Archives du Théâtre 140


Festival International de Théâtre de Bruxelles. Vormelijke experimenten met eigentijds teater



Gazet van Antwerpen

25-11-1979

Festival International de Théâtre de Bruxelles

Vormelijke experimenten met eigentijds teater

(Van onze redakteur)

Het eeuwfeest van Brussel heeft alvast twee internationale teaterfestivals opgeleverd, want na het opmerkelijk sukses van het door Vlamingen georganizeerde Kaaiteater meende ook de franstalige gemeenschap te moeten uitpakken met een dergelijk initiatief. Of hun « Festival International de Théâtre de Bruxelles » nu ontstaan is uit bitsige naijver of uit oprecht - artistieke motieven, is voor de toeschouwer op het eerste gezicht bijzaak.

Belangrijk in dit verband is evenwel het voortbestaan van het Kaaiteater zelf. Niet zonder vrees kijken de initiatiefnemers van deze nederlandstalige aangelegenheid naar de reakties van de subsidiërende instanties, die tamelijk onverwacht een belangrijke supplementaire financiële aderlating hebben moeten uitvoeren om de franstalige organizatie te betoelagen. Het plan om een « Festival International » te programmeren is immers pas ontstaan nadat het sukses van het Kaaiteater al een feit was. Ook op het artistieke vlak laait de konkurrentiestrijd tussen de beide taalgemeenschappen in Brussel hoog op...

Anderzijds is het een positief verschijnsel dat beide organizaties toch enigszins uit hun isolement zijn getreden. In navolging van het Kaaiteater werd ook het « Festival International » in beide landstalen bij pers en publiek aangeprezen. Een verheugende vaststelling, ook al liepen de Nederlandse vertalingen aanvankelijk nogal mank.

Op artistiek gebied is er met de organizatie van beide festivals echter geen vuiltje aan de lucht omdat het hier om twee totaal verschillende initiatieven gaat. In tegenstelling tot het Kaaiteater kozen de programmatoren van het « Festival International » duidelijk voor het teater in zijn meest experimentale betekenis. Van een echt dramatisch gegeven was er in de meeste produkties nauwelijks sprake, daar waar de voorstellingen van het Kaaiteater toch nog enigszins in verband konden gebracht worden met het (intussen) klassiek (geworden) teater.

Het « Festival International » trachtte vooral de grens tussen de verschillende genres te doorbreken. Men deed dat door een grondige aksentverschuiving van de inhoud naar de vorm. Die optiek werd zo sterk doorgedreven dat dit jongste festival wel een « gezicht » had, maar de « buik » miste van een Kaaiteater. Waarmee we bedoelen dat deze franstalige uitgave vooral interessant was voor pure insiders, zure teoretici en dure snobs. Hier werd vooral teater gespeeld dat vaak boeiend is om bekeken te worden maar dat je zelden of nooit emotioneel beroert.

MINIMALISME

In welke richting dit festival zou evolueren werd de eerste dag al duidelijk in het Théâtre 140, waar Meredith Monk woorden en gevoelens kwam herleiden tot klanken. Deze in Peru geboren zangeres reduceert al haar expressiviteit tot haar stem. Zij zingt klanken in simpele komposities, waarbij de intensiteit van dit gebeuren belangrijker is dan de bevattelijkheid ervan. Van de tradionele handeling is geen sprake meer, zodat de minste intonatie of beweging een nieuwe emotie moet oproepen.

Dit minimalisme was in vele produkties aanwezig. Zo ook bij het Théâtre Elémentaire, dat met « Lettres de la Prison » een bewerking opvoerde van Antonio Gramsci's briefwisseling uit diens gevangenisperiode. Ook regisseur Michel Dezoteux zorgde immers voor een zeer sobere enscenering, die aan het publiek de mogelijkheid gaf bepaalde indrukken zelf in te vullen. Van het nu wel bekeken vormingsteater was hier duidelijk geen sprake.

Philip Glass en Lucinda Childs gaven met hun respektievelijke ensembles een mooi uitgewerkte voorstelling van hun « Dance »-projekt. Op de zeer ritmische tonen van een zichzelf alsmaar herhalend muzikaal patroon, visualizeren acht dansers en danseressen op een even simultane manier de komposities van Glass. Een indrukwekkend schouwspel dat pas achteraf helemaal bezinkt.

OP ZIJN KOP

De Italiaanse groep II Carrozone heeft zijn zoektocht naar nieuwe expressievormen nog niet stop gezet. In « Punto di Rotture » zet de groep de wereld letterlijk op zijn kop met (alweer) erg visueel gericht bewegingsteater. De feitelijke aktie is ook hier zeer miniem. Alles op en rond de scène is in beweging, maar in feite zijn het slechts summiere fragmenten uit de realiteit waarvoor de toeschouwer in het dagelijks leven geen oog heeft. Dat verband met de werkelijkheid wordt trouwens duidelijk op de geluidsband, die bij momenten naar de grootstad verwijst.

Diezelfde verwijzing naar de realiteit streefde The Squat Theatre na met de opvoering van « Andy Warhol's Last Love » in het cafétaria van de Ancienne Belgique en meteen zat het « Festival International » met zijn eerste schandaaltje. De groep speelde tegen de achtergrond van een uitstalraam dat op de Anspachlaan uitgeeft. Argeloze voorbijgangers werden dus opeens toeschouwers zodat de Brusselse politie wegens openbare zedenschennis ingreep op het moment dat één der aktrices zich ontkleedde.

De toekomst zal uitwijzen of het teater op lange termijn gebaat is met deze experimenten. Omdat het aksent tijdens dit festival zo nadrukkelijk op de vormvernieuwing lag, zal het waarschijnlijk niet uitsluitend in deze richting evolueren. Wellicht kristalizeert een en ander na verloop van tijd en zullen bepaalde aspekten ervan een blijvend karakter krijgen.

Herman VAN DIJCK