Archives du Théâtre 140


Een verwende puber. Koreograaf Philippe Decouflé dekodeert de 'Codex Seraphinianus'



Knack

28-10-1986

DANS

Een verwende puber

Koreograaf Philippe Decouflé dekodeert de "Codex Seraphinianus".

"Codex" in het Théâtre 140, woensdag 29 oktober om 20 u. 30. Reservaties : (02) 733.97.08 van 12 tot 18 u., alle dagen behalve zondag.

"Codex Seraphinianus" is een vreemde encyclopedie, enkele jaren geleden gepubliceerd door een jong architekt uit New York, Luigi Serafini. Hij is opgesteld in een onbestaande, dus onverstaanbare maar toch erg grappige taal en geïllustreerd met waanzinnige tekeningen van onwaarachtige planten en dieren. De jonge Franse koreograaf Philippe Decouflé zag in dit werk een kolfje naar zijn hand en ging de codex dekoderen, wat hem niet zwaar moet gevallen zijn, aangezien zijn eigen dansjargon in feite ook gebruik maakt van een gelijkaardig vocabularium.

Decouflé is een van de weinige koreografen waar een jong publiek zich echt goed bij voelt. Zijn dansen geven blijk van een misprijzen voor akademische dans en middelmatigheid laat hem onverschillig. Als uitstekend danser en zeer begaafd koreograaf kan hij het zich veroorloven als een stoute verwende puber alle normen en konventies te doorbreken. Zijn dansen zijn superdynamisch, de dansers bewegen zich wat slungelachtig, met een lichaam zo los als een ketting en zo soepel als rubber: ze draaien, wringen en duwen hun lichaam in vreemde posities, waar ze wondermooi vlot uitkomen, hun lichaam beschrijft rechte hoeken en gebroken lijnen in een stormachtig ritme, waarmee Decouflé zich waagt aan een nieuw soort virtuoos dansen. Humor, gags en kitsch zijn een belangrijk onderdeel van zijn werk maar komen er nooit rommelachtig voor: ze worden aan banden gelegd door een uitgebalanceerde beeldregie, die dans, kostuums, attributen en belichting in een opvallend harmonieuze sfeer van koel lyrisme verenigt.

Die dans vol adolescenten-entoesiasme, vol provokatie, vol absurditeiten, waar schijnbaar niets ernstig wordt genomen, zit zelf ook vervat in strakke koreografische strukturen, waarin elke beweging, elke verplaatsing gekodeerd is.

Decouflé, (25), volgde op zijn vijftiende les aan de circusschool, later studeerde hij bij Alwin Nikolais, Merce Cunningham en bij de mime Marcel Marceau. Hij danste samen met Michael Clark en Karole Armitage (onder meer voor de verfilming van beider werk door Charles Atlas) en met Régine Chopinot, alle drie koreografen waar hij duidelijk nog schatplichtig aan is.

In 1983 behaalde hij glansrijk de eerste prijs op liet koreografen-concours van Bagnolet met "Les Avions ont des Défaillances". Zoals het de meeste laureaten van deze belangrijke Franse wedstrijd gaat, begon voor hem een carrière in het officiële dans-circuit. In de zomer van datzelfde jaar zagen we hem met een nieuwe koreografie, "Un vague café" op het festival van Chateauvallon, waar hij deel uitmaakte van een hele reeks nieuwe ontdekkingen van Patrick Bensard, verantwoordelijke van de Cinémathèque Française en gewaardeerd danskenner (Michael Clark, Daniel Larrieu, Régine Chopinot, Pierre Droulers). De koreografie was gehuld in een bizarre, onderkoelde sfeer, even opgewarmd door nonchalant rondgestrooide witte tulpen, en overspoeld door harde new wave klanken, live gebracht door komponist Karl Biscuit, die in de muziekwereld inmiddels ook naam heeft gemaakt.

Naast wat filmwerk kwamen nog koreografieën als "Tranche de cake" en "Frankenstein" tot stand, en nu dus "Codex", de vertaling van een onverstaanbare encyclopedie naar zijn eigen dansjargon. De zes dansers van "Codex" kregen wel tweeëndertig kostuums aangemeten, waarvoor kostuumontwerper Philippe Guillotel inspiratie zocht in de tekeningen van de "Cedex Seraphinianus", wat als resultaat bijvoorbeeld een danser in de gedaante van een half van haar schil ontdane banaan oplevert. Op een ander ogenblik worden de bewegingen van de dansers bepaald door een soort ski's die ze aan de voeten binden en waardoor ze vrij ver naar voren kunnen hellen zonder voorover te vallen. Decouflé gaat zelfs nog verder in het aan menselijke dimensies onttrekken van de dans door het invoeren van een dansmachine, een soort reusachtige protese die de danser een enorme tweede arm geeft, die op zijn beurt de dansbewegingen aan zijn eigen wetmatigheden zal onderwerpen.

Kontroverse

Komponist Hugues de Courson koos voor muziek van Oum Kalthoum, de Egyptische zangeres die in de Arabische wereld evenveel roem oogstte als bij ons Maria Callas, een keuze die inspeelt op een muzikale mode die de diepe, klaaglijke klanken en de sterke repetitieve ritmes van de oriëntaalse muziek (her)ontdekt en ze integreert in hedendaagse komposities. Verder zijn er uittreksels van muziek van Fats Domino, Suicide en Tahitiaanse melodieën.

Dans, kostuums en muziek getuigen alle van dezelfde zin voor kontroverse, wat Decouflé zeer extreem, maar tevens met een zekere ontroering die op andere momenten van de voorstelling ook terug te vinden is, in beeld brengt door Christophe Salengro, een danser van bijna twee meter lang, een pas-de-deux te laten dansen met de anderhalve meter grote Cathérine Savy.

KATIE VERSTOCKT

Auteur Katie Verstockt

Publication Knack

Performance(s) Codex

Date(s) 1986-10-29

Artiste(s) Philippe Decouflé

Compagnie / Organisation