichten met pastelkleurige driehoeken beschilderd. Eén van hen draagt een bolhoed en heeft een feestneus op. In een hoekje van de scène verder een drummer, een saxofonist en een reeks slaginstrumenten. Alles schijnt te wijzen op een soort fantaisistische circus- of paradestijl en vóór het eerste woord valt, stelt men zich de vraag waar dit allemaal naartoe moet.

De inhoud van het stuk en het uitdrukkingsvermogen van de vertolkers laten echter niet lang onverschillig. De teksten, sommige ontleend aan oude mytologische verbeeldingen (Afrikaanse of Indiaanse), of aan recente wereldliteratuur (enkele ideeën en korte passages uit het werk van Huxley, Weiss, Eliot, Lind en Panizza) vormen samen een heterokliete collage waarin poëzie, lichte humor en bijtend sarkasme elkaar afwisselen. Zo bijvoorbeeld de geschiedenis van een walvisfamilie, rijk aan fantazie, of het afstotelijk hoopje grijsaard met een jutebaard om het hoofd geknoopt, dat de aartsvader moet voorstellen.

Het grondtema is opgebouwd rond de vervreemding van de mens in de hem omringende natuur door het weggaan van God. Veel mytologische verhalen tasten terug naar dat mysterieuze ogenblik waarop de scheiding inzette en waarop de mensen begonnen zijn zich op een bewustere manier goden te scheppen, scheppingen die op hun beurt weer macht kregen over de mensen. Zo begon de wisselwerking, een tocht van zoeken, iedere generatie opnieuw een machtsstrijd tussen heersers en overheersten, tussen kerkvaders en kerkkinderen. Deze eindeloze dooltocht wordt hier weergegeven in flitsen, momentopnamen, los van elk logisch of historisch verband. Een Jeanne d'Arc-episode wordt bijvoorbeeld opgevolgd door een satire op de zinnelijke lusten en op de konsumptiemaatscbappij. Het scènespel zit zo in mekaar dat de filozofische achtergrond geen ogenblik strak of vervelend gaat lijken, en dit namelijk dank zij een juiste dosering van tragische (algemene inhoud van het stuk) en komische (zoenpartij tussen slof en gipskop) elementen.

Het inschakelen van muziek en beweging in de behandeling creëert een originele teatrale vormgeving: de lichamelijke expressie brengt kruidnoot in het voordragen, en de instrumenten begeleiden (soms met een duidelijk lachwekkend effekt) of vervangen de handeling (een roffel kan een dodelijk salvo zijn). Het geheel bruist van levendigheid, en indien er hier en daar wel zwakke punten (het stuk had een ietsje korter kunnen zijn) of minder geslaagde momenten (Jezus in windels gewikkeld) te bespeuren vallen, wordt de aandacht voortdurend geboeid.

De vertolking was verzorgd: vooral Peter Vanderlinde (de klown), Kris Evert (als ontroerende Jeanne) en Carl Linsen (als zeemonster) wisten zich te onderscheiden. Do Van Stek en Hugo Koolschijn waren minder overtuigend. De regie, ontstaan uit gemeenschappelijk werk, werd geleid door Eric Vos.

« God op Aarde » is een veelbelovend begin voor deze jonge groep.

M.F.

Auteur MF

Publication De Standaard

Performance(s) God op Aarde

Date(s) du 1972-12-19 au 1972-12-20

Artiste(s) De AppelInez van DullemanEric Vos

Compagnie / Organisation