Archives du Théâtre 140


'not H.AIR', niet zo revolutionair. Michael Clark danst beter dan de anderen



De Standaard

12-5-1985

„not H. AIR", niet zo revolutionair

Michael Clark danst beter dan de anderen

KAAITHEATER 85

BRUSSEL - Michael Clark is de nieuwe wonderjongen van de Engelse dansscène, als je de internationale pers mag geloven. Hoewel nog maar 25 jaar heeft hij al een indrukwekkende carrière achter de rug. Hij studeerde in de Royal Ballet School (klassiek ballet), werkte bij Ballet Rambert (Martha Graham-invloeden) en dan in Karole Armitages gezelschap, vooraleer hij eigen koreografieën ontwierp. In zijn werk leunt hij zwaar aan bij de klassieke ballettraditie, hoewel hij er geregeld een loopje mee neemt. In notH.AIR werkte hij weer samen voor de belichting met Charles Atlas, die ook voor Merce Cunningham en Karole Armitage video's, belichting en kostuums ontwierp. Aan deze produktie is nochtans niet dadelijk af te lezen dat Michael Clark zo'n indrukwekkende referenties kan voorleggen.

Dat ligt ten dele aan de nogal lukrake enscenering van not H.AIR, maar het heeft ook te maken met de samenstelling van het gezelschap: Michael Clark beheerst duidelijk veel beter het vocabulaire van het klassieke ballet dan de andere dansers en dat merk je al gauw.

In de voorstelling — op muziek van "The Fall", een der laatste punkbands die nog aktief zijn — wordt de estetika van het punkttijdperk uitgespeeld tegen die van het flower-powertijdperk. Michael Clark komt op in een nogal vreemd pakje (een parodie op een legerkepi, een nauwsluitend maillot met vreemde versiersels en een half ontbloot achterwerk en lange kousen, later gekompleteerd met plateauschoenen). Hij wordt vergezeld van een meisje in een gelijkaardige outfit. De "hippies" worden voorgesteld door een man en een vrouw met een bloem op de onderrug, een schortje, kousen en een ouderwetse pruik. Samen doen ze dan een en ander dat bedoeld lijkt te zijn om de mensen te choqueren. Mogelijk doet het dat in Engeland ook wel, maar in Brussel was het zo dat de omgeving van de schouwburg zelf het choquante ogenblikkelijk neutralizeert.

Uiteindelijk is de estetiek van deze voorstelling niet anders dan die van het klassieke ballet maar dan met één betekenisvolle aksentverschuiving: het „gedragene", „evenwichtige" dat samenhing met het reprezentatieve karakter van het Franse hofballet wordt hier vervangen door een nogal rauwe humor, die je ook reprezentatief zou kunnen noemen, zij het dan wel voor de zelfkant van de Engelse samenleving.

Aan de hiërarchische opbouw van de bewegingtaal in het klassieke ballet wordt niet geraakt, de opbouw ervan wordt enkel door elkaar gehaspeld, en er worden een aantal anomalieën aan toegevoegd die min of meer als een nieuw sausje op hetzelfde gerecht werken. Ondanks het uiterlijke vertoon is deze voorstelling veel minder radikaal dan het werk van een oude man als Merce Cunningham.

Dat uit zich b.v. als Michael Clark na een aantal kostuumwisselingen met krukken op de scène rondspringt. Dat is geen aanleiding om de beperkingen en de mogelijkheden daarvan te onderzoeken, Clark blijft gewoon mooi dansen, maar nu met twee stokken in de hand. Of nog: als het meisje op plateauschoenen danst, blijkt dat ze daar niet zo goed mee overweg kan, in tegenstelling tot Clark zelf. Maar met dat gegeven wordt nauwelijks iets gedaan (hoewel Clark zelf zegt dat hij de koreografie steeds op de mogelijkheden van de dansers toesnijdt), het blijft gewoon penibel dansen.

Brood en spelen dus min of meer. En dat schijnt Clark zelf ook te beseffen: op een bepaald ogenblik komt hij de scène opgelopen met een brood in de handen dat hij in de zaal werpt. Charmant...

(PTJ)

Nog te zien vanavond in Teater 140, E. Plaskylaan 140, in Schaarbeek om 8 u. 30.

Auteur Pieter T'Jonck

Publication De Standaard

Performance(s) Not H.Air

Date(s) du 1985-05-09 au 1985-05-11

Artiste(s) Michael Clark

Compagnie / Organisation Kaaitheater