Kaaiteater: festival met allure in Brussel 1000
Knack
31-1-1979
Kaaiteater: festival met allure in Brussel 1000
Van 25 april tot en met 4 mei heeft het Kaaiteater-festival plaats, als komponent met allure van de Brusselse feestvreugde over het 10OO-jarig bestaan van de stad. De bedoeling staat voor een staalkaart aan te bieden van wat er in de wereld aan naar de vorm innoverend teater te bekijken valt. We hadden een inleidend gesprek met Hugo Degreef van de vzw Kaaiteater.
— Kaaiteater is een vereniging zonder winstoogmerk geworden in september 1978. Jullie gaan dus een apart bestaan leiden, los van KVS enzoverder?
— Degreef: We zijn begonnen als leveranciers van een progressief programma voor de viering van 100 jaar KVS in het raam van Brusselement 1977. We werkten toen samen met de KVS, de Beursschouwburg, de Workshop en het Kunst- en Kultuurverbond. Als we een eigen programma willen opbouwen, hebben we nood aan een eigen struktuur. Daarom die vzw. We willen vooralsnog alleen een festival maken, elke twee jaar, om voor onze kontreien nieuwe dingen te tonen en om op die manier informatie te bieden aan al wie met theater begaan is bij ons. We werken twee jaar in stilte en dan treden we tien dagen naar buiten. Het werk wordt wel 'ns onderschat. Het zit er trouwens in, dat de vzw Kaaiteater ooit met een eigen gezelschap komt opdagen. Een reden te meer om eventueel verwaterende invloeden uit te sluiten.
— Jullie willen op dat lentefestival nieuwe teatervormen tonen. Wat bedoelen jullie met "nieuwe vormen"?
— Degreef: Voor ons is nieuw wat verfrissend is qua vormgeving. Nieuw is volgens ons ook alles wat in de kommunikatie met het publiek nieuwe, andere revelaties oplevert. Het zijn inderdaad niet allemaal wereldprimeurs. Maar altijd gaat het om vormen, die hier niet bestaan. Je zal wel beseffen, dat we het uitgaande van die laatste vereiste vrij gemakkelijk hebben gehad om een programma samen te stellen. Het is ook duidelijk, dat we door de veeltaligheid van het programma ons vooral moeten toespitsen op de vorm van de spektakels. Kijk, je hebt zo'n Théâtre de la Jacquerie: die lui gebruiken de basiselementen van de commedia dell'arte om een nieuw volksteater op te bouwen dat verder niets meer met commedia dell'arte in de klassieke zin des woords zal te maken hebben. De geest blijft behouden maar de vorm verandert: die wordt aktueler. Elke naam op de affiche is op die manier gewikt en gewogen; de vraag, aan welke vormvernieuwing hebben de Belgische toeschouwers en teatermensen iets, heeft altijd vooropgestaan.
— Jullie prezenteren ook eigen produkties ditmaal?
— Degreef: Die eigen produkties vormen een stimulans voor festival-organizatoren en voor de talenten die we in die produkties aanwenden.
Salvador Tavora, leider van de Spaanse groep La Cuadra de Sevilla, maakt voor ons een spektakel met Spaanse gastarbeiders in Brussel. Het onderwerp: hun problemen als emigranten en hun problemen vóór hun emigratie. Met animatie en exposities wordt dat tema nog extra toegelicht. We konden op die manier een groep inwoners van Brussel bij de viering van het Millennium betrekken. De groep gastarbeiders is bij de voorbereiding van de viering enigszins in de kou blijven staan. Hugo Roelandt en zijn « performance art » (Redaktie: de mens als beeld van vlees en bloed, om het te simplifiëren) zijn tot in Italië bekend. Het werd tijd dat ze hier wat meer aandacht kregen. Het genre wordt zowel door de plastische kunsten als door het teater opgeëist. Parisiana, een animatieprojekt van Erik de Volder (ondermeer ook van het Belgisch Combo) wordt als sluitstuk van het festival gebruikt. Radeis werkt aan een speciaal animatieprojekt voor de openingsavond.
— Er komt een festival in de stad. Wordt de stad daar voldoende bij betrokken? Leeft de stad daar van op?
— Degreef: We leveren om te beginnen een bijdrage aan de viering van het duizendjarig bestaan van de stad, met groepen uit alle hoeken van de wereld. We hebben aan het Kaaiteater-festival een toeristisch projekt gekoppeld in samenwerking met de toeristische dienst van de stad en enkele hotels... Het komt er op neer, dat je in een luxe-hotels en twee hotels van de toeristenklasse terecht kunt tegen interessante prijzen de dagen dat het festival loopt. Daar krijg je dan teatertickets bij naargelang van het aantal dagen dat je het festival bijwoont. We hebben met opzet het festival gespreid over verschillende teaters. Het centrum van het gebeuren is de Ancienne Belgique, waar we na de vertoningen met de kunstenaars kunnen napraten, waar we onze animatieprojekten uitvoeren en onze tentoonstellingen opstellen. Met uitzondering van het Théâtre 140 liggen alle andere aangewende teaters binnen enkele minuten wandelen van de Ancienne Belgique. Door het spreiden van het festival over verschillende teaters brengen we op meer dan een plaats in de stad leven in de brouwerij. Er wordt nog gespeeld in de KVS, het Garageteater, de Beursschouwburg, de Workshop, de Kruidtuin, de studio van het Paleis voor Schone Kunsten en de Brigittinekerk.
— Bob Wilson wordt aangekondigd met een spektakel waarin ene Christopher Knowles optreedt die aan een ernstige hersenbeschadiging lijdt. Wilson bouwt een nieuw kommunikatiesysteem op met deze jongen en daaruit is dan dit spektakel ontstaan. Is dat niet wat smakeloos, zoals de mismaakten op de kermis?
— Degreef: Wij vonden dat toch wel anders dan die kermistoestanden. Het behoort tot het terrein van de wetenschap misschien. Volgens ons gaat het alleen maar om een speciale vorm van kommunikatie die op de Bühne wordt gebracht. Buiten de al vermelde programma-items staan nog op de affiche: de mime Jacques Lecoq (Frankrijk), Perspekt (Nederland), Rotheater (Nederland), Carlos Traffic (Argentinië), Compagnia Carmelo Bene (Italië), Klaratheater (Zweden). National Theatre of the Deaf (VS), Stuart Sherman (VS), Akademia Ruchu (Polen), Teatr Stu (Polen), Jango Edwards (Groot Brittannië), Lindsay Kemp (GB), Freies Theater München (West-Duitsland). We komen nog terug op het Kaaiteater in de weken voor het festival begint.
J.d.R.
Informatie over het festival en het toeristisch programma: Kaaiteater. Graanmarkt 5, 1000 Brussel, tel.: 02/511.09.00 of 511.55.27.