NOG BITTERE SUIKER

Wat, volgens Hugo Claus, naar de suikerfabrieken van Noord-Frankrijk trekt, is het uitschot van de maatschappij : dronkelappen, analfabeten, enz. Lui die even arm uit Frankrijk terugkeren als ze er aankwamen. (Zie De Periscoop van 1 maart '59.) «Crapule», zegt hij, en dan nog voor de Vlaamse televisie. Dit geeft een totaal vals beeld van wat deze seizoenarbeiders zijn: over het algemeen zeer naarstige en spaarzame mensen! Geen wonder, zou ik menen, dat Claus genoodzaakt was met zijn stuk naar Nederland te trekken : Dààr kennen ze onze seizoenarbeiders al evenmin als hij. Weliswaar vindt men onder de seizoenarbeiders dronkaards, ongeletterden en venten die bij hun dochters kinderen verwekken, maar dit slag van individuen treft men in alle middens aan. Er komen evenveel dronkelappen voor onder de vleeshouwers en slachters bijvoorbeeld en evenveel geilaards, zoniet veel méér, onder diegenen, die het heel wat gemakkelijker in het leven hebben en niet zoals de seizoenarbeiders in het ware zweet huns aanschijns hun beet brood moeten verdienen. Een gemeente bewonend waar circa zes- a zevenhonderd mannen en vrouwen naar de bietenkampagnes trekken (het centrum van de seizoenarbeiders, mag ik wel zeggen), weet ik bepaald dat deze mensen allesbehalve «crapule» zijn. Ik wenste dat Claus ze hier eens kwam opzoeken. Hun woning is in de regel opvallend netjes en smaakvol ingericht, ze lezen een dagblad, bezitten een radio en sommigen zelfs een televisie of een wagentje. Ze leven goed en fatsoenlijk, ik kan het U verzekeren. En velen dromen ervan hun kinderen te laten studeren om ze een menswaardiger broodwinning dan de hunne te garanderen. Ik heb Hugo Claus' «Suiker» niet gezien of gelezen. Maar na al wat hij over de seizoenarbeiders uit zijn onbeschaamde mond liet rollen, heb ik alle redenen om te betwijfelen of hij deze mensen levensecht ten tonele kan voeren. « Suiker » mag de auteur ( wiens grote begaafdheid ik anders geenszins ontken) nog zoveel bittere ervaringen hebben bezorgd... Hoeveel bitterder zal het wezen voor hen die hij meent te kennen en te mogen uitbeelden.

Raf SEYS, Koekelare.

PAS 77

Ik las met belangstelling in het laatste nummer van «De Periscoop» het interview «Bij Willem Elsschot» door de heer "Johan". Het heeft me enigszins verwonderd, dat steller van dit artikel, die zoveel bewondering koestert voor deze «grote schrijver», die «stuk voor stuk meesterwerken » schreef, zich schromelijk vergiste in de leeftijd van de behandelde auteur. Eerst meende ik met een zetfout te doen te hebben, maar tweemaal - eens in het begin en eens op het einde van zijn opstel - schrijft de heer Johan, dat Elsschot deze maand 79 wordt. Hij wordt er pas 77 (want geboren in 1882) en wel op 7 mei e.k.

Frans SMITS, Antwerpen.

ZIN VOOR HUMOR

Hebt u al gemerkt hoeveel zin voor humor «HET TONEEL» van Antwerpen heeft ? In een artikel waarin de heren ten strijde trekken tegen het au sérieux nemen van sommige TV - figuren, bedienen ze zich van een argument dat werkt als een boemerang. De toneelheren nemen namelijk als mikpunt van pretentie en opschepperij het TV-dagboek van Monique Delvaux en meer bepaald een passage die hen verschrikkelijk geërgerd heeft en waar ze geen barst van gesnapt hebben. In deze gewraakte regels drijft Monique namelijk zeer duidelijk de spot met haar jonge ongeduld van vroeger om omroepster te worden. Hier volgt het : «Ik dacht dat zoiets van vandaag op morgen zou gebeuren, dat ze zouden zeggen : «Monique wil omroepster worden, het woord en de kamera zijn aan Monique ». Helaas, er lopen overal kleingeestige zielen rond en mijn omgeving was van mening dat ik eerst

mijn hemel moest verdienen.» De toneelheren die zo te keer gaan tegen het au sérieux nemen van alles en nog wat, hebben, deze ironische regels LETTERLIJK geïnterpreteerd... Nu, in een blad waar woorden als «ener » en «leute» schering en inslag zijn, valt het niet makkelijk behoorlijk Nederlands naar waarde te schatten.

G.R. Brasschaat.